Marion Bultman 1960

Ze was een late starter in de zeilsport, maar wist het toch tot de Olympische Spelen van 1988 (Korea) te brengen. En nu haar dochter zelf olympisch vaart kan ze heel goed de verschillen benoemen: “Het grootste verschil is de professionaliteit hoe de sport en de sporters worden aangepakt.”

“Ik heb nooit de drive gehad om naar de Olympische Spelen te gaan. Ik was wel competitief maar liet het niet zo merken. Vond het spelletje vooral leuk en als je dat snapt dat kan het ook heel sierlijk zijn. Het plezier stond voor mij voorop. We hadden een vakantiehuis in Friesland en daar heb ik leren zeilen, eerst in de Flits en daarna in de FJ.”

Met haar broer zeilde ze in de FJ. In eerste instantie gingen ze niet eens naar wedstrijden, maar toen ze dat wel deden werden ze bij het WK van 1986 kampioen.

Na de FJ stapte Marion over naar de 470. Ze werd gevraagd door Henny Vegter om een weekje mee te varen en dat pakte goed uit. Ze werden geselecteerd voor de Olympische Spelen van 1988 in Korea, dat was de eerste keer dat er een aparte damesklasse werd ingedeeld bij het olympische zeilen. Samen met Henny Vegter zeilde zij naar de 13de plek en de finale wedstrijd staat haar nog helder voor de geest.

“De laatste wedstrijd werd gehouden terwijl er gewaarschuwd was voor een typhoon (storm) maar ze lieten die wel doorgaan.” Terugkijkend vindt ze het nog steeds opmerkelijk dat die wedstrijden niet afgelast werden.

“De wedstrijden gingen daarom door met keiharde wind, met een forse stroom tegen, waardoor enorme golfen ontstonden en we voor de wind liggend moesten starten, dit in combinatie met de korte kruisrakken zorgde dat je soms terug werd gezet bij de boei. Dat had in mijn optiek weinig met wedstrijdzeilen te maken. Eigenlijk hadden die wedstrijden niet door mogen gaan. De wind, de stroming, de hoge golven waardoor je alleen op de toppen nog kon zien hoe je moest varen. Ik heb er later nog nachtmerries van gehad. Het was waanzin.”

Omdat haar dochter (Annette Duetz) nu zelf olympisch zeilt kan ze goed de verschillen tussen toen en nu benoemen. “Het is nu vooral professioneler, compacter en spannender. Wij werkten en gingen in het weekend trainen. Voor de huidige generaties olympische zeilers is het een baan. Zij moeten er van leven, ze werken door de weeks en zijn het weekend vrij. De begeleiding is ook professioneler, de voeding, mentaal, met meer en verschillende trainers, de zeilers zijn meer afgeschermd van de buitenwereld. Vooral tijdens de Olympische Spelen, dan moet je je mobieltje inleveren. Wij zeilden lange wedstrijden, zonder publiek. Nu duurt een wedstrijd 20 minuten en proberen ze het in het zicht van publiek te houden.”

Of die ontwikkelingen beter zijn voor de zeilers en het publiek? “Het is in ieder geval spannender geworden voor de zeilers. Het komt er nu veel meer op aan, om in korte tijd top te presteren. Voor het grote publiek is het denk nog niet echt spannend, te ver weg. Met trackers en een groot scherm zou dat veel beter zijn.”

Na de Olympische Spelen van 1988 heeft Marion niet meer serieus wedstrijd gezeild. Tegenwoordig zeilt ze nog wel met haar man de wekelijkse woensdagavondcompetitie in hun J22.

Wekelijks verschijnt er een mini-biografie op Zeilhelden over een Nederlandse of Vlaamse zeiler m/v die iets bijzonders heeft gepresteerd. Als je denkt dat je naam hebt die in deze galerij niet mag ontbreken stuur dan een mailtje naar redactie@zeilhelden.nl

Reacties

Reacties