‘Het ruikt naar huis!’

“De aardappels zijn op, het is ineens kouder dan vorige week en er is een opvallende verandering in geur: het ruikt zoals de zee in Nederland. Zo maar wat opmerkingen van de crew aan boord van de bark Europa, waar na 8600 afgelegde zeemijlen nog maar 1550 mijlen resten voordat ze, éindelijk, kunnen afmeren in Scheveningen. Dit allemaal non-stop vanwege Covid-19. Inschatten hoe het er in Nederland aan toe gaat is vanzelfsprekend lastig in te schatten. Toch zijn wij benieuwd of en hoe ze zich hierop voorbereiden. Maar eerst de laatste loodjes…

‘Het ruikt inmiddels zoals de zee in Nederland. Het ruikt naar thuis!’.

De must-knows van déze keer: vertel! We zijn weer meer dan benieuwd!

Sanne (scheepsarts): Het werd ineens kouder vorige week! Aan het roer sta ik nu met een wollen thermoshirt, een sweater en nog een trui met daar over mijn jas. Dit komt ook omdat we de wind nu steeds schuin van voren hebben. Zoals de meeste waarschijnlijk wel weten, voelt dat vaak kouder aan dan wanneer we ruime of voor de wind varen. Verder is er een opvallende verandering in geur! Een paar dagen geleden hadden Amelke en ik het er over. En ineens dacht ik, ja! Dat is wat mij de afgelopen dagen opvalt; het ruikt zoals de zee in Nederland. Het ruikt naar thuis! Midden op de oceaan ruik je de zee niet, misschien een klein beetje zilt, maar nauwelijks merkbaar. Nu echter ruik je duidelijk die zilte geur, met daarbij een soort zeewier/zeedier-achtige geur. Dat is namelijk wat ook opvallend is: iedere dag zien we wel zeeleven. Dolfijnen, common spotted, maar ook walvissen en tonijnen die uit het water springen, veel vogels en zeker niet te vergeten, heel erg veel Portugese ‘man-of-war’, een kwalsoort. Een paar dagen geleden hebben we daar wel duizenden van gezien, ze bleven de hele dag maar voorbij drijven. Helaas was er ook 1 verstrengeld geraakt in 1 van de course-schoten, die bij het strijken en brassen van de zeilen in het water was terecht gekomen. Vai, een van de deckhands, afkomstig van het eiland Tonga, trok deze naar binnen en werd geprikt. Dat jeukt en steekt  enorm. Dus snel onder heet water, zo heet als je het kan weer staan en dan met een plastic kaart (een bankpasje ofzo) de angeltjes uit je huid geschrapen. Anders loop je het risico op een niet alleen pijnlijke plek, maar ook op een meer systemische reactie, wat lijkt op een allergische reactie. Gelukkig viel het allemaal mee. Samen met de machinist, die  toevallig ook aan dek was om te helpen met de zeilen, heb ik met stevige handschoenen aan het beestje kunnen ontwarren van onze schoot. Ik denk dat de langste tentakel wel 4 of 5 meter was! Indrukwekkende beestjes.

‘Kop d’r veur en goan’ zoals ze dat volgens mij in het Gronings zouden zeggen’.

Amelke (barhand): Onze haren worden lang, de baarden groeien, schoenen worden opgelapt met leer, veters bestaan uit boottouwtjes, broeken raken steeds meer gekleurd door allerlei soorten verf, de kleding verbleekt door zon, zee en wassen, vingers verliezen hun vingerprint en worden korter door het  langdurig schuren, de kilo’s vliegen overboord, de thermokleding wordt weer boven water gehaald, er wordt nog steeds veel gelachen, de aardappels zijn op, de gaten vallen in het ondergoed en we mogen weer warme chocolademelk van de kok!

Gjalt (scheepskok): Ja,ja, het is gelukt. We hebben met zijn negentienen al de aardappels opgegeten. We zijn eind maart de reis  met zo’n 325 kilo begonnen, en nu, na 71 dagen zijn ze verdwenen. Het merendeel is gelukkig via ons lichaam in de Atlantische Oceaan terecht gekomen, maar er is ook een redelijk aantal kilo’s zonder tussenkomst van koken en bakken in  de diepzee verdwenen. Al met al, we hebben van ze genoten en wellicht zullen ze gemist gaan worden de laatste weken, vanaf nu is het pasta, rijst, bonen en couscous wat ons rest…..Oftewel, NO DRAMA!

