Varen door de energie industrie

Hoge schuine glimmende platen, met ijzeren regelmaat neergezet, op elke vierde trap van de fietspedalen een volgende rij van honderden meters lang.

De boot af en dan een stukje fietsen, dat zie je steeds meer mensen doen. We leenden eens twee fietsjes van een buurschipper en daar gingen we. Het begon mooi. Dorpje uit, bosje door, en dan fietsen langs de koetjes in de wei. Nou ja, je ziet aan de megastallen verderop wel dat dit geen lief romantisch koetjes gedoe is. Het is gewoon keiharde agro-industrie, met hoge leningen bij onze boerenbank en zware regelgeving voor mestinjecteermachines, de NOx eisen en poep- en piesheffingen. En die koe daar in de wei, die staat harde targets te halen van zo’n 25 liter melk per dag, u en ik samen piesen nog niet eens een tiende daarvan.

Maar toen verzeilde ik tussen de zonnepanelen. Je gelooft je ogen niet. Hoge schuine glimmende platen, met ijzeren regelmaat neergezet, op elke vierde trap van de fietspedalen een volgende rij van honderden meters lang. Indrukwekkend, maar misplaatst in het eerder nog zo vriendelijke landschap. Zit ik wel op de Aarde of is dit een planet outerspace?

In het cafe in het volgende dorp zag ik in de krant een interview met de wethouder. Hij was hartstikke trots op ‘zijn’ oplossing van het milieuprobleem. “Na hard werken” zei hij, stond er nu een “prachtige zonneweide in ons landschap”. Volgens hem “kunnen wij nu beantwoorden aan de vraag”.

Ik vraag me af welke vraag er in zo’n landelijke gemeente is. Ik zou zeggen dat daar vooral vraag naar landelijkheid is, waar je dan lekker doorheen fietst. Daar wil je geen industrie, ook al heet het duurzame industrie.

Hoeveel duurzame industrie is er eigenlijk in de industriegebieden? Hartstikke interessant, want zo’n 60% van het Nederlands energieverbruik komt van de grote industrie.

Alleen langs de rand van de Maasvlakte zag ik windmolens en die staan er al decennia. Op de achtergrond een klein stukje van de enorme kolenoverslag hier.

Ik was al 12 jaar niet meer in het Europoort- Botlek gebied geweest. terwijl ik vroeger veel voor industrie daar werkte. Ik adviseerde vooral de grote energiegebruikers, zoals de chemische industrie. Dit hele gebied is beroemd (of berucht) vanwege de enorme hoeveelheden energie die hier worden ‘opgeslurpt’. Ik besloot te gaan kijken Nederlands grootste industriegebied, het Europoort-Botlek gebied.

Op weg erheen dacht ik aan de goede oude tijd die ik daar als milieukundige had gewerkt hier, bij de E.ON, bij Exxon Chemical en enkele andere energieslurpers. Fantastische collega’s. Ingenieurs die veel konden, en veel bereikten. We haalden regelmatig emissie verminderingen van 50, en soms wel 80%. De ingenieurs willen wel, dragen graag bij aan het milieu, en ze kunnen het ook! Het leverde zo’n bedrijf ook veel geld op, wat wil je nog meer.

Vol verwachting voer ik langs de Maasvlakte, langs de grote kolencentrale van de E.ON, waar ik jaren voor gewerkt heb als milieukundig adviseur. Als ik toen op 30 meter hoog vanaf die enorme elektriciteitscentrale om me heen keek, zag ik langs de kust van die petieterig kleine windmolens staan. Ze staan er nog steeds. Gek, er is niets bij gekomen. Je zou verwachten dat er nu flinke megamolens staan, zoals die joekels op het IJsselmeer waarmee Minister Maxime Verhagen het pittoreske Urk heeft afgezet. Maar helaas.

Toen ik de Maasmond door de Maas op voer, zag ik… niks van dat al. Niet in de Europoort, niet op de Botlek, of bij Pernis. Niet bij E.ON, niet bij Esso, niet bij Shell of Lyondell, bij geen enkele van mijn oude klanten.

Plek zat, maar ik vond zelfs geen mini zonnepanelenweitje al was het maar een groenwassertje.

Gebruik wat je nodig hebt
Eenmaal onder de Erasmusbrug door en bakboord uit naar de Leuvehaven, dacht ik weer aan wat zou komen gaan: de Ya ligt hier 14 dagen als attractie voor Maritiem Museum voor het Maritiem Festival en de Wereldhavendagen. Ik zou weer hetzelfde verhaal houden aan iedere groep kijkers aan boord. Namelijk, het is allemaal zo simpel op te lossen. Bij duurzaam leven gaat het maar om drie dingen:

  1. Gebruik alleen wat nodig is om te gebruiken
  2. Gebruik alleen wat nodig is om te gebruiken
  3. Gebruik alleen wat nodig is om te gebruiken

Water koken met een waterkoker, bespaart 80% energie vergeleken met de fluitketel op de gaspit. Inductiekookplaat, magnetron, elektromotoren, precies hetzelfde verhaal. Koelen en vriezen hetzelfde. Efficiency en isolatie. Wat je dan nog aan energiegebruik overhoudt, los je op met zonnepanelen en een windmolentje en een dynamo op je schroef. De Ya heeft zo fossielvrij de wereld rond gevaren. Allemaal met spullen van de plank, die je overal kunt kopen. Je kunt het thuis zelf ook. Het scheelt je ook flink in je portemonnee, want je betaalt als particulier flink belasting op je gas en elektriciteit. Omgerekend betaal je als particulier zo’n 150 Euro per ton CO2.

Een stukje Botlek vol energieslurpers, maar geen windmolentje te ontdekken.

Minder gebruik, minder opwekking, minder industrie, mooiere omgeving
De zware industrie, zeg zo’n 15 of 20 bedrijven, verbruikt meer dan de helft van de energie in Nederland en betaalt zo’n 10 a 15 Euro per ton CO2. Dat is heel weinig, want ze lobbyen daar goed voor bij de overheid. Dus waarom zou je als bedrijf nog actie nemen? Ze blijven wel economisch denken natuurlijk.

Kost energie meer, dan gaan de energieslurpers langs onze Waterweg en Maas hun gebruik flink naar beneden brengen. Wat die bedrijven kunnen, mijn ervaring is dat er echte knappe koppen zitten die veel kunnen bereiken. Haalt de Ya reducties van 80%, dan kunnen zij dat ook. Voor je het weet gebruiken ze de helft minder of nog minder, net als op de Ya. En wat ze nog aan energie nodig hebben, wekken ze zelf op, op hun eigen terrein. Dat doen ze al, maar nu dus met olie en gas. Pas als dat duurder wordt, gaan ze voor de goedkopere duurzame industrie. Daarom staat daar nu dus geen duurzame energie.

Terwijl de meeste duurzame industrie in bij de energievreters in de industriegebieden thuishoort, en waar zo’n industriegebied, vind ik, zelfs mooier van zou worden.

Dan heb je op het platteland en op zee geen grootschalige zonne- en windindustrie meer nodig. Ook die megatorens in ons IJsselmeer bij Urk kunnen dan wel weer afgebroken worden. Zo blijft ons landschap lekker vrij van industrie en kunnen we blijven genieten van de ruimte van de zee en de meren.

Peter Hoefnagels

Een stukje zonneweide (bron: Pexels)

Reacties

Reacties