Ralph Tuijn roeit voor de vijfde keer oceaan over.
Op 16 december vertrekt oceaanroeier Ralph Tuijn voor zijn vijfde oceaanoversteek. Hij zal met zijn roeiboot “Algea” (Spirits of pain and suffering) de Atlantische Oceaan solo en op eigen kracht oversteken.
De monstertocht begint vanuit Ferragudo in het zuiden van Portugal en zal een kleine twee maanden later eindigen op het Zuid-Amerikaanse vaste land van Cayenne in Frans-Guyana. Met deze oceaanoversteek hoopt Tuijn het huidige solowereldrecord, dat op 96 dagen staat, met ruim een maand te verbreken.
Bij de oversteek hanteert Tuijn een zwaar roeiregime, waarbij dag en nacht geroeid wordt en vier uur roeien afgewisseld wordt met twee uur rust. Zo roeit hij dagelijks ongeveer 16 uur.
Negenmaal kapseisde hij als gevolg van stormen en 10 meter hoge golven
De expeditie is niet zonder gevaren. Op eerdere expedities over de oceanen werd Tuijn al aangevallen door haaien. Ook zat hij dagenlang in onweersstormen. Hij moest overleven op regenwater en een vrachtschip voer bijna over hem heen.
Negenmaal kapseisde hij als gevolg van stormen en 10 meter hoge golven. Zijn ledematen raakten geïnfecteerd en hij kreeg daardoor bloedvergiftiging. Bij een vorige oversteek wist hij op het nippertje te ontsnappen aan een orkaan met windsnelheden tot 275 kilometer per uur.
Destijds sloeg hij na maanden roeien op de Grote Oceaan om en leed schipbreuk op een klein eiland met slechts een handvol Polynesische bewoners. Zij gaven hem onderdak en hielpen hem zijn boot te herbouwen zodat hij na twee maanden zijn tocht kon vervolgen.
Op de Indische Oceaan werd de roeier in een storm tweemaal overvaren door een tanker
Op de Indische Oceaan werd de roeier in een storm tweemaal overvaren door een tanker. In vijf meter hoge golven moest hij zich zonder reddingsvest ruim acht uur drijvende houden waarna hij onderkoeld werd gered.
Ondanks al deze tegenslagen kijkt Tuijn er naar uit om de vijfde oceaan ook over te roeien. Tuijn vertrekt half december vanuit Portugal en zal 50 à 55 dagen later en bijna 6.000 kilometer verder begin februari op het Amerikaanse continent voet aan land zetten.