Eric (kapitein): 8600 zeemijl afgelegd en nog 1550 te gaan.

Één van de belangrijkste coronamaatregelen in Nederland is de 1,5 m. afstand die onderling gehouden moet worden, waar dan ook. Aan boord is die veiligheid niet nodig, jullie zijn immers allemaal gezond. Hoé gaan jullie daar aan wennen, hoe kijken jullie hier tegenaan en wat zal dat teweeg brengen?

Sanne (scheepsarts): Hoe ik daar aan ga wennen….. Geen idee, proberen mij er zo goed mogelijk aan te houden. Het zal voor de buitenwereld vrij lastig te begrijpen zijn dat wij geen idee hebben eigenlijk hoe het echt is om op straat te lopen nu, of naar de supermarkt te gaan. Ik hoor verhalen van familie rondom het Gooi en Amsterdam, maar ook vanuit Friesland en natuurlijk mijn eigen woonplaats Groningen. Daar lijken wel verschillen in de zitten. Ik denk dat ik blij ben dat ik straks in Groningen zit. Ik ben vooral heel benieuwd en ook nieuwsgierig naar wat het heeft gedaan met het dagelijks leven. Ik denk dat ik in mijn omgeving thuis straks heel goed het verschil kan zien. Voor mij is het namelijk ineens allemaal anders, terwijl iedereen daar thuis toch een meer geleidelijke gewenning heeft gehad en nu waarschijnlijk een heleboel dingen al normaal vinden en automatisch doen. We gaan het zien. ‘Kop d’r veur en goan’ zoals ze dat volgens mij in het Gronings zouden zeggen, hihi!

‘Anderhalve meter is best een grote afstand voor veel ruimten aan boord’.

Amelke (barhand): Het wennen aan de 1,5 maatregel zal aan land moeten, aan boord is het praktisch bijna onmogelijk, Hoe ga je een zeil hijsen met 1.5 meter afstand, het wheelhouse met zijn tweeen en dan niet bewegen, in de galley zal er alleen familie kunnen werken. We hadden het er even over vandaag. Misschien een dag oefenen? Hoe het aan land zal gaan is fantaseren, de aankomst alleen al met allerlei mensen op de kade, ik kies (ik heb gelukkig de keuze) ervoor om meteen van boord te gaan, de crew gedag zeggen en naar mijn familie/ geliefden. Wat het aan land zijn ivm corona teweeg zal brengen durf ik niks over te zeggen, ik denk dat er gigantisch veel op ons af gaat komen, de summiere informatie die wij hier krijgen (oa een verhaal over het drama in de verpleeghuizen) grijpt mij al behoorlijk aan, laat staan als ik de rest hoor. Het pure praktische afstand houden daar zal ik heel erg op moeten letten straks.

Gjalt (scheepskok): Ten eerste denk ik dat de maatregel de juiste is geweest. Puur om het virus niet de kans te geven om nog sneller om zich heen te grijpen met nog meer slachtoffers als gevolg. Hoe dit voor mij persoonlijk zal zijn over een paar weken? Moeilijk om in te schatten. Ik zal van familie en vrienden vast veel informatie krijgen hoe hier mee om te gaan en wat de Do’s en Dont’s zijn in deze nieuwe manier van samen leven. Geen idee dus hoe ik daar aan ga wennen, maar je hebt weinig keus denk ik. Wij prijzen ons eigenlijk gelukkig dat we de afgelopen maanden helemaal niks van deze restricties hebben ondervonden en dus op een normale manier met elkaar aan boord geleefd en gewerkt hebben.

Eric (kapitein): Die anderhalve meter is een poging om verspreiding van het virus te voorkomen, of in ieder geval te vertragen. Dat lijkt me een zinvolle maatregel als ik afga op wat we hier horen over wat het virus met mensen doet en hoe agressief het zich kennelijk verspreid. In ieder geval zolang er nog onduidelijkheid is over hoe het virus precies werkt en wat exact de risico’s zijn. Je moet er niet aan denken dat mensen in zo’n tempo besmet (en ziek) raken dat de gezondheidszorg het niet bij kan benen, zoals hier en daar kennelijk het geval is of was. Hoe ga ik daar aan wennen? Hetzelfde als iedereen neem ik aan. Ik heb hier al even zitten kijken wat die anderhalve meter zou betekenen voor de bedrijfsvoering aan boord, maar dat is nog niet zo simpel. Anderhalve meter is best een grote afstand en voor veel ruimten aan boord moet er dan een zeer onhandig beleid worden ingesteld.

