Sija at Sea-blog: ‘Zij zijn mijn familie’
Er staat 40 knopen wind, we gaan tegen de 10 knopen en we dragen tuigjes aan dek. Vertelt de wacht van 5 tot 9 ons tijdens de wachtovername. We staan allemaal in ons zeilpak, klaar voor de komende vier uur. Twee keer deze reis hebben we zulke wind gehad: op weg naar San Blas en nu tegen het einde van de reis na de Azoren.
Terwijl ik geniet van het schip dat zich met volle zeilen door de golven gooit (en het feit dat ik mijn zeilbroek weer aan moet), denk ik terug aan de reis die we achter de rug hebben. Het zeilen geeft me een soort rust waardoor ik daar over na kan denken. Het was een lange tijd dus het is moeilijk om alles te beschrijven maar het mooiste waren Dominica en San Blas, het gaafste de indianen en het leukste, Cuba.
Dominica, tweede eiland na de oversteek en hier lopen we door een groen oerwoud vol geluiden en geuren, op weg naar de Boiling Lakes. San Blas, de mooiste paradijselijkste plek die ik deze reis heb gezien. Indianen, een klein dorp waar we een week bij verschillende gezinnen intrekken. Het leven hier is simpel maar houdt je bezig: eten vangen (krokodillen, vis of kip), opruimen, kinderen verzorgen en eten koken. Voor als je het mocht willen vragen: Nee, de indianen waren niet naakt. Cuba, een superinteressant en goedkoop eiland. Hier reizen we rond me een groepje. We rijden paard, ontmoeten allerlei mensen en liften erop los.
Tijdens het varen is iedereen altijd bezig: met school, zeilen, slapen, lezen, schrijven of keukendienst. Om de dag hadden we school en de andere dag wacht. Op mijn wachtdag was ik meestal aan het slapen, het doet er dan niet echt toe waar, ik heb ook geleerd tijdens deze reis om gewoon te slapen wanneer dat kan, waar je dan ook bent. Tijdens school doe je gewoon zelfstudie, een soort huiswerk maar dan een half jaar lang.
Op de Azoren zijn we aangekomen met mij als kapitein. Want vier keer deze reis hadden we een scheepsovername van 300 mijl. Iedereen solliciteert op een functie en dan kan je aangenomen worden. Dit is denk ik de periode waarin ik het snelste ben verandert. En dan, als je kapitein bent, krijg je eigenlijk pas echt door wat er op een schip gebeurt. Om half zes word ik wakker gemaakt: Sija, het duurt nog ongeveer een half uur tot de scheepsovername, kan je naar de stuurhut komen? Ik sta op, bang voor wat er komen gaat en loop vijf minuten later de stuurhut in. Gelukkig, het schip zinkt niet meteen zodra we op de 300 mijl voor de Azoren zitten. Als het licht is loopt ook Martin de stuurhut in. Weet je al hoeveel WC-rollen er nog zijn? Oh ja, dat is ook mijn taak. Ik moet me echt met alles bezig houden want voor het zeilen hebben we gewoon een stuurman. In de salon kijk ik vanaf de deur naar de zeilen en wat er daarbinnen gebeurt, allemaal tegelijk. Niet vergeten te slapen he Sija? Maar ik kan gewoon niet rustig in mijn bed liggen. Na de 300 mijl ben ik blij dat het klaar is en we gewoon aan de kade liggen want dit was zwaar maar wel heel gaaf.
Nou, ik ben dus Sija, wie dat is, weet ik nu wel en ik ben mee geweest met School at Sea. Nooit gedacht dat ik dat ooit zou moeten zeggen, maar ja dus, ik ben mee geweest. Tijdens deze reis heb ik geleerd mijn hersens te gebruiken. Grijze massa aan. Nou, die staat aan en die gaat nooit meer uit.
Ook al ben ik nu dan thuis, ik weet dat ik nu 40 andere mensen ken (leerlingen en crew) die altijd voor me klaar zullen staan of we dan op een boot zijn of niet. Ze zijn mijn familie.
Sija