Zeilen met piepers om de Hongerwinter te herdenken

Foto Nico Overmars

Ruim vijftig verschillende schepen krioelen over het Markermeer. Tjalken, kwakken, aken, botters en nog veel meer. Ik heb maar één taak: noteren hoe laat ze over de startlijn gaan.
‘3,2,1,’ roept Dirk een van de vrijwilligers van de Pieperrace. Hij drukt op de toeter.
Van schrik sluit ik mijn ogen.
’Nummer 25, Brandende liefde. Nu! 50 ZA1, De Jager. Nu! Nummer 13, La Bohéme. Nu!’ Dirk staat op de banken van het motorbootje, het startschip. ’29, Eendracht. Nu!’
Ik heb geen één tijd genoteerd. Gelukkig ben ik niet alleen. Joep, al jaren vrijwilliger helpt me en heeft ze allemaal genoteerd. Misschien had ik beter mee kunnen zeilen, denk ik.

Jij als Volendammer en fanatieke zeilster moet er toch wel voor zorgen dat dit evenement blijft voortbestaan

Een jaar geleden werd ik gevraagd of ik deel wilde nemen in de organisatie van de Pieperrace.
‘Jij als Volendammer en fanatieke zeilster moet er toch wel voor zorgen dat dit evenement blijft voortbestaan,’ klonk het aan het aan de andere kant van de lijn. ‘De heren die nu in het bestuur zitten worden allemaal een dagje ouder.’
Daar kon ik geen nee op zeggen. ‘En ben ik daar heel veel tijd aan kwijt? Want ik ben van plan om nog veel weg te gaan dit jaar. Zeilen met een tallship.’
‘Twee keer vergaderen en een etentje.’
‘Daar teken ik voor.’

Rooie Gerrit
Tijdens de eerste vergadering wordt zijn naam al genoemd.
‘Ik weet niet of Gerrit dat goed vindt.’
‘En dat moeten we aan Gerrit vragen.’
‘Wie is Gerrit?,’ fluister ik.
‘De initiatiefnemer van de Pieperrace: Gerrit Portengen beter bekend als Rooie Gerrit. Pittige vent. Hij vaart dit jaar zijn laatste race. Na 35 jaar neemt hij afscheidt. Daarom hebben we jouw gevraagd. Jong bloed.’
Ik verslik me in de koffie: ‘Maar ik weet niets van al die oude schepen.’
‘Komt goed. Bertie, zijn vrouw helpt je.’
Tijdens vergadering nummer 8 of 10 ontmoet ik dan eindelijk Rooie Gerrit.
Een klein mannetje, ruim 80 jaar oud en zijn rooie haren is ie kwijt.


‘Hebben we geen derde prijs? En ik vind het wel een beetje karig, wat jullie bedacht hebben,’ merkt hij op. ‘Een fles wijn is geen prijs. Weet je wat een goede prijs is. Een bahco.’
Ik lach en krijg een harde blik en zwijg.
‘Ik ben al zoveel bahco’s kwijtgeraakt, ik leen ze nooit meer uit. Als er iets stuk is… Een bahco. Dat is een goede prijs.’
De heren gehoorzamen. De winnaars krijgen een bahco, fles wijn en een muts.

 

Hongerwinter
Wanneer de vergadering is afgelopen schuif ik mijn stoel tegenover die van Rooie Gerrit. Deze markante man wil ik wel beter leren kennen.
‘Hoe kwam u erbij om de Pieperrace te organiseren?’
‘Om actie te voeren tegen de komst van de Markerwaard,’ hij schuift zijn stoel naar voren. ‘Wist je dat ze 35 jaar geleden dit hiervoor allemaal dicht wilden gooien?’

Foto Bert Verhoeff. Protesten van Volendammer palingvissers op 13 augustus 1977 tegen eventuele inpoldering Markerwaard. Staatssecretaris Van Hulten krijgt paling aangeboden

Ik knik. Net als Flevoland en de Noordoostpolder was er toen het plan om ook het Markermeer in te polderen. De bevolking protesteerden tegen dit plan. Het Markermeer speelde een belangrijk rol in het op niveau houden van de vogelstand en de waterrecreatie. Toen het ook financieel onmogelijk werd, besloot men in de jaren tachtig het Markermeer open te houden.

De hongersnood was zo groot dat ze in Amsterdam op de botters sprongen om aan eten te komen.

‘En dat niet alleen,’ voegt Jan Veerman, ook één van de initiatiefnemers van het evenement toe. ‘Om de hongerwinter te herdenken. In 1944 net voor Kerstmis werd er gevraagd aan de Volendammer vissers om aardappelen (piepers) te vervoeren van Friesland naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam.’
Ik schaam me. Ik ken dit verhaal helemaal niet goed.
‘Waarom moesten ze helemaal naar Amsterdam?’
‘Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was er een groot tekort aan voedsel en brandstof,’ vertelt Gerrit. ‘Er waren blokkades…’
‘De vissers konden de piepers vervoeren over het water,’ vervolgt Jan.  ‘De hongersnood was zo groot dat ze in Amsterdam op de botters sprongen om aan eten te komen. Ik kan je anders wel het telefoonnummer geven van iemand die hier alles over weet.’ Jan staat op. ‘Misschien zijn er nog mensen in Amsterdam die het na kunnen vertellen. Die toen de piepers hebben gegeten die door de Volendammer vissers zijn gebracht.’
‘Tja, wie weet zit daar nog een mooi verhaal in,’ zeg ik.

En zo zit ik een paar weken later op het startschip. Met mijn laptop op schoot en voor mijn neus een Excel bestand om de starttijden en finishtijden te noteren. Het uitzicht is waanzinnig. Van skûtsjes tot een mini replica van een Volendammer kwak met tuig dat schittert in de zon. Dat was in de Hongerwinter van ‘44 wel anders. Door mist en vrieskou strandden de botters in Enkhuizen. Uiteindelijk kwamen ze aan in Stavoren om daar de piepers in te laden om naar Amsterdam te vervoeren. Wat er onderweg allemaal gebeurd is …. Dat weet ik niet. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. En om er te voor zorgen dat we die barre tocht niet vergeten, zit ik volgend jaar weer op het startschip van de 36e editie van de Pieperrace.

Gerie Smit

Foto Nico Overmars

Reacties

Reacties