‘Wat ook opvallend is: iedere dag zien we wel zeeleven’.

Hoe gaat het met jullie vermoeidheid, jullie zin in klusjes en hoe ga je daar mee om, samen en individueel?

Sanne (scheepsarts): De vermoeidheid is er, zeker. Het scheelt dat iedereen dat heeft en we dus min of meer van elkaar weten hoe het voelt. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik enorm blij ben met hoe soepel onze kapitein Eric hier in is. Eigenlijk al direct vanaf het begin was het zo dat wanneer het rustig leek er iemand eerder naar bed mocht of later op mocht staan. Dat hebben we eigenlijk de hele trip door mogen zetten. Een korte vakantie noemen we dat. Iedere 5-6 dagen krijg je daardoor 3 uur extra slaap, vastgeplakt aan de 3-4 uur slaap die je normaal al krijgt. Dat is dus 6-7 uur slaap achter elkaar, heerlijk! Én essentieel. Ik denk dat dit en ook de zondagen waarop we ‘vrij’ zijn, bijdraagt aan het feit dat we niet compleet gesloopt zijn. Tuurlijk vermoeid en op sommige momenten ook echt wel oververmoeid, maar over het algemeen doet iedereen het heel goed. Dat uit zich ook in het feit dat het weinig kwaaltjes zijn de laatste weken. Iedereen is gewoon gezond, vermoeid en klaar om van boord te gaan, maar gezond.

Amelka (barhand):
Ik keek gisteren rond bij het two o’clockie en zag een hele berg vermoeide koppen, ikzelf merk ook dat de vermoeidheid soms de overhand neemt, ik merk het aan klussen doen die logisch denken vereisen of rekenwerk, het hoofd doet het dan niet meer terwijl ik daar normaal  gesproken niet echt last van heb, Ik slaap gelukkig goed dat scheelt en een holiday (3 uur langer slapen om de beurt) en lazysunday-werken ook goed om er een beetje bij te blijven. De zin in klusjes is dramatisch gezakt maar niks doen daar word je nog veel moeier van dus je gaat gestaag door. (er zijn ook leuke klusjes, brood bakken bijv. en touwtjes prutsen) Onderling weet je van elkaar dat de vermoeidheid er is, er is meer geduld. Het verbaast mij hoe iedereen zo goed met elkaar om blijft gaan, niemand valt zo gezegd buiten de boot, gelukkig maar.

Gjalt (scheepskok):
Natuurlijk merk ik dat de vermoeidheid wel een beetje invloed begint te krijgen. Voor mij persoonlijk geld dat ik altijd het liefst gewoon een beetje door ga met allerlei klusjes. Natuurlijk nemen we pauzes, maar als ik echt overdag voor langere tijd stil ga zitten, merk ik dat ik daar sneller moe van word. Gelukkig zijn er naast het koken ook genoeg andere werkzaamheden om mij aan de gang te houden.

Eric (kapitein):
Als er sprake is van vermoeidheid dan is het vooral geestelijke vermoeidheid, of de wens om weer eens wat anders te doen. Tegelijkertijd zie je dat er niet veel animo was om van tweede Pinksterdag een vrije dag te maken en ging iedereen er na de vrije zondag weer keihard tegenaan. Die continue stroom van klusjes zorgen er ook voor dat we niet vertwijfeld voor ons uit zitten te staren!.

‘De zin in klusjes is dramatisch gezakt maar van niks doen word je nog veel moeier’.

Dit was het weer voor deze keer. Leuk om te vertellen dat de posts meer en meer worden gelezen! Chapeau dus voor jullie allen die hier aan meehelpen als in ‘eigen verdienste!
  
Hoúdt een veilige reis verder en blijf op elkaar passen! Tot de volgende keer!

Reacties

Reacties