No pain, no gain

img_3497

Windkracht 5 tegen. De ene bui naar de andere valt uit de lucht. Telkens moet ik uitwijken voor een binnenvaartschip. Het water druipt van mijn capuchon. Mij wordt best wel eens de vraag gesteld ‘wat ik zo leuk vind aan zeilen?’ En op momenten als deze weet ik dat zelf eigenlijk ook niet.

Kent je dat gevoel? Als het de hele dag miezert en niet waait? Of als je bestemming wéér precies in de wind ligt. Dat je om de beurt naar binnen gaat om weer warm te worden bij de kachel? Misschien niet, dan ben je vast een mooi weer zeiler.

Dat je om de beurt naar binnen gaat om weer warm te worden bij de kachel

Het eerste weekend van november zeil ik met een vriendin van het Hollands Diep naar de Grevelingen. De avond ervoor was het nog even door mijn hoofd gegaan om af te zeggen, voor de traditionele Siberische barbecue van onze zeilvereniging. Zo’n tiental boten bleken dat wèl gedaan te hebben, maar ik ben een onverbeterlijke optimist en dacht dat de KNMI er wel weer eens naast zou zitten met zijn deprimerende weerbericht. Maar de weersvoorspelling komt uit: zuidwest 5 bft, precies tegen, en het regende al het grootste deel van de hele dag.

Ik sta al uren in de regen aan de helmstok. Want ik denk maar zo: het is onzin om iedereen nat te laten worden. De rest van de bemanning zit onder de buiskap of in de kajuit. Ondertussen maak ik van de troosteloze omstandigheden gebruik om mijn minste leuke zeilervaringen op te halen. Met stip op één staat de oversteek van de Azoren naar Falmouth. We varen tussen de grote vaart. Windstiltes wisselen af met wind met buien. Na vijf zeilwisselingen binnen twee uur in de achtste nacht op zee brak bij mij een lijntje. Ik werd door mijn schipper in bed gestopt om er pas de volgende ochtend uit te komen. Een heel stuk dichter bij onze bestemming.

Ik werd door mijn schipper in bed gestopt om er pas de volgende ochtend uit te komen

Daarna komt denk ik ons bezoek aan Ponsa. We lagen in een mooie ankerbaai aan de noordkant van het eiland. Na ’n heerlijke avond stak ’s nachts de wind op en lagen we te stuiteren op de koppige golven in de ineens onbeschutte baai. Om twee uur ’s nachts voeren we naar een ankerbaai aan de andere kant van het eiland. Een uur later draaide de wind draaide van noord naar zuid. Om 5.00 houden we het ook hier niet meer uit en gaan we anker op naar de volgende bestemming. Waar we dan wel weer lekker vroeg aankomen.

De derde plek is voor de tocht van Mallorca naar Menorca. Met het eiland in zicht valt aan het einde van de middag de wind weg. Nadat we de motor hebben gestart blijkt deze ons nog maar met 1,5 knoop te kunnen voortstuwen. Met die snelheid kan de stuurautomaat de boot niet op koers houden. Pas tegen elf uur ’s avonds lopen we de haven binnen, na uren op de hand sturen met een tergend langzame snelheid. Te laat voor de kwart finale van het Nederlands elftal, maar we krijgen wel een prachtige plek in de gemeentehaven.

Sommigen hebben gewoon de motor aangezet, maar die zijn dan ook snel uitgepraat

Zo peinzend komen wij uiteindelijk bij de Grevelingensluis aan. Het is zowaar droog en ik kan mijn natte zeilpak uittrekken. Op de Mosselbank staat de warme glühwein klaar en zijn de jongste zeilers al in de weer met het kampvuur. Elke bemanning heeft een mooi verhaal over de ontberingen van vandaag. Sommigen hebben gewoon de motor aangezet, maar die zijn dan ook snel uitgepraat. En dat is dan misschien ook wel de charme van zeilen met tegenslag (of tenminste tegenwind). Wat moet je elkaar anders vertellen bij de borrel? Over mooi weer zeilen ben je immers zo uitgepraat.

No pain, no gain. Of misschien beter bij de zeilsport passend: no hardship, no story. Ik neem een glühwein en bedenk me dat we morgen in ieder geval de wind mee hebben en ik aan de beurt ben om droog te zitten.

Linda de Graaf

Reacties

Reacties