Thuiskomen

Maartje heeft biologie gestudeerd en heeft afgelopen 2 jaar op de Thalassa als rating deck meegevaren bij School at Sea. Ze is bezig met haar opleiding tot stuurman aan de Enkhuizer Zeevaartschool. Nu zijn ze bijna thuis na 6 maanden varen.

We zijn niet meer alleen op de wereld. Terwijl we het Engels kanaal binnenvaren verblinden de
vele schepen, boeien en vuurtorens de sterrenhemel. Het is een raar gevoel. De afgelopen 6
maanden voelden wél alsof we alleen op deze wereld waren. Onze eigen kleine samenleving op
dit schip, terwijl we met z’n allen een reis rond de Atlantische oceaan maken.
Tijdens zo’n oversteek doen de dagen er niet meer toe. Wat maakt het uit of het maandag, dinsdag
of woensdag is? De dagen worden opgedeeld door de wachten die je loopt. Keer op keer, dag in,
dag uit. Het fijne ritme waar je je zo in kan verliezen als je niet op past.
Voor mijn part varen we door. Niet thuiskomen. Nog niet.

Ankerwacht
Nog een laatste tussenstop in Cherbourg. Nog een ankerwacht lopen. Behalve het sporadische
gekraak van de marifoon, is het stil. Het water kabbelt rustig langs het schip. De laatste weken
probeer ik deze momenten krampachtig vast te houden. Ik wil ze vastleggen, voor altijd opslaan in
mijn hoofd. Ik denk terug aan de plekken die we hebben gezien en de dingen die we hebben
meegemaakt. In het moment voelt het zo normaal, zo vanzelfsprekend. Maar nu ik hier zo zit,
besef ik pas hoe bijzonder het allemaal was.

Onderweg van Cuba naar Bermuda, van een oud zeil een hoes maken voor de ankerlier.

De nachtwachten die we hebben gelopen, waar we soms vrolijk, en natuurlijk soms ook chagrijnig
aan begonnen. Toch hield je dat nooit lang vol, je werd vroeg of laat weer met beide benen op de
grond gezet. Even je kop in de wind, een blik naar de sterren en je was er weer bij.
Het zit hem in de kleine dingen. De grapjes hier en daar, het lekkere kopje koffie of het gevoel als
je al zeilend met 9 knopen de goede kant op gaat. De golven die zonder pardon de wachtsnack
door de stuurhut heen werpen. De vogels die ons kwamen bezoeken terwijl we op het midden van
de oceaan vertoefden. Of walvissen, dolfijnen en schildpadden die lieten zien dat je nooit echt
alleen bent. De wind die terugkomt, de motor die uitgaat, of je lekker warme bed na een wacht.
Een schip en routine wat gaat voelen als thuis.

Je doet het samen
En misschien is dat wel het mooie aan lange zeiltochten. Alles is zo ongelooflijk relatief. Het ene
moment kan voelen alsof je niet dieper kan. Maar zodra de wind weer terugkomt en de zon gaat
schijnen, dan voel je pas hoe rijk je eigenlijk bent. Zonder het negatieve is er een geen ruimte voor
het positieve. Aan boord van een zeilschip leer je dat pas echt.
En het aller gaafste? Je doet het samen. Mijn stuurman zegt altijd “Je vaart het bootje samen”. En
dat slaat de spijker op zijn kop. Je kan het niet alleen doen. Je moet het samen doen, met alles
wat daarbij komt kijken. En het is gewoon gelukt. Een gevoel van trots bekruipt me. Maar ook van
vervroegd heimwee. Natuurlijk heb ik zin om weer naar huis te gaan. Maar, ik weet zeker dat ik
over een week weer verlang naar mijn schommelende hut. Dat is oké, ik weet dat ik weer terug zal
komen. Als de zee je eenmaal in zijn greep heeft, laat ze je nooit meer los.

Maartje Schinkel


“ Ik woon zoo ver van zee, zoo dicht bij haar;
’T storten der branding kan mij hier niet treffen.
Hoe kan ik zoo wanhopig klaar beseffen
Dat ik weer scheep zal gaan, voor ’t eind van ’t jaar”

Jan Jacob Slauerhoff

Reacties

Reacties