Pieter de Gier 1933 -2016

Leenie en Pieter de Gier hebben bij elkaar 20 jaar over de wereldzeeën gezworven met hun  Gierzwaluw. Hun tochten zijn goed gedocumenteerd omdat zij trouw voor het jaarboek van de Kustzeilers een verslag schrijven over hun ervaringen en tegenslagen.

Over de eerste tocht onder de kustzeilerswimpel in 1979 (Den Helder-Azoren in zes weken) staat in het jaarboek een kort verslag, waaruit opgemaakt kan worden dat er aan het schip nog het één en ander te verbeteren valt. Over de zelfstuurapparatuur wordt vermeld dat die het vaak “niet bijbeent”; in de winter halen ze daarom een deel van de scheg af en wordt  het roer onder de scheg uitgevoerd als een balansroer.

De navigatie wordt gedaan met kompas en sleeplog en een radiorichtingzoeker. Als ze buiten het bereik van de kuststations zijn, wordt genavigeerd met het sextant. “’s Morgens om negen uur pak ik het sextant en mijn vrouw het boekje van Mary Blewit, de tafel en de almanak. Om één uur staat de eerste positielijn op de kaart;  zo is de arbeidsverdeling altijd gebleven; ik doe de waarnemingen, mijn vrouw werkt ze uit”.

Het schip “Gierzwaluw”, een houten masttopsloep, is in de jaren 1970- 77 door het echtpaar, eigenhandig, in een loods bij hun huis, gebouwd. Voor het bouwmateriaal is destijds Honduras mahonie aan de stam ingevoerd. Het ontwerp is van E.G.van de Stadt. de afmetingen: loa 12.39 m., lwl 10m., br 3.30m., en diepgang 2.05m. De Ringvaart van de Schermer is voor “Gierzwaluw” te ondiep, daarom is het schip zonder kiel te water gelaten en vervolgens naar Zaandam gesleept, waar de kiel bij de werf van Van de Stadt is geplaatst.

In 1981 zeilt “Gierzwaluw” via Portugal en Spanje en de Canarische eilanden naar Suriname, waar ze een jaar blijven om “het land en de bevolking beter te leren kennen” alvorens verder te zeilen. “In 1982 liggen we bij Fort Zeelandia voor anker en maken we de Coup Rambocus en de Decembermoorden mee met veel geschiet. We worden door het leger vriendelijk verzocht uit hun schootsveld te gaan”.

Leenie en Pieter nemen tijdens hun omzwervingen altijd uitgebreid de tijd om landen te bezoeken waar zelden of nooit een buitenlands jacht komt en leggen intensieve contacten met de locale bevolking.

In 1983 gaat het verder langs de beneden- en bovenwindse eilanden en Jamaica naar de Cayman-eilanden. In de jaren daarna zeilen ze langs de Mexicaanse kust naar Florida waar het schip voor een onderhoudsbeurt op het droge gaat. Later gaat het  weer noordwaarts via New Port, Nantucket, Cape Cod naar Boston tot aan de Canadese grens en vanwege de kou terug naar Boston. Daar wordt zee gekozen naar de Azoren. Onderweg krijgen ze drie stormen van 8 Bft tot 10 a 11 Bft over zich heen. Er gaat daarbij het één en ander stuk : de vaan van de zelfstuur, de grootschootbeugel, een blok van de smeerreep en er scheuren 2 reven uit het grootzeil; ”gelukkig bleef het daarna redelijk rustig”. Na 21 dagen loopt “Gierzwaluw” Horta binnen.  Ze overwinteren in de Algarve, “wat op een boot een koude bedoening is”.

Via de Engelse zuidkust  gaat het terug naar Nederland om in 1988 weer te vertrekken naar de Canarische eilanden. In 1989 gaat het langs de West Afrikaanse kust  en Kaap Verden naar Gambia. Het aanlopen van The Gambia is lastig door het ontbreken van een radiobaken en omdat er door het Saharastof geen zonnetje geschoten kan worden, maar de rivier is de moeite waard: “Het is een belevenis om nijlpaarden rond de boot te hebben en ’s nachts zijn ze bepaald luidruchtig”.

Het verslag beschrijft de problemen met het kruisen voor deze kust aan lagerwal en de moeilijkheden die men tegenkomt in ontwikkelingslanden als versleten of defecte onderdelen van motor en tuigage moeten worden vervangen. Bovendien is het in die streken door de armoede weinig veilig. ‘s Nacht moeten ze een keer “met geweld het dek van indringers zuiveren: een groot kaliber seinpistool doet wonderen”.

