Pat Panick-blog: Onthaasten in Shetland
31 mei 2023. Bluemull Sound. We hebben ons huiswerk gemaakt, we hebben de stroom mee. Maar in dit nauwe gat tussen Unst en Yell zit de wind pal tegen en stuwt het water op tot een knobbelige klotsbak…
En ik die nog had gedacht om even rond Muckle Flugga heen te varen. Alsof het niets was.
Kijkend op de kaart had het er ook eenvoudig uit gezien. Even een route uitzetten rond de noordelijkste vuurtoren van de Shetland eilanden… Een Stevenson vuurtoren in de typische Stevenson kleuren, crème, zwart en vanillegeel. Precies de kleuren van de vele jan-van-genten die je hier ziet en het midden houden tussen een vogel en een vis. Nu we hier door de Bluemull Sound wegvaren besef ik wat een overschatting het was geweest om rond Muckle Flugga te willen zeilen, net als om alle Shetland eilanden heen varen.
We verbleven hier iets langer dan drie weken. Onze tochten hebben zich beperkt tot de luwte van de oostkust van deze eilandengroep. Nu ja, luwte…
Zal ik beginnen bij het begin?
7 mei 2023 is dat en de dag waarop we de Bulandet archipel in Noorwegen achter ons laten en koers zetten naar het eiland Whalsay op de Shetlands, een oversteek van 180 mijl. Een traject zonder noemenswaardige hindernissen. Of toch… Op onze boot zit één elektrische winch. Die zat erop toen we de boot kochten. Het is een plezier om er het grootzeil mee in of uit te rollen of te reven. De grote genua daarentegen, die winchen we op spierkracht, en dus met bloed, zweet en tranen. We hebben het wel eens geprobeerd, de lijn tot bij de elektrische winch brengen, maar dat was een onpraktisch gedoe. En omdat we van de prijs van een extra elektrische winch toch wel schrokken vonden we een tussenoplossing in een Ewincher, oplaadbaar en sterker dan wij.
En wanneer de wind aantrekt en we de genua willen inrollen om de kotterfok te zetten, gebruiken we die voor het eerst.
Winchhendel in het gat van de winch, druk op de knop, bzzzjjjt, bzzzjjjt, wat gaat dat vlot!
Maar dan blijkt die ijverige winch de genua zo strak ingerold te hebben dat er te weinig lijn op de trommel over is. Er blijft nog een driehoekje zeil flappen. Las gaat aangelijnd het voordek op, verhelpt het euvel en worstelt zich een weg terug naar achteren. Om te bekomen van die klus en omdat we nog een hele nacht op zee voor de boeg hebben, gaat hij even binnen liggen. Niet veel later staat hij terug buiten. Het gezicht grauw, zweetdruppels op het voorhoofd. Zeeziekte, het overkwam hem nooit eerder… De rest van de tocht blijft hij met een mottig gevoel zitten, eet amper, maar is toch dapper genoeg om ook wacht te houden.
Na een zeiltocht van 31 uur lopen we de haven van Symbister binnen.
In 2016 zeilden we al eens naar de Shetland eilanden en waren toen aangenaam verrast door de hartelijkheid van deze eilandbewoners met Vikingbloed. Ook nu is dat niet anders. De havenmeester, de sympathieke visser van wie we een enorme portie sint-jakobsschelpen krijgen, de leerkracht sport in het lokale zwembad, waar we gaan zwemmen om te kunnen douchen wegens het ontbreken van voorzieningen voor zeilers… Iedereen vertelt maar wat graag zijn of haar verhaal en is ook benieuwd naar het onze.
Maar al snel wordt ook duidelijk dat de Shetlands een cursus flexibiliteit en onthaasten voor ons in petto hebben…
Het begint bij het wondermooie eiland Noss waar de magie van de combinatie van duizenden vogels, idyllische ankerbaai en een lunch met verse coquilles als sneeuw voor de zon verdwijnt als bij vertrek onze ankerlier het laat afweten. Van zorgeloze euforie naar probleemoplossingsmodus.
In Lerwick vinden we een technieker, die vindt wat er scheelt maar op het nodige onderdeel moeten we enkele dagen wachten. We maken van de nood een deugd en huren een auto. Waarmee we plekken gaan ontdekken waar we met de boot niet kunnen komen.
En behalve dit technische oponthoud is er nog het weer. Bar en veranderlijk, ook in de lieflijke maand mei. ‘If you don’t like the weather, wait for five minutes!’, grappen de Shetlanders schouderophalend.
Als we op een stormachtige dag met ons huurautootje vanuit Lerwick naar het uiterste zuiden van Shetland rijden, worden we met onze neus op de feiten gedrukt. Als je hier een fijne tijd wil hebben, kan je je maar beter geheel op darwiniaanse wijze aanpassen. Het is grauw en grijs. Het Sumburgh Head Lighthouse, je raadt het al, ook een Stevenson vuurtoren, de oudste van de Shetlands bovendien, torent boven een ontketende zee uit. Ik heb er op slag geen moeite mee om ons vage plan om helemaal rond de Shetland eilanden te zeilen te laten varen.
We gaan ons aanpassen aan het weer en gaan het gewoon dag per dag bekijken van zodra de ankerlier is hersteld.
Een trein aan depressies walst over de eilanden. Als de wind even op adem komt, hoppen we in korte tochten langs de oostkust. Vanuit Lerwick noordwaarts naar Skerries, Fetlar, Balta Sound op het eiland Unst en ten slotte naar Cullivoe op Yell. Als we verwaaid liggen en het regent niet, gaan we wandelen of fietsen. We ontdekken ongerepte stranden en prachtige natuurgebieden, zoals het Hermaness Nature Reserve op Unst.
Als we verwaaid liggen en het regent, lezen we, drinken thee en bakken wafels. Ik herontdek zelfs het plezier van breien. Ik geniet van de tikkende naalden die traag de tijd vermalen. En van de 100% Shetlandse wol met de zo toepasselijke naam Spindrift, zeeschuim, waar je prettig warme handen van krijgt. Net wanneer mijn mutsje af is, zien de weerkaarten er beter uit.
Nee, we zijn niet rond Muckle Flugga gevaren, en niet helemaal om de Shetland eilanden heen.
Maar we hebben genoten van deze ruige eilandengroep waar de zee letterlijk overal is. En nu zetten we koers naar onze volgende bestemming. De Faeröer….
Adelheid Greven
‘Time millionaires’ kan je ze noemen: Adelheid Greven en Stanislas Steverlynck. Met hun Breehorn 44 ‘Pat Panick’ (oftewel ‘pas de panique’, Frans voor ‘geen paniek’) zeilen ze naar niet zo voor de hand liggende bestemmingen. Ze varen zonder strak plan en zijn voor onbepaalde duur onderweg. En proberen een evenwicht te vinden tussen een leven met vrienden en familie thuis en zeilend reizen.