Rhapsody-blog: Geknapte achterstag
“Kleng!” Een fel knappend geluid in de kuip. John draait verbaasd zijn hoofd om. “De achterstag,” schreeuw ik. “We verliezen de mast!” Ik gil het eruit. In mijn ooghoek zie ik de achterstag naar de lage kant vliegen als een staart aan een grote vlieger. Losse onderdelen om me heen. Een paar minuten geleden zaten ze nog tussen de SSBkabel en de achterstag. Mijn hart klopt in mijn keel. “Stuur in de wind!”beveelt John kort en duidelijk. Ook hij ziet de achterstag slingeren naast de boot. Onmiddellijk doe ik wat me gezegd wordt. Tegelijkertijd start John de motor en trekt het grootzeil strakker aan. “Het zeil zal de mast vasthouden.” Er volgt geen gekraak. Geen brekende mast. Niets. Alles blijft zoals het is.
Rhapsody zeilt ondanks haar lamme poot stuurs verder. Ik koers zo hoog mogelijk. Zo hoog dat de genua nog net niet overstag wil. Ga ik te ver in de wind zal het voorzeil als een wilde tekeer gaan en naar de ander kant willen. En dat is juist wat ik absoluut niet wil. Op de pompende bewegingen na in de golven houd ik de boot zo het stilst. Af en toe kijk ik om hoe het John vergaat. Gelukkig heeft hij de achterstag snel te pakken. “Een lijn,” denk ik, “John heeft een lijn nodig.” Er ligt er een voor het grijpen. Niet de handigste want er zit een drijfbal aan die door het zwiepen van de achterstag overal achter blijft hangen. John komt een paar handen tekort maar ik kan de mijne niet missen. Ik kijk weer naar voren en stuur weer bij. John gebruikt een paar flinke krachttermen en krijgt het voor elkaar om de lijn èn aan de stag èn om de kikker te krijgen. De stag zit vast. Het kan ons geen nieuwe klap meer uitdelen. “De genua moet binnen gehaald worden,”schreeuwt John. In plaats daarvan maakt John de kraanlijn los. Deze slaat hij om de kikker aan bakboordzijde. De adrenaline heeft plaatsgemaakt voor zijn tegenhanger. In plaats van super alert ben ik super geconcentreerd. Bijna als verdoofd. Mijn enige opdracht is doelgericht en beheerst sturen. Kalm blijven gaat wonderbaarlijk vanzelf. Geen moment van paniek. John probeert de genua in te rollen maar het gaat te zwaar. Ik probeer daarna maar met 1 hand lukt het natuurlijk niet. Ik voorkom wel dat de genua verder uit zou rollen. John rommelt wat, zet de lijn om de lier en hengelt het voorzeil naar binnen.
Nu die spanning eraf is, zie ik de voorstagen voor mijn ogen zwabberen.
Het is nog niet gedaan. Wat ben ik blij met onze zware verstaging bij de mast. Rhapsody laat zien dat ze nog niet verslagen is. John maakt de val van het grootzeil een stukje los om de kraanlijn op de lier bij de mast steviger vast te kunnen zetten. Die lijn is van oersterk dyneema. Sterker dan staal. John heeft dit materiaal voor ons vertrek speciaal gekozen voor noodgevallen. En dit is zeker wat je noemt een noodgeval. Het zwieren en zwabberen vermindert ogenblikkelijk bij elke draai die John aan de lier geeft. Het gevaar van verliezen van de mast is geweken. “Alleen het grootzeil nog.” John geeft nu Bert, ons stuur(auto)maatje, de opdracht om het van mij over te nemen. “Hou de giek aan de lage kant.” We verwachten dat de giek zonder kraanlijn op het dek zal vallen als het zeil gestreken wordt. Ik duw de giek naar buiten zodat het niet op de buiskap valt. Rustig strijken we het zeil. Verbaasd zie ik dat de giek op zijn plaats blijft hangen. Pas ‘s nachts in bed snappen we waarom. De lazy jacks die het zeil op vangen, heeft de giek op zijn plaats gehouden. John maakt de val van het grootzeil los. Gauw pak ik de val van hem over en bevestig het harpje aan de achter kant van de giek. John slaat de andere kant van de val om de kikker op de mast. Dit houdt de giek op zijn plaats. Tegen het heen en weer zwiepen van de giek fixeer ik zet deze met een extra lijn naar de zijkant zoals we altijd doen. Het naderende onheil hebben we afgewend. “Nu ga ik eerst naar de wc!”roept John en vliegt naar binnen. Al die tijd heeft John met geknepen billen gehandeld. Omdat we eerder al zo schuin gingen, had hij het wc bezoek uitgesteld. Nu kan hij het echt niet meer ophouden. “Stuur maar naar Airlie beach!” hoor ik hem benepen roepen. Ik stuur een paar graden op.
Nu de koers veranderd is, krijgt de wind vat op het grootzeil. Vrolijk wappert het opzij. Met een bandje loop ik voorzichtig naar voren om het zeil te beteugelen. Het dek is nat, glibberig en onstabiel. Het valt niet mee om me staande te houden. John zet later het tweede bandje. De rust is terug. We bekijken de spanner,de zwakke schakel. Het is volledig afgebroken als een rotte kies.
Opgelucht halen we adem. “We hebben het gered. We hebben de mast nog.”
Ada van der Vis
Jaren geleden vond Ada van der Vis, ooit een zeilheld op sokken, de Hollandse plassen al spannend en getijdenwater een hele uitdaging. Zij zeilt nu met John Gijzenij de wereldzeeën over. Verzeild tussen ongerepte atollen en afgelegen eilanden op zoek naar verreikende verrijkende avonturen. Je kunt haar volgen via haar blog sy-rhapsody.nl