In 1990 wordt overgestoken naar Recife in Brazilie; de overtocht vraagt 14 dagen. Ze varen “kustzeilend langs de Braziliaanse kust naar het zuiden. In Rio worden ze op klaarlichte dag door een stel jongens besprongen en beroofd, terwijl de omstanders “een veilige afstand” bewaren. Ze bevaren de Lagoa dos Patos, een zoetwatermeer van 130 mijl lang en 30mijl breed, daar genoemd “una pannela de leite fervente”, oftewel een pan kokende melk, omdat het water er melkachtig wit is door de schuimkoppen; daar “gaat voor het eerst in negen jaar onze preekstoel geheel onder water”. In Tapes is de komst van het Nederlandse jacht zo uitzonderlijk, dat er een TV ploeg verschijnt en daarna honderden mensen, tot bussen met middelbare scholieren toe. Het regent invitaties en ze “hebben zitting in de jury voor de verkiezing van Miss Lagoa 1990”.

Het jaar daarna gaat het verder langs de kusten van Uruquay en Argentinië. Een storm voor de Argentijnse kust is de zwaarste die ze ooit hadden. 60 knopen wind. Door wind tegen stroom huizenhoge golven. “op de kale mast voor de wind de storm afgereden met de hand sturen, elkaar om het uur afwisselend”.  

Naarmate ze verder naar het zuiden varen, “neemt de efficiëntie van de autoriteiten toe en treffen we geen ambtenaren meer die analfabeet zijn.” Er zijn zoveel problemen met de motor, dat ze besluiten een andere en zwaardere motor te laten installeren. Ze schaffen zich ook een GPS aan; “het navigatieprobleem m.b.t. wrakken is daardoor eenvoudig geworden”.

Het verslag van de tocht in 1993 beschrijft uitgebreid de tocht via Stateneiland en het Beagle kanaal naar de westkust van Chili. Onderweg is de stuurvaan niet opgewassen tegen een zware storm, breekt de peddel en is de autopilot door zeewater inwendig geruïneerd. De tocht is niet eenvoudig, maar van een indrukwekkende schoonheid en het doel, de Pacific, is bereikt en daar ging het om.

In Valdivia aan de westkust van Chili wordt overwinterd, in het gezelschap vier andere boten, een Grieks, een Amerikaans, een Noors en een Australisch jacht.

De tocht in 1994 langs de Atacama woestijn is “imposant”, ze ankeren in verlaten baaien, zeilen van Arica naar Paaseiland. Ook met GPS aan boord moet je alert blijven; het eiland Isla Gomez blijkt b.v.6 mijl oostelijker en 1 mijl zuidelijker te liggen, dan de kaart aangeeft.

Leenie de Gier en John Fairfax

De tocht van Paaseiland naar de Patquises was een “drijfpartij”, 1950 mijl met een gemiddelde van 3.7 knoop. Vandaar naar de Tuamotu archipel. Op een onbewoond atol in de Marquises, vinden ze een gestrande autochtone familie die al een maand verlangend zit uit te kijken naar een passerende boot. Ze brengen hen,” 2 mannen, een vrouw, 2 kinderen en 4 honden met heel het hebben en houden” naar een ander eiland en de vrouw met de beide kleuters naar een atol waar vandaan hulp kon worden georganiseerd.

In 1995 zijn ze in Nieuw Zeeland , daar worden mast en rondhouten vervangen  en het schip van nieuwe zeilen voorzien. In verband met de stijgende leeftijd van het echtpaar worden enkele aanpassingen aangebracht o.a. een rolgenua. De Franse atoomproeven hebben voor Nederlandse jachten vervelende gevolgen; de Nederlandse vlag wordt door velen verward met de Franse.  In 1996 maken ze een tocht rond Nieuw Zeeland, ze bevaren de meeste fjorden, totaal 2500 mijl. Het verslag bevat een aantal aanbevelingen over hoe deze tocht te maken. Vandaar gaat het naar Fiji en New Caladonië.

Het valt hen op dat er ondanks GPS toch nog veel jachten door stranding verloren gaan; een bekende Australische zeiler noemt dit “GPS assisted groundings”.

In 1996 zeilen ze naar Australie, waar al hun voedsel in beslag genomen wordt en tegen betaling vernietigd. Van Brisbane via Sydney zeilen ze naar Tasmanie, waar het schip uit het water moet voor reparatie aan motor en lager.

Na rond Tasmanie te zijn gezeild gaat het terug naar Australie. Onderweg maken ze het mee dat de “Gierzwaluw”voor het eerst in haar bestaan plat slaat. Van het ene op het andere moment zit Pieter, die niet is aangelijnd, onder water en verliest contact met de boot.  Hij hangt buiten boord aan de  genuaschoot. Leenie komt met moeite uit de kajuit, worstelend met de platgeslagen buiskap. Het lukt Pieter weer aan boord te komen De chaos onderdek is onvoorstelbaar, maar ook de radar en de stuurvaan zijn defect geraakt. En de Navico autopilot  is opnieuw “in de vernieling”,” dit apparaat is meer geschikt voor de schoorsteenmantel dan voor zee” aldus het verslag.

