Tallship versus zeiljacht
‘Waarom vind je het zeilen nou zo leuk?’
Ik lig op het achterdek van tallship de Morgenster en ik kijk naar de sterrenhemel.
‘En vind je het leuker op een tallship of een zeiljacht?’
Een maand op zee met 21 studenten uit verschillende windrichtingen met andere achtergronden en dezelfde bestemming. En ze stellen de moeilijkste vragen.
‘Goedemorgen Gerie, wakker worden!’, roept Marco (stuurman Morgenster). ‘Het is kwart voor vier, het is buiten warm, helder en droog.’
Met moeite kom ik uit het stapelbed en ik val tegen de muur terwijl ik mijn broek probeer aan te trekken. De rest van mijn kleding trek ik boven in de stuurhut aan.
‘Lekker geslapen?’
Jenny (hotelmaat Morgenster) haalt haar schouders op: ‘Kon beter. En jij?’
‘Ging wel. Ik weet niet hoe ik in mijn bed kan blijven liggen. Ik probeer met mijn elleboog en knie mezelf klem te zetten, maar ik krijg kramp’, ik wrijf over mijn elleboog.
‘We hebben net dolfijnen gezien’, roept Roy, één van de studenten. ‘Ze gaven licht, door de zeevonk. Het was echt super gaaf.’
We zeilen over de Atlantische Oceaan met een noordenwind richting het zuiden. Het schip rolt van bak-naar stuurboord en weer terug. De golven slaan over het middendek en een paar studenten zijn opnieuw zeeziek. Ik had niet verwacht dat een Tallship ook danst op de golven. Hoe zou mijn negen meter jacht het doen op deze oceaan?
‘We hebben net dolfijnen gezien’, roept Roy, één van de studenten. ‘Ze gaven licht, door de zeevonk. Het was echt super gaaf.’
Ik kijk direct over de reling. Geen dolfijnen.
‘Ik ga naar bed’, lacht hij. ‘Fijne wacht.’
De witte wacht gaat naar bed en de blauwe wacht neemt het over.
Het is een sociaal experiment
‘Hoe gaat met de case voor Tejijn?’
De 21 studenten van de eerste leg van de Quest for Change werken aan een business case voor het internationale chemieconcern Teijin. De Japanse multinational wil in 2050 een toonaangevend bedrijf in de circulaire economie worden.
‘Moeizaam. We komen niet tot een besluit en de tijd dringt. We zijn veel te aardig voor elkaar. Het is een sociaal experiment.’
Ik lach: ‘Dat is de bedoeling ook. Uit jullie comfortzone.’
‘Waarom zitten we niet gewoon in een kantoorruimte om dit vraagstuk om te lossen’, vraagt Jorren aan Edwin (oprichter Clean2Antarctica). ‘Dat had een stuk makkelijker geweest.’
‘Omdat we elkaar nu op een manier zien die je in een kantoorpand nooit zou zien. Je deelt je hut, eet en werkt samen, we stinken allemaal en we zien elkaar op ons slechtste en ook beste moment. We worden hier niet afgeleid; geen internet, geen buitenleven en geen privé. Je kan niet even weglopen. Je moet hier verantwoordelijkheid nemen. En staat heel dichtbij de natuur. De oceaan waar opeens dolfijnen in de lucht springen…’
‘Wow, een vallende ster’, wordt er geroepen. ‘Vertel verder…’
‘Dit alles’, Edwin gooit zijn armen in de lucht. ‘Zorgt ervoor dat wat er ook uit jullie brainstormsessies komt, nu al een succes is. Jij ervaart het ongemak te omarmen. Want je zit nu doodmoe op dit schip omdat je uit je bed werd getrokken om een zeil te hijsen. Over een paar uur moet je weer vergaderen over hoe Teijin de eerste stap kan zetten om circulair te worden. Jij hebt de eerste stap al gezet.’
‘We gaan pannenkoeken bakken!’ roept Jenny enthousiast.
‘Ik neem het roer wel over.’ Ik sta op en ga achter het wiel staan. ‘Ik ben geen keukenprinses.’ Daarnaast wil ik niets missen op zee, vooral niet wanneer de zon opkomt. Rond half acht ontwaakt de rest van het schip. Tijd voor ontbijt. Harry de kapitein neemt het stuurwiel over.
