Hoezo rust?

hoezo rust

Wij voeren de afgelopen zomer veel op het Markermeer. Het is warm en we besluiten voor anker te gaan. De wind is noordoost kracht 3 a 4 en wat is er dan een veiliger plek om achter het anker de nacht door te brengen dan achter de dijk op de Gouwzee? Onze vrienden met hun 55 voets Koopmans liggen ook in onze haven en zijn vandaag hun nieuwe zeilen aan het testen. Ze gaan binnenkort aan een wereldreis beginnen en minutieus wordt alles aan boord hiervoor in orde gemaakt. De telefoon gaat: ‘Zouden jullie het gezellig vinden om samen te ankeren, te barbecueën en de nacht door te brengen?’

‘Tuurlijk… daar zijn we altijd voor in! We gaan wel vlak bij de vaargeul liggen, daar staat net genoeg water voor jullie schip!’

Even later komt de flinke Koopmans met haar 21 meter hoge mast langszij de Meander V.

Wij hebben ook een hekanker uitgegooid om zo rustig met de kuip op het zuiden te kunnen blijven liggen.

‘Wat doet de wind vannacht?’ vraagt onze vriend.

‘Ach… noordoost 3 tot 4. Lekker rustig toch?’ antwoord ik laconiek.

We nemen een wijntje en storten ons op een heerlijke maaltijd op ‘Costa Del Achterdek’ van de Meander V. Dan is het zomaar donker en we gaan de nacht in, want morgen gaan we gezamenlijk naar Sail Amsterdam.

Het is rond middernacht als ik wakker word van enorme dreunen en ga er uit. De wind is naar de oost gedraaid en venijnige golfjes beuken over de volle breedte onder tegen de spray van de Meander V. Het klinkt alsof er boomstammen in het gangboord gesmeten worden. Ook de buurman loopt schaars gekleed onrustig over het dek om de lijnen te inspecteren, want het zware zeilschip rukt er flink aan.

‘Sodeju… wat is het gaan waaien zeg! Dat hadden ze niet opgegeven!’ mopper ik! ‘ Ons lullige hekankertje houdt nog wel, maar niet lang meer vrees ik…!’

We besluiten los te maken opdat onze buren op hun eigen anker de nacht door kunnen brengen. Wij brengen het hekanker met een lange lijn naar voren en dan houdt het gebeuk op.

‘Rust!’ mompel ik tegen Inge die in diepe slaap is.

Een uurtje later hoor ik een harde discodreun vlakbij en stuiter wederom geschrokken mijn bed uit. De veerboot ‘Jan Smit’ uit Volendam vaart met een feestende menigte zo dicht achter ons langs dat ik wederom mijn positie controleer omdat ik vrees middenin de vaargeul te liggen. Niets is minder waar, want we liggen nog ruim erbuiten. ‘Idioot!’ foeter ik en ga voor de zoveelste keer te kooi. Daar kan ik de slaap niet meer vatten en besluit ankerop te gaan naar ligplaats in de haven.

De volgende morgen treffen enigszins duf van de onrustige nacht onze zeilvrienden om samen af te reizen naar Sail Amsterdam. Ze zien er niet echt uitgeslapen uit…

‘Nou… jullie hebben je zaakjes zeker goed voor elkaar!’ lacht ik schamel.

Dus niet… Ook zij hadden midden in de nacht het anker opgehaald omdat het nieuwe grootzeil eigenhandig naar boven was geklommen en niet meer terug in de giek wilde. Ze zijn open en dieper water op gevaren en hebben in het aardedonker met harde wind keer op keer het zeil naar boven en beneden gehesen om het weer in de giek te krijgen. Juist op het moment dat na uren ploeteren de beslissing kwam om met een mes het onwillige fonkelnieuwe grootzeil te lijf te gaan, schoot het naar binnen…

Pfff… ben blij dat ik geen wereldreis hoef te maken! Dit was al avontuur genoeg…

De les is:

  • Niet klakkeloos het weer op het nieuws van de radiozender geloven. Zelf kijken op de beschikbare sites wat de wind gaat doen.
  • Samen ankeren is gezellig, maar lang niet altijd ideaal. De krachten vermenigvuldigen    zich op één anker. Het is zelden dat de krachten ook echt door twee ankers opgevangen worden.
  • Oefen veelvuldig bij het wisselen van nieuwe zeilen bij rustig weer in een beschutte omgeving met het binnenhalen en reven. Juist in slechtere omstandigheden komt er een belemmerende factor bij.

Evert Stel

Reacties

Reacties