Hondenwacht 24 – Grote ergernis

foto: Peter Veen

Waggel, dreun, kraak, bonk, waggel, dreun, klap, kraak, bonk, kraak, piep, bonk. Het lijkt of er een enorme reus aan de boot staat te schudden. Ik haat dit gezwabber en het geluid dat erbij hoort. Het bonken van de roeren in hun sponningen, rammelende kastjes, licht gorgelen van water achter de boot dat klinkt of je in bad zit en met je hand water schept en weer laat lopen, soms een dreun of we een walvis raken, en dat alles in een min of meer vast ritme. Waggel, dreun, kraak, bonk, waggel, dreun, klap, bonk, kraak, piep, bonk

Over een uur begint mijn wacht, dus ik slaap. Sliep. De boot rolt heen en weer zodat alles wat los en vast zit rammelt en de zeilen knallen. Voor de tweede achtereenvolgende dag is er geen wind. Ik kijk uit het raam en zie op de horizon een strook wolken die tot in de hemel reiken. Daar stormt het, hier is het windstil. Ik erger me en maak me ongerust. Vragen en irritaties rollen door mijn hoofd. Want waarom zijn de zeilen niet gestreken zodat ik slapen kan. Waarom hebben we geen weerbericht zodat we dit soort windstiltes kunnen omzeilen. Waarom staat er geen motor bij om toch wat mijlen te maken en zo snel mogelijk dit beruchte water over te steken. Wat als die storm van koers verandert en ons toch te grazen neemt?

Zinloze vragen, waarop ik ieder antwoord weet. Ik draai me om en ga weer liggen, maar de vragen laten zich niet sussen. Ze zeuren door, ze willen antwoord en als er geen antwoord is, willen ze gezegd worden en als ze niet gezegd kunnen worden, zeg dan in godsnaam iets anders, maar zeg iets. Alsof de schipper er iets aan doen kan, nee, die zit zelf ook te balen. Niks mee te maken, de irritatie moet eruit. Nee. Ik ga weer liggen. En zit weer rechtop.

‘Wel gek dat wij hier ronddobberen, midden op deze gevaarlijke zee die je volgens iedereen zo snel mogelijk moet oversteken.’
Tien seconden blijft het stil. Hij schraapt zijn keel.
‘Ga toch slapen, over een uur begint je wacht.’
Even wil ik iets terugzeggen, maar elke reactie is verkeerd. Ik slik, hou mijn mond en ga weer liggen. Net als ik de wacht overneem, steekt uit het niets de wind op. De boot komt in beweging en met zes knoop klieven we door het water. De koers iets ruimer dan gepland, maar ik laat het gaan. Vroeg of of laat draait de wind vanzelf de goede kant op.

Peter Veen

(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)

Reacties

Reacties