Net geen 180 zeemijl liggen er tussen Cullivoe op Yell in de Shetlands en Vágur op Suðuroy, het zuidelijkste van de Faeröer eilanden. 285°, of iets noordelijker dan west zou onze koers moeten zijn en we rekenen op de voorspelde NNW. Maar in de wind zit nog te veel west en we kunnen niet voldoende hoogte houden.
Daardoor komt het Clair Ridge Oil Field lelijk in de weg zitten, de enige hindernis op ons traject. We houden op met aan de wind knijpen en vallen af, net genoeg om onder het verboden gebied van 8,6 bij 2,7 mijl door te zeilen. Dat worden meer mijlen maar ook meer zeilplezier. En meer comfort aan boord, zoals in ‘op redelijk ontspannen wijze een warme hap eten’…
Na een pittige zeildag volgt een korte nacht, zo bleek dat de volle maan maar weinig indruk maakt. We nemen om beurten wat uren slaap. Om 4:00 ’s ochtends verschijnt de zon alweer aan de oranje horizon. In de loop van dag twee dooft de wind traag uit, de zee wordt gladgestreken en de motor gaat aan…
Zeilen zonder tijdsdruk…
Zeilen zonder tijdsdruk…
Zeilen zonder tijdsdruk…
Toen we nog werkten speelden onze zeilreizen zich binnen het keurslijf van strak afgebakende tijdschema’s af. Een weekend, één, twee, hooguit drie weken. Altijd was er de druk van heen en ook weer terug, altijd ook de noodzaak om voldoende marge in te calculeren om tijdig terug op het werk te verschijnen. Dat beperkte onze actieradius en na vele jaren frustreerde het me behoorlijk.
Een zee van tijd was wat ik wilde. En varen naar onbekende gebieden…
Maar nu, onderweg van Shetland naar de Faeröer, overvalt me een vaag beklemmend gevoel. Die duistere eilandengroep met zijn donkergroene steile pieken, straffe stromingen en vele rotsen boezemt me plots angst in. Dat verwart me, want is dit niet precies wat ik wou, een zee van tijd en varen naar een onbekend gebied…?
Halfweg de zonnige namiddag krijgen we land in zicht. Langzaam maar zeker wordt het eiland Suðuroy groter, vage contouren worden scherper, we krijgen zicht op de brede fjord waarin Vágur, onze bestemming, ligt. Met goed zicht, rustig weer en zonder turbulente stromingen varen we binnen. De strakke knoop in mijn maag komt losser te zitten. Op de helling rond de havenkom wacht ons een bescheiden dorp met vrolijk gekleurde huizen. Als we veilig afgemeerd liggen aan de kade voel ik me moe maar ontspannen…
De onrust is weg, laat dit onbekende gebied maar komen…
Suðuroy
We blijven een week op Suðuroy dat de vorm heeft van een dinosaurusjong, dansend op zijn achterpoten. Het is een fijne plek om te starten want hoe afgelegen ook, het heeft ongeveer alles wat je nodig hebt. Er is een supermarktje met een warme bakker, je kan er Faeröers geld afhalen, en ook een kaartje voor telefoon en internet bemachtigen. Want in tegenstelling tot onze Nederlandse vrienden van sy De Verleiding die een dag na ons afmeren, zitten de Faeröer eilanden niet in ons Belgisch telefoonabonnement…
Bij de haven zijn ook douches en wasmachines en ongelooflijk maar waar, in Vágur is er zelfs een shipchandler. Niet heel erg gesorteerd, maar dat we er een reserve gasfles kunnen kopen van precies hetzelfde type als we in Noorwegen kochten, is een meevaller. Inklaren doe je hier met een eenvoudig papieren formulier bij de havenmeester.
Op mooie wandelingen, een fietstocht en een autoritje ontdekken we alles wat de Faeröer zo bijzonder maken. Wonderlijk groene landschappen, diepe afgronden, mist die komt en gaat, huizen met grasdaken… Eenvoud en rust.
Sandoy
Al is het slechts 25 mijl varen naar onze volgende bestemming, inzicht in de stroming tussen de eilanden is een must.
En die stromingen, die zijn behoorlijk ingewikkeld.
Maar gelukkig hoef je daarvoor niet langer een beroep te doen op de cryptische papieren stroomatlas ‘Streymkort fyri Føroyar’ maar is er een heel eigentijdse app, Rák, eenvoudig te downloaden op je smartphone. In een kalender klik je gewenste datum en tijd aan, en op een kaartje selecteer je een gebied naar keuze. Vervolgens kan je vooruit of achteruit scrollend zien wat de stroming doet en wanneer je een ‘tij-venster’ hebt… Concreet betekent het voor ons pas halfweg de namiddag vertrekken naar het haventje van Skálavik. Haventjé neem je best letterlijk want de betonnen havenkom is piepklein en de diepte ervan twijfelachtig. Sandoy betekent zand-eiland en het is ook het enige eiland van de Faeröer archipel waar zanderige baaien en zelfs duinen voorkomen.
Nolsoy
10 mijl verder naar het noorden ligt hoofdstad Tórshavn met daar recht tegenover het langgerekte Nolsoy. In een knik aan de noordkant van dit eilandje ligt een havenkom met daaromheen een kleurrijk dorp. Precies daar dreigt het eilandje ooit in twee te zullen breken, omdat de oceaan er ongenadig op een smalle landengte inbeukt. Maar als wij er zijn, lijkt het wel zomer en in het artistieke dorp hangt een hip boho sfeertje. Net als in Skálavik op Sandoy lig je hier gratis. Een regelmatige ferrydienst voert dagjesmensen in minder dan een half uur van en naar Tórshavn. We blijven een dag of twee op het eiland vooraleer ook wij oversteken naar de hoofdstad…
Adelheid Greven
‘Time millionaires’ kan je ze noemen: Adelheid Greven en Stanislas Steverlynck. Met hun Breehorn 44 ‘Pat Panick’ (oftewel ‘pas de panique’, Frans voor ‘geen paniek’) zeilen ze naar niet zo voor de hand liggende bestemmingen. Ze varen zonder strak plan en zijn voor onbepaalde duur onderweg. En proberen een evenwicht te vinden tussen een leven met vrienden en familie thuis en zeilend reizen.