‘De rode wacht zijn iets aan de late kant…’
Brendan en Sija komen het achterdek op rennen.
‘Zijn er nog pannenkoeken?’
‘Ze zijn allemaal op Gerie’, lachen ze.
Na twee heerlijke pannenkoeken kruip ik mijn kooi weer in. De golven zijn iets gaan liggen…ik word in een diepe slaap gewiegd.
‘Goedemorgen Morgensterretje.’ Na een drie uur maakt Harry ons wakker. ‘Crew meeting in fifteen minutes.’
Happy Hour
We varen al paar dagen met dezelfde wind en koers, dus veel getrek aan de lijnen zit er niet meer in.
‘Tijd voor een opfriscursus!’ Jenny tekent op het middendek de zeilen, de lijnen en de ra’s.
Onder een brandende zon hijsen we de zeilen met krijtjes.
‘Lunch is ready’, wordt er geroepen door de intercom.
‘Pizza! Wat worden we toch verwend.’ Ik klap in mijn handen.
Voor straf moet ik koper poetsen…
Na de lunch is het tijd voor ‘Happy Hour’. Ik sta nog te kletsen met Edwin en Liesbeth.
‘Sorry, ik moet nu echt weg…’
En ja hoor… voor straf moet ik koper poetsen van mijn wachtmaatjes.
‘Moet je maar niet te laat komen voor ‘Happy Hour’.’ De vuilniszak met poetsdoeken en brasso wordt in mijn handen gedrukt. Op het achterdek poets ik de koperen bel terwijl Harry en Marian vertellen over hun avonturen op zee. Prachtige verhalen over plekken die ik nog mag ontdekken.
Voordat mijn wacht weer ingaat vraag ik of Jana (de kok) nog hulp nodig heeft.
‘Nee hoor, een paar meiden helpen me straks met broodbakken. Dat is fijn.’
Nog een uurtje te gaan, dus ik zoek met mijn boek een rustig plekje op het voordek.
‘We hebben een vraag?’ Job en Pepijn komen naast me zitten.
‘O, jee wat heb ik nu weer verkeerd gedaan?’
‘Nog niets’, lachen ze. ‘Als we in Tenerife zijn willen we een cocktailparty organiseren. Wil je ons daarmee helpen?’
‘Natuurlijk.’ We nemen de plannen door en de boodschappenlijst.
Tijdens mijn wacht ga ik met Jade en Marieke de mast in. We vliegen over het water… net zo hard als de tijd vliegt aan boord van de Morgenster.
‘We gaan dit keer tot de top’, zegt Jade.
Argwanend kijk ik omhoog. De boot schommelt heen en weer en op het tweede platform wordt het wel héél krap met zijn drieën.
‘Ik heb het wit van de top aangeraakt’, roept Jade. ‘Ik ga weer naar beneden. Vind je dat erg Gerie?’
Ik sta achter Jade op de touwladder: ‘Nee hoor’, zeg ik opgelucht. ‘Ik ga ook wel naar beneden, niet alles op één dag. Morgen weer een nieuwe dag.’
Om acht uur is de wisseling van de wacht, de rode wacht neemt het van ons over en brengen zoals elke avond muziekinstrumenten met zich mee. In de saloon staat het avondeten op tafel; couscous met groente uit de oven en meloen met ijs als dessert.
‘Nomnomnom.’
Op het achterdek speelt Claire op de fluit en Harry op zijn gitaar. De studenten maken een lied over deze reis. De zon zakt in de zee en ik duik mijn hut in, om weer om kwart voor vier gewekt te worden.
Het ongemak op zee om daarna beloond te worden door nieuwe plekken…
‘En? Weet je het antwoord al?’
Het is de laatste nacht op zee met deze 21 ‘bright minds’.
‘Gewoon… Het leven op zee. Maakt niet uit hoe ik door de wind wordt voortgetrokken of het nu op mijn negen meter bootje is in een flinke storm of op een vijftig meter boot met een groep studenten onder de Spaanse zon