Nannie trilogie: Wilde Vaart

Dit is het vervolg op “Hondenwacht”. Peter is overboord geslagen en aangespoeld. Nu moet hij zich in leven zien te houden en hoopt hij op redding. Die komt uit onverwachte hoek. (Nannie is de naam van de heks die model heeft gestaan voor het boegbeeld van de clipper Cutty Sark).

Maagdelijk als nieuw perkament strekt het strand zich voor me uit. Zeelucht mengt zich met bloemengeur, het ruisen van de branding zingt de melodie van het getij. Palmen buigen voor de westenwind en rotsen houden eeuwig stand. 

“Peter…”
Haar fluistering bloeit op uit de wind en galmt in mijn tollende hoofd. Wie was dat ook weer… o ja… ze was mooi, zo mooi… slechts gekleed in schoonheid… we stonden aan dek… ze danste naakt… we vielen samen overboord… en nu ben ik… waar ben ik?

Blow, bonnie breeze,
My true love to me…

Een golf bruist om mijn voeten, en opeens zie ik haar overeind komen. Volkomen ontspannen, schaamteloos als de opkomende zon rijst haar naaktheid uit de branding. Haar weelderige vormen glanzen in het strijklicht, en druipend van het schuim dat langs haar ranke figuur loopt, rekt ze zich met sierlijke bewegingen eens heerlijk uit… en mijn fantasie slaat op hol. Ze lacht zwoel naar me,maakt een kusmondje… en wandelt het strand op. Het decor van ons eiland omlijst de weerspiegeling van haar paradijselijke gestalte in het natte zand. Twee wuivende palmen vormen een hart om haar heen. Gracieus, atletisch stappend, bijna slenterend komt ze op me af, haar handen sensueel in haar zijden. Haar ogen zijn parels, ze kijkt me aan, hypnotiseert me, betovert me met haar verschijning… ik kan niet ontsnappen, wil niet ontsnappen. Gedragen door een heerlijk aroma van de meest exotische vruchten dat voor haar uitgaat in de zoele zeewind, vult ze mijn gezichtsveld en verdwijnt de zee steeds meer naar de achtergrond. Haar oogopslag is betoverend… ze lacht naar me en wenkt me dichterbij: “Kom maar…” ze komt in haar volle lengte tegen me aan staan… haar geurige nabijheid bedwelmt me… ze draagt niets… niets dan het sensuele aroma van een lange, warme zomer… haar tastbaarheid is onweerstaanbaar, haar alomtegenwoordigheid onontkoombaar… haar gouden haar daalt over ons beiden neer, omhult ons met een bruidssluier, en dan… verdrink ik in de opkomende vloed van haar omhelzing, gewichtloos, naakt, geurig, weldadig warm wolkt ze zuchtend om me heen, ik verdwaal in zachtjes deinende glooiingen, heel haar lichaam streelt en bespeelt me, even teder als de zeewind… ik zink steeds dieper weg in haar zachtheid, ik zweef in de weldadig warme wolk van haar gewichtloosheid, ze glijdt, ze vloeit om me heen… en voert me dronken met de kersenlikeur van haar zoen.

De avond is alweer gevallen als onze lippen losweken. “Ga je mee?” fluistert ze, “ik geef je een nacht om nooit te vergeten…” ze neemt me bij de hand en voert me mee, door bloemengeur en maantegenlicht. Haar rondingen glanzen in de gouden gloed van haar haar als ze me voorgaat terwijl we hoger klimmen. In de verte ruist de zee, steeds dieper onder ons. Het pad slingert als een doolhof, volmaakt passend bij het delirium in mijn hoofd. Af en toe ben ik haar kwijt maar dan stapt haar gestalte weer sierlijk tevoorschijn, het paradijselijk silhouet van haar lichaam afstekend tegen de sterrenhemel. Opeens zijn we boven en openbaart zich de nacht in al zijn pracht. Maar ik heb slechts oog voor haar, als ze zich naar me omdraait. Haar bruidssluier gaat op in de maanweerspiegeling in zee. Haar mond blinkt als ze naar me lacht en haar armen uitstrekt: “Kom maar…” en ik kom, ik kan niet anders… ik laat me moeiteloos in haar armen drijven, haar omhelzing is nog zachter dan het maanlicht… totdat opeens een nevel van ijzige kilte uit zee oprijst. Ik ril, maar zij tuurt naar de verdwenen horizon, strekt haar arm uit zoals toen ik haar voor het eerst zag… en terwijl ze zacht haar lied zingt, maakt zich uit de mist het volmaakte evenbeeld los van Cutty Sark, ten anker liggend als in Sydney Harbour. Alleen is het schip nu anders van kleur: het lijkt op het negatief van een foto, zilver alsof het berijpt is, doorschijnend als kristal.