Na 4 dagen lopen ze de haven Bundaberg aan, voor reparatie.

Na 3 weken  gaat de tocht verder, naar de Indonesche archipel. In het verslag wordt uitgebreid ingegaan op de formaliteiten en de kosten daarvan; inklaringen, visa, cruising permitits enz. Alle zeilboten gaan langs het eiland Bali, want “daar kun je de verplichte vier kantoren in een halve dag afwerken”. Op het eiland Bantam komen ze ’s avonds ”in de muggen terecht”en “dat zal nog een staartje hebben”.

Onderweg “wisselen onze koortsaanvallen elkaar af”; beiden worden in Malaysia geveld door malaria. Volgens de wet  zijn ze verplicht zich daarvoor in  een  ziekenhuis te laten behandelen, maar dat ziekenhuis  is zo overvol met rookslachtoffers van de massale bosbranden, dat Pieter op de grond in het gangpad moet liggen.

Verder is er weer een eindeloze reeks zaken die de geest geeft: VHF, GPS, radar, autopilot. In veel verslagen van kustzeilers op lange tochten is een steeds terugkerende klacht, dat veel apparatuur niet opgewassen blijkt te zijn tegen zware omstandigheden, en er zelfs ruim binnen de garantietermijn mee ophoudt, nog afgezien van de problemen om zoiets ver van huis gerepareerd te krijgen. “het lijkt wel of we niet veel anders doen dan repareren en vervangen”.

Na aanschaf van een Epirb blijkt dat de Nederlandse Telecom geen identificatienummer en geen bedieningscertificaat verstrekt, omdat het type niet in Nederland is goedgekeurd (wel in de U.S.).

De tocht gaat verder naar Thailand en terug via Maleisië en via Brunei naar de Phillippijnen. Onderweg schaffen ze zich nog een zeeanker aan, “omdat we de indruk hebben als 65+ers niet meer complete stormen uit te kunnen varen”.

In 2000 zeilen ze via Yap, Guam naar Tokyo. Japanse zeilers  zijn hen zeer behulpzaam bij het copieren van kaarten en met aanwijzingen voor de navigatie. “De gastvrijheid is vaak zo genereus dat je er verlegen mee bent”. Ze krijgen de namen van 15 zeilers over heel Japan mee, die allemaal op de hoogte worden gebracht en waarmee ze bij aankomst contact kunnen opnemen. Jachtclubs bieden hun 14 dagen gratis ligplaats, vissershaven zijn gratis.

Van Japan gaat het naar de Aleuten een 900 mijl lange schakel van eilanden, maar onderweg breekt de RVS boegspriet, met als gevolg dat ze 400 mijl terugzeilen naar Japan, waarna ze na reparatie opnieuw zee kiezen. Na de Aleuten steken ze de golf van Alaska over en eindigen in Vancouver.

De Gierzwaluw afgemeerd op de Aleuten

“In 2000 rijpte de gedachte om ons zeenomadenbestaan te beëindigen”. Ze beraden zich erover, op welke wijze ze terug zullen keren en besluiten niet via het Panamakanaal te gaan, maar het schip op een dieplader te laten vervoeren en via de grote meren van de V.S te gaan. “Het is even wennen dat de GPS een hoogte van 600 voet aangeeft”.

In Lake Huron gaat “Gierzwaluw”weer te water, andere meren zijn nog niet ijsvrij. Via Montreal gaat het naar New Foundland, daarna een oversteek naar de Isles of Scilly; 1800 mijl. “Eigenlijk is de Atlantische  Oceaan dan klein” , maar aldus Leenie in haar verslag, “we zijn echte kustzeilers en houden niet zo van oversteken, er is onderweg weinig te beleven en als het weer tegenzit, kan het erg vermoeiend zijn .

Op 21 augustus 2001 is het 20 jaar geleden dat “Gierzwaluw” IJmuiden verliet; op 22 september is het schip terug. 1981-2001 na 96641NM, 21439 vaaruren, waarvan 6198 uur op de motor (35%) en 1928 x voor anker.

Pieter en Leenie de Gier hebben deze reizen onder de vlag van de kust zeilers gemaakt en ontvingen 2x de Jubileumschaal voor een uitzonderlijke nautische prestatie. Aan Leenie de Gier  werd 2x de Damesprijs toegekend.

Met dank aan Jasper Bruinsma van de Kustzeilers

Wekelijks verschijnt er een mini-biografie op Zeilhelden over een Nederlandse of Vlaamse zeiler m/v die iets bijzonders heeft gepresteerd. Als je denkt dat je naam hebt die in deze galerij niet mag ontbreken stuur dan een mailtje naar redactie@zeilhelden.nl

Reacties

Reacties