Key blog: Via Banjul naar Sao Vincente en dan de oversteek

Jet en Saskia zijn met hun zeiljacht SY Morning Glory onderweg naar Suriname. Onderweg varen verschillende vrienden met hen mee. Onregelmatig vinden ze een wifi-punt en dan kunnen ze weer bloggen.

Klaas en ik vertrekken naar Banjul in Gambia, na weer de rit naar de stad te hebben gemaakt om uit te klaren. De taxi ging tanken, hij tankte 2,6 liter, dit om maar aan te geven hoe arm men er is. De laatste keer dat ik 2,6 liter tankte was, denk ik voor mijn bromfiets. Banjul is ca. 100 mijl ten Zuiden van Dakar, alwaar ik Piet Heijn van Mechelen en Klaas Slooten zal treffen, die mee varen naar Paramaribo. Het werd een lekkere rit naar Banjul, ruime wind en een rif in het grootzeil, Arie de windvaan deed zijn werk.

’s Nachts op eens een raar geluid achter het schip. Ik ga kijken, hangt de schacht van de hydrogenerator in twee stukken achter het schip. Dus hydrogen, geen kinderachtige aanschaf, bungelt alleen nog hangend aan de kabel in zee. Ik zag hem al naar de bodem van de zee verdwijnen. Klaas geroepen, die net in zijn kooi lag. Tja hoe kregen we dat ding nu zo snel mogelijk aan dek. Het waaide 25 knopen, het was aarde donker en dat ding spiegelglad. Grootschoot gevierd in een poging de vaart enigszins uit het schip te halen. Hangend overboord geprobeerd hem vast te grijpen. Het was een lastige klus, maar het is gelukt. Hydro gered van de zeebodem. Aan dek gehesen, losgekoppeld en binnen opgeborgen. Hoe moet dat nu weer gemaakt worden. Zucht!
Vanwege de flinke wind, gaan we hard en kwamen we al in de loop van de ochtend bij Banjul aan. De pilot schreef dat we bij “Half Die” voor anker moesten en dan naar de instanties voor de inklaring, politie en douane etc. Er stonden allerlei mensen op de kant te roepen hoe en wat. We begrepen het niet en hadden ook niet de indruk dat het officials waren. We gingen voor anker en eerst maar eens koffie maken. Na verloop van tijd kwam er een vent in een bootje aangevaren. Hij bleek van de marine en wilde ons graag helpen. Ik vertrouwde het eerst niet helemaal, maar dat bleek onterecht. Klaas bleef aan boord en ik met mijn bekende mapje papieren naar de wal. Deze navy man, zoals we hem noemde heeft mij langs alle autoriteiten geloosd. Ook hier duurde het weer uren, maar het is weer gelukt.
Het is bijna niet te beschrijven hoe het gaat. Bureaucratie ten top. Formulieren moet je soms 2x invullen. Kopieer machines niet te vinden. En dan het “presentje” waar ze om vragen, dat is gewoon geld. Ik wist dat het kon gebeuren. De doaune moet aan boord komen kijken, maar omdat de navyman aan boord was geweest, wilde de douanier er wel van afzien, als ik hem een presentje gaf. Tja wat te doen, hij kon alles dan vandaag nog regelen en anders moest ik morgen terugkomen. Ik had nog € 5,00 in mijn portemonnee, die heb ik maar gegeven en ineens kwamen de stempels te voorschijn en was het allemaal vrij snel, geregeld.

Het is een merkwaardig fenomeen. Mijn navyman heet Kunta, een aardige man van 30 jaar, hij wilde ons de volgende dag wel naar Lamin Lodge helpen varen. Er is nl geen kaart van de route. Het leek mij wel een goed idee. Dus de volgende dag kwam hij aan boord en konden we met opkomend water naar de lodge varen. Toch wel een leuke belevenis. Inmiddels hadden we Piet Heijn en Klaas ook te pakken, die in een hotelletje op ons zaten te wachten.
Lamin Lodge is een kreek, met een heel goedige lodge, waar je een drankje kan drinken en overdag wat kan eten. Het is een houten gebouwtje opgetrokken uit planken en bamboestokken, waar de apen af en toe om je heen hollen. Aparte ervaring. We werden door Iddy heen en weer gevaren van het schip naar de wal er weer terug. We hadden verder geen idee waar we precies waren. Er was ook niets. Iddy, de manus van alles, kon wel de was regelen en bracht ’s ochtends een broodje, dat 0,12 cent kostte.
We hadden natuurlijk nog wat klussen te doen en ik had aan de navyman gevraagd of hij iemand wist die met epoxy de schacht zou kunnen repareren. Er bleek in de navy ook een fiberman te zijn en de Vader van de fiberman was een gepensioneerde fiberman. Dus Kunta met de 2 stukken hydrogenschacht naar de fiberman. Ik had in NL inmiddels gebeld met de man die de schacht van epoxy had gemaakt als ook met “helpdesk man” vriend Jan Derks. Dus met hun beider advies ik weer naar de fiberman. Probleem, ze hadden wel polyester maar geen epoxy. En polyester houdt niet op epoxy, andersom wel. Ook had de fiberman geen geld om het voor te schieten. Dus ik in goed vertrouwen € 120 euro aan Kunta gegeven om epoxy ergens vandaan te halen. Lang verhaal kort. Klaas en ik de volgende dag met Kunta in de bus naar de plaats waar de Vader van de fiberman woonde om te zien wat ze gingen doen. Interessante belevenis werd dat. Ik had er niet al te veel vertrouwen in, maar ik had ook geen keuze. Met een wat botte beitel werd eerst de gelcoat van de schacht af gebikt, dat hebben we een tijdje aan zitten kijken. Dit gebeurde buiten naast het huis in het zand. Een man aan het werk en 8 mannen en jongens kijken toe en Klaas en ik. Na verloop van tijd geloofde we het wel en gingen weg. Kunta zou hem d volgende morgen terugkomen brengen. Hetgeen inderdaad geschiedde. Hij hangt weer achter het schip met een flink stuk mahonie in de schacht en ik geloof 6 lagen epoxy en mat er weer om heen. Hopelijk houdt hij het, want het is een geweldig apparaat, hij laadt de accu’s.