“Voor en achter!” snijdt haar alt galmend door de nacht, en voordat ik het weet sta ik aan het roer, terwijl zij met ware luchtacrobatiek door het want vliegt en zeil zet. Het begint te waaien, de ankerketting ratelt, ik voel druk op het roer, het dek helt, het bruist aan lij buitenboord… de zee wordt hoger, schuimt en breekt in het licht van de maan, en met vol tuig berijdt Cutty Sark de ene volgzee na de andere. Het hele schip schuimt van het via beide verschansingen overkomende water, en Nannie – zoals me nu haar naam te binnen schiet – neemt voor mijn ogen ongegeneerd een bad op het hoofddek. Ik kan mijn blik amper op het kompas houden als ze, hangend aan de nagelbank bij de grote mast, verleidelijk voor me danst terwijl het zeeschuim in dikke vlokken langs haar lichaam druipt… ze kijkt verliefd over haar schouder en blaast me met blinkende lippen een zoen toe… en even vergeet ik volkomen mijn taak als roerganger. Maar ons schip is zo koersvast, dat ik ook nu het roer bijna los kan laten. Geen plooi ontsiert het gonzend canvas, de opgeschoten lijnen zwaaien volmaakt synchroon op de slingerbewegingen.

Ze komt statig de kampanjetrap op, leunt tegen me aan: “Recht zo die gaat…” fluistert haar blinkende mond vlakbij, terwijl ze me even teder omhelst en op de broodwagen klimt. Ze torent hoog boven me uit, deint en danst en kronkelt, haar lichaam glanst nat, haar haar wolkt en wappert, ze zingt, en ik zing mee, en Cutty Sarksnijdt door de maanverlichte orkaan.

“Schip ahoy!”

Ik weet niet waar ik moet kijken, maar haar uitgestrekte arm is duidelijk; op twee streken aan bakboord danst ons positief evenbeeld tegen de achtergrond van Kaap Hoorn. Alleen de royals staan niet bij, en we lopen zienderogen in.

“Oploeven! Houd haar aan lij tot je ze midscheeps ziet, en dan afvallen en koers houden!”

Ons tuig brast vanzelf terwijl ik langzaam opstuur en het schip zwaarder gaat rollen in de dwarser inkomende zee, maar Nannie blijft op haar post. De maan verdwijnt achter onze bramzeilen, en even bewonder ik de schaduwen van het kruiswant, spelend over haar lichaam.

“Afvallen!”
“Recht zo die gaat! Koers houden!”

Het andere schip is nu veel dichterbij, evenals Kaap Hoorn. In perfecte kiellinie jagen beide schepen voort, rollend, stampend, deinend, slingerend… ik verwacht ieder moment een brul vanaf de andere kampanje, maar het is net of ze niks in de gaten hebben, als Nannie maar blijft gillen: “Koers houden! Koers houden! Recht zo die gaat!!”

Een volgzee tilt mij op, ons dek schuimt, de boeggolf glinstert, ik zie het andere schip op exact dezelfde manier gaan. Steeds meer bewegen de clippers synchroon… een gierende windvlaag spant de gonzende pardoens… onze kluiverboom prikt in de andere hekreling, spietst de roerganger, en terwijl Nannie met een vingerknip onze royalvallen laat lopen, verenigen zich de twee schepen totdat ik naast Toby Mayall aan het roer sta van de echte Cutty Sark.

Falmouth, Cornwall, 1891


Toby stopt een nieuwe pijp. Smeulend verlicht de tabak zijn gebruinde gezicht als hij me uit zijn ooghoeken aankijkt. “Wat ben je stil! De hele reis al, trouwens.”

Ik lach maar wat. Hoe zou ik moeten uitleggen wat me bezighoudt? Wie gelooft, wat ik heb meegemaakt?
Ze hadden me niet eens gemist toen ik ineens weer aan het roer stond, en niemand keek ook maar op toen Nannie’s witte, kristallen, lichtgevende schip weer oploefde en tegen de wind in terugzeilde, terwijl zij, sensueel dansend op de broodwagen, mij voor het allerlaatst met een zwoele blik een zoen toeblies. Zelfs Woodget, wie toch niets ontgaat, bleef de rust zelve, toen er opeens twee man aan het roer stonden.

Onze gloednieuwe binnenkluiver is door de zeilmaker hersteld, nadat zich bij een leuver een scheur vertoonde. Ik was er in Sydney kennelijk toch niet helemaal bij geweest met mijn hoofd.

Peter Bouchier

Foto Richard Woodget (kapitein Cutty Sark)

Reacties

Reacties