Rhapsody-blog: walvis spotten
Het is ochtend. De dag begint. Ik geniet van mijn kopje thee terwijl ik over het water van baai tuur. Regelmatig spotten we walvissen. Overdag wanneer we van baai naar baai zeilen komen we ze vaak tegen. Slapend, spelend, springend en zwemmend met kleintjes. ’s Avonds horen we doffe klappen versterkt door de omringende heuvels nadat ze hoog uit het water gekomen zijn en neerploffen. We schrikken door de zware ademhalingen uit hun spuitgaten wanneer ze dichtbij langs zwemmen. ’s Nachts in mijn bed hoor ik ze af en toe zingen. Tonga is het walhalla voor walvissen. Ik neem nog een slokje van mijn thee met mijn ogen onafgebroken gericht op het water.
Dan zie ik iets. Iets dat beweegt in het water.“Een walvis, John, een walvis in de baai.” Ik sta inmiddels op de kuipbanken heen en weer te huppen. Fototoestel pakken, in het water springen of gewoon blijven kijken. Allerlei mogelijkheden schieten door mijn hoofd.
John komt naar buiten en is de rust zelve. Hij raakt niet zo snel van de kaart en vraagt: “Waar.” Ik heb het dier gevolgd. In het water laat hij een spoor na. Een klap van zijn staart brengt het water minuten lang in beroering en het dier zelf, meters verder. “Daar,” roep ik uitbundig. Op andere boten zie ik mensen met snorkels het water in springen. Ik weet dat je, ondanks zijn grootte, heel dichtbij moet zijn om het dier te kunnen waarnemen onder water. Eenmaal in het water heb je geen idee waar je naar toe moet zwemmen. Lang weet ik niet waar de walvis zich bevindt. Tot mijn verbazing komt het onze kant op. Ik heb ondertussen mijn fototoestel toch maar gepakt. Ik kon het niet laten en knip wat af.
Weer heb ik geen idee waar het dier is. Dan zie ik hem terugkomen. Onder water is hij blijkbaar gekeerd. Hij komt recht op ons af. Te laat. Veel te laat om nu nog de snorkel te pakken en in het water te springen. Ik sta op het uiterste puntje van Rhapsody. Snel druk ik op de filmknop van de camera terwijl ik zelf blijf kijken. De camera laat ik lopen. In het heldere water zie ik zijn immens grote silhouet. Als ik nu van het zwemtrappetje af zou stappen, zou ik oog in oog komen te staan. Over-enthousiast stap ik van de ene kuipbank naar de andere zonder een seconde het dier uit het oog te verliezen.
Plots steekt hij zijn kop omhoog pal achter Rhapsody. “Kijkt tie mij nou aan?” Ik kan mijn geluk niet op. Zo dichtbij gaat echt nooit meer gebeuren. Dan duikt het onder. Ik volg. Ik blijf kijken. Bij de uitgang van de baai zie ik nog een keer zijn staart.
Nog natrillend druk ik op het knopje uit, denk ik. Tot mijn grote schrik zie ik dat de camera nu begint te lopen. Ik druk weer op de knop in de hoop dat ik ongedaan kan maken wat ik heb gedaan. Ik kijk naar mijn geschoten beelden. Enkel maar wat plaatjes geen bewegende beelden. Teleurgesteld kijk ik naar de camera. Bijna laat ik me meeslepen in mijn treurnis om de misgelopen beelden totdat iemand roept: “Where did he go?” De zwemmers hebben niets gezien. Ik ga weer zitten, neem een slok van mijn inmiddels koud geworden thee en geniet na van het voorbije unieke moment. Beelden die nooit meer van mijn netvlies gaan.
Ada van der Vis
Ada van der Vis, ooit een zeilheld op sokken, vond jaren geleden de Hollandse plassen al spannend en getijdenwater een hele uitdaging. Zij zeilt nu met John Gijzenij de wereldzeeën over. Verzeild tussen ongerepte atollen en afgelegen eilanden op zoek naar verreikende verrijkende avonturen. Je kunt haar volgen via haar blog sy-rhapsody.nl