Wat je móet weten over skûtsjesilen (in 9 vragen en antwoorden)
Over iets minder dan een maand (19 t/m 26 augustus) wordt het IFKS skûtsjesilen (Iepenbiere Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen) gevaren. Janne Herrema vaart zelf mee op de skûtsje Hoop en Vertrouwen en legt uit wat je zeker móet weten over het skûtsjesilen. En komende weken mag je van haar ook een aantal portretten verwachten van skûtsjes en schippers.
Wat is skûtsjesilen?
In zijn simpelste zin is skûtsjesilen het zeilen met skûtsjes; typisch Friese tjalken. Dit wordt tegenwoordig vooral op recreatieve of sportieve manier gedaan. Het bekendst is het skûtsjesilen geworden door de competities die jaarlijks worden gevaren op de Friese meren tijdens de zomervakantie.
Hoe ziet een skûtsje eruit?
Een skûtsje is een stalen tjalk van ca 12 tot 20 meter lang en 3 tot 4 meter breed. Een skûtsje moet gebouwd zijn in Fryslân. De meeste originele skûtsjes hebben een lage roef die bijna overgaat in de luikenkap, dus stahoogte zul je bij de meesten niet vinden. Skûtsjes zijn meestal in traditioneel bruin, crème of groen geschilderd. Voor de skûtsjes die meedoen aan de traditionele competities geldt een streng originaliteitsreglement, met regels over materiaal, kleur, afmetingen en verhoudingen.
Wat was de originele rol van het skûtsje?
Skûtsjes werden oorspronkelijk gebouwd voor vrachtvaart onder zeil in de Noord-Nederlandse binnenwateren. Ze vervoerden vracht zoals terpaarde, mest en turf, en hadden een laadvermogen tot wel 55 ton. Voor het varen in de ondiepe vaarten in en rondom Friesland waren deze platbodems heel geschikt.
Hoe zijn de wedstrijden skûtsjesilen ontstaan?
In perioden dat er weinig werk was, zoals de zomer, werden vaak wedstrijden georganiseerd. De schipper zette het hele meubilair aan wal, want bij deze wedstrijden viel vaak wel wat geld te verdienen. Toen in de jaren 20 van de vorige eeuw vrachtwagens en schepen met motoren de rol van skûtsjes overnamen, raakte het zeilen een tijdje buiten gebruik. Maar door het tekort aan brandstof in de Tweede Wereldoorlog werden skûtsjes weer meer gebruikt, en vanaf 1945 zetten een paar enthousiastelingen de SKS op en brengen de jaarlijkse zeilcompetities ook weer terug in het Friese landschap.
Wat is het verschil tussen de SKS en de IFKS?
De SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen – centrale commissie skûtsjesilen) is de eerste overkoepelende organisatie voor wedstrijden met skûtsjes. Hieraan mogen vanouds maar 14 schepen aan meedoen, allemaal van oorsprong voortkomend uit een bepaalde dorp/stad en een bepaalde familie. In de SKS moet iemand die schipper wil worden “in rechte lijn afstammen van een Fries die hoofdzakelijk in Friesland onder zeil zijn brood heeft verdiend met een vrachtschip in tenminste 10 jaar van de vorige eeuw” (SKS reglementen). Deze competitie duurt twee weken en heeft de meeste zichtbaarheid in de Friese/nationale media: tegenwoordig is het skûtsjejournaal dagelijks te volgen bij Omroep Max.
De IFKS (Iepenbiere Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen) is ontstaan in de jaren 70 toen de SKS besloot het aantal deelnemers te beperken tot 14 . Bij de IFKS mag iedereen die een door de IFKS goedgekeurd schip heeft, onder de voorwaarden van de IFKS lid worden van en meedoen aan de IFKS. Ondertussen is deze competitie gegroeid tot zo’n 60 schepen, onderverdeeld in vier klassen: de grote A-, B- en C-klasse, en de kleine A-klasse (voor schepen tot 17.10 meter). De IFKS wordt de week na de SKS gehouden.
Wat zijn de regels?
Per dag wordt per klasse gedurende een uur een vooraf bepaalde wedstrijdbaan gevaren. Er gelden dezelfde regels als bij andere soorten baanwedstrijden. Wie als eerste finisht krijgt 0.9 punten, dan 2 punten, dan 3 punten enzovoort. Iedere dag wordt de dagzege uitgereikt. Wie aan het einde van de competitie de minste punten heeft (je mag de slechtste uitslag aftrekken), wordt kampioen. Protesten worden na de wedstrijd afgehandeld door de jury.
Hoe ziet de aanloop naar de IFKS eruit?
In het voorseizoen worden meerdere andere wedstrijden georganiseerd door lokale verenigingen. Het watersportseizoen wordt geopend eind april in Langweer, eind mei wordt ieder jaar Lemmer Ahoy georganiseerd (waaraan SKS- én IFKS-skûtsjes meedoen) en eind juni de Slach om Heech. Daarnaast zijn er nog andere kleinere wedstrijden zoals de Tûke Joekie Bokaal. Veel teams gebruiken deze wedstrijden als gelegenheid om te oefenen voor de IFKS.
Hoe ziet de IFKS week eruit?
Za 19 augustus 2023 | Hindeloopen |
Zo 20 augustus 2023 | Stavoren |
Ma 21 augustus 2023 | Heeg |
Di 22 augustus 2023 | Sloten |
Wo 23 augustus 2023 | Rustdag of inhaalwedstrijd(en) bij Echtenerbrug |
Do 24 augustus 2023 | Echtenerbrug |
Vr 25 augustus 2023 | Lemmer |
Zo 26 augustus 2023 | Lemmer (finale) |
Iedere dag worden de schepen en volgschepen na de wedstrijd overgevaren naar de volgende wedstrijdlocatie. Aan het eind van iedere dag is een prijsuitreiking en daarna (meestal) feest.
Wat betekent het skûtsjesilen voor de Friese cultuur?
Skûtsjesilen is een typisch Friese sport op typisch Friese schepen: Friezen zijn een trots volk, en deze jaarlijkse evenementen zijn een soort carnaval voor velen van ons. Ieder is fan van een ander schip, vaak doordat familieleden/vrienden erop varen. Een meer vol van deze grote schepen is een prachtig zicht, en de feesten die op iedere locatie worden georganiseerd na afloop zijn nog meer reden om erop af te komen. Hoewel er genoeg schepen met niet-Friese bemanning aan de IFKS meedoen, is toch Fries de spreektaal en het lied Skûtsjesilen van de Bounty Hunters zingt ieder mee.
Janne Herrema