Inmiddels kennen we Kunta een beetje. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen. Een zoontje van 9 die niet naar school gaat, want daar heeft hij geen geld voor, een dochter van 7 die wel naar school gaat, want onderwijs voor meisjes is gratis, sinds de vice president een vrouw is, is dat veranderd. Het jongste kind is pas 1 jaar oud. Kunta vroeg of we zijn vrouw wilde ontmoeten, zo gezegd zo gedaan. Hij huurt een huis voor 6 euro in de maand. De zit kamer is ongeveer 2,5 bij 3,5 meter, gevuld met 2 banken en een televisie, dan is er een slaapkamer van 4 bij 4 meter, waar de hele familie slaapt, deels op de grond. Kunta verdient 2800 Dalasi, dat is ongeveer 76 euro in de maand. Daar koopt hij dan een baal rijst voor, betaalt de huur en koopt een zak cement, waar hij blokken van maakt. Hij heeft er 10.000 nodig, dan kan hij zijn eigen huis bouwen. Tja we werden er stil van. En dit weten we allemaal, omdat ik Kunta voor zijn werk mij te begeleiden langs de autoriteiten en het gidsen naar Lamin Creek 20 euro had gegeven. Hij nam ze met tranen in de ogen in ontvangst. Ik hoefde hem helemaal niet te betalen, zei hij . Hij was er om anderen te helpen. Toen ik hoorde wat hij verdiende begreep ik zijn tranen, ik had hem bijna een derde maandsalaris gegeven. Ik was blij met zijn hulp. Hij was reuze blij met mijn gift. Enfin, we hebben hem de dagen in Banjul en omgeving vaak gesproken. Ik had een Gambia telefoonkaart gekocht, want anders kon hij mij natuurlijk niet bellen. Hij was echt een grote hulp. En zo gebeurde het dus dat wij nu ons eigen hulpprogramma hebben gestart. We, bemanning van Morning Glory gaan hem ca. 30 euro in de maand overmaken, onder de voorwaarde dat hij dan zijn zoon naar school stuurt en iedere maand een extra zak cement koopt om wat sneller een eigen huisje te kunnen bouwen. Zo werd Gambia een bijzondere ervaring.

Inmiddels hebben Piet Heijn en Klaas de plaats van Klaas van der Vloed ingenomen. Klaas is na 2 maanden aan boord te zijn geweest naar huis vertrokken na een reis van 24 uur met ik geloof 3 overstappen toch in NL aangekomen. Met medeneming van de motor van de stuurautomaat, want Piet Heijn had de nieuwe computer van de stuurautomaat meegenomen, die heb ik gemonteerd en…..toen haperde de motor, die in Marokko was gerepareerd. Na een flinke vloek en een zucht heb ik de motor nu voor de derde keer gedemonteerd en heeft Klaas die meegenomen naar NL. Wij varen dus zonder stuurautomaat maar met Arie. Wie weet beleef ik het toch nog een keertje. Mindelo, op het eiland Sao Vincente is voorzien van een haven met steigers. Het is modern, de stad leuk met kleurige gebouwen en kleurige mensen. Er wordt hier gebedeld, iets wat in het veel armere Banjul niet gebeurde. Het is ontzettend vervelend, het zijn meestal kleine kinderen en hele oude mensen. We geven niets.
We zijn nu met de laatste voorbereidingen bezig, inkopen doen enz. Een “netje” aan op zetten met anderen die ook naar Suriname gaan. Een “netje” is een afspraak om op een bepaald tijdstip op een bepaalde frequentie naar je Single Side Band (SSB) te luisteren en te praten met medezeilers. Handig, gezellig en soms nuttig. Er liggen hier zes Nederlandse schepen en een Belgische familie met 2 kinderen, die allemaal naar Suriname gaan. Gisteren gingen er al 2 weg, vandaag de Belgen en wij en later in de week gaan er nog 3 weg. En weten dat er nog een paar Nederlanders onderweg zijn naar hier om dan volgende week te gaan. Het is reuze grappig, soms kom je ergens en dan hoor je je naam uitgesproken door onbekenden. Ja we wisten al van Hannie en Henk dat je er aan kwam. Heb ik Hannie en Henk in Marokko ontmoet weken geleden. Ook hier is het weer een kleine wereld. Goed we gaan,

Tot een volgend blog over de oversteek uit vanuit Alkmaar of Domburg, want daar gaan we liggen. Paramaribo heeft geen havenfaciliteiten of ankerplaats voor jachten. Ik ben ben nieuwd. En Mattijn geen werk meer aannemen in mei hoor. Dan hoop ik je ab Morning Glory te zien.
Jet Key

Reacties

Reacties

Geef een reactie