Koos de Jong 1912 – 1993
Koos de Jong is van de generatie die van de 12 voetsjol via de O Jol in de Finn terechtgekomen. Dit jaar (2021) doet de Finn mogelijk voor het laatst mee aan de Olympische Spelen.
Jacobus Hermanus Hendrik Jan ‘Koos’ de Jong was meerdere (7x) malen Nederlands kampioen in de O-jol en de Finn. Op Olympisch niveau behaalde hij in 1948 brons (Firefly) en in 1952 de 4de plek (Finn). De Jong wordt heel vaak genoemd in gesprekken met oudere zeilers. Wijlen Andre Nelis roemde hem om zijn kracht en doorzettingsvermogen. “Koos was een van de eersten van wie ik als jongen dacht: dat is een verschrikkelijk goeie, zo wil ik ook worden.”
Koos was de opvolger van Daan Kagchelland, een man die op de Olympische spelen in 1936 in Kiel goud won. Net als André Nelis had hij (Koos) de pech dat Paul Elvstrøm rondvoer die een absolute klasse apart was.
Als zeiler viel Koos de Jong op als een heel mooie technische en tactische zeiler. In die tijd werd de huidige techniek van overstag gaan met een roll tack nog niet toegepast. Maar hij zag kans om heel mooi op snelheid te blijven en de boot zo min mogelijk te verstoren met bewegingen. Hij kon briljante kruisrakken varen en hij was heel rustig in de boot. Maakte zich ogenschijnlijk niet druk.
Op de Spelen van 1952 in Helsinki debuteerde de Finnjol en toen werden die boten ter beschikking gesteld door de organisatie om een zo gelijk mogelijk speelveld te creëren. Dat waren karveel gebouwde boten, gangenbouw dus. Daarna kwamen er allemaal plakhouden boten. De zeilers die in Helsinki hadden gevaren vonden de daar gebruikte boten eigenlijk beter dan de nieuwere plakhouten exemplaren. Paul Elvstrøm, André Nelis en Koos de Jong hebben toen uit de opgelegde vloot van de spelen daar een boot opgehaald. Koos was aannemer en een goede timmerman en restaureerde die boot als een plaatje. De naam van de boot was dan ook Zomerweelde. De andere zeilers voeren met veel minder mooi opgeknapte boten maar ze gingen inderdaad harder. Later werd de Finn in polyester gebouwd, die waren nog sneller.
(met dank aan Hans Zuiderbaan)