Lola op Zee: Regenkoffie

‘Also!’, zegt Hajot in de baai van Antigua. ‘I have collected rrrainwater. And I will make rrrain-coffee for you!’ Het is niet altijd eenvoudig vast te stellen of onze Zwitserse vriend meent wat hij zegt, maar dit keer is er geen misverstand mogelijk. We drinken op zijn boot de zuiverste koffie ooit, gefilterd in een halve kokosnoot.

Een half jaar geleden hebben we Hajot en Maja ontmoet, op het Canarische eiland La Palma. De maanden erna kwamen we elkaar op gezette tijden weer tegen en groeide de vriendschap. Maja, die fysiotherapeute is, hielp Renske van haar pijnlijke schouder af.

Nu, een paar duizend mijl verderop in Marigot Bay Sint Maarten, liggen we weer midden in een drijvend dorp van  vrienden en bekenden. De Anori van onze Zwitserse vrienden ligt naast ons. Voor het gemak wordt iedereen hier bij zijn bootnaam genoemd: ‘hé, de Lola is er ook!’ Om ons heen de Ia Orana, de Xenia, de Hera, de Zouterik en de Morgaine – Zwitsers, Zweden en Hollanders met en zonder kinderen. Renske vaart ’s ochtends met de dinghy naar een buurboot voor een praatje, wat vaak uitmondt in een gezamenlijk diner dezelfde dag.

De Morgaine van Guido speelt een belangrijke rol in onze micro gemeenschap. Guido, die ik al in Scheveningen op de steiger tegenkwam en met wie we veel zijn opgetrokken, is een Hagenaar van 36 die in is voor avontuur. Hij vaart zijn prachtige boot, een klassiek Amerikaans ontwerp gebouwd door zijn vader Fred, alleen of met opstappers. Een paar weken geleden besloot hij zich in te schrijven voor de beroemde Classic Regatta in Antigua. Het kostte maar 240 dollar, het is vast leuk, dus waarom niet? Het zeilersdorp paste de reisplannen aan, trainingsdagen werden gepland en voor we het wisten waren we met zijn achten bemanning aan boord van Morgaine en voeren we scherp op tijd over de startlijn voor de eerste wedstrijd. Ronald van de Ia Orana, de enige onder ons met veel wedstrijdervaring, is de man met overzicht, aan de helmstok. Als hij ‘overstag jongens’ roept, moet ik zo snel mogelijk mijn plek in de overvolle kuip bevechten, als een razende de kluiverschoot binnenhalen, die vervolgens een, twee, drie keer om de lier zien te jassen zonder mijn vingers te verliezen, waarna ex Nederlands judokampioen Jurgen met ontzagwekkend geweld de lier snaarstrak aandraait. ‘Oké jongens, mooie manoeuvre.’ Dank je, Ronald. Bij twintig knopen wind gaat de spinaker omhoog en scheuren over een voordewinds rak naar de finish, waar we helaas net geen derde plaats halen, maar waar we wel gelukzalig zuchtend in een broodje van Renske kunnen happen. Bekaf en heel tevreden.

Omdat uitstel niet langer verantwoord is, gaan we nog even naar kapsalon ‘l’Atelier’ in Sint Maarten. De jonge kapster blijkt een liefhebber van de heggenschaar methode en knipt mijn haar ongeveer zo kort als in de eerste klas lagere school. Zelfde model ook. Renske lacht de hele dag om me zonder dat ik er iets voor hoef te doen. ‘Nee schat, echt heel leuk hoor, haha.’ Mooi meegenomen als we straks drie weken op de oceaan zitten.

Dagelijks snorkel ik onder de boot om de romp vrij van aangroei te houden en maakt Renske lange lijsten van alles wat we nodig hebben. We slepen met waterflessen en boodschappen, ik schroef extra handgrepen vast bij de kajuitingang, we ruimen bakskisten op en vullen elke beschikbare jerrycan met diesel. We hebben veel drinkwater en diesel nodig; tijdens de lange tocht naar de Azoren krijgen we vast en zeker ook met windstilte te maken. Mogelijk doen we na 800 mijl Bermuda aan om bij te tanken, maar als de wind gunstig is en de humeuren goed genoeg kan het ook zijn dat we in een keer van Sint Maarten naar de Azoren varen. Dat zou de langste tocht van de reis worden, 2400 mijl, zeker drie weken op zee.

Drie maanden waren we in het Caribisch gebied, waar de clichés kloppen. Je vindt mooie ankerbaaien met witte strandjes, je kunt eindeloos rumpunch drinken en een zwoele wind vult elke dag je zeilen. Maar er is ook schrijnende armoede. Achter het witte strand van Barbuda hoor je de hamers van werklui die proberen de schade van orkaan Irma (2017) te herstellen. Internationale hulporganisaties zijn er neergestreken, maar een groot deel van de huizen is nog altijd een bouwval, meubels staan in de open lucht. Het luxe resort heeft geen dak meer, toeristen blijven weg. Bootsman Guinness, die ons naar het plaatsje Codrington brengt, heeft geen goed woord over voor premier Browne van Antigua & Barbuda, die zijn eiland volgens hem laat vallen als een baksteen.

Het is tijd om weer te gaan, de laatste drie maanden van onze reis zijn aangebroken. Via de Azoren en Zuid Engeland varen we voor het eerst weer in de richting van onze kinderen, familie en vrienden. Dat voelt goed. We laten nog weten wanneer we vertrekken.

Pieter Jan Hagens op Lola op Zee

Reacties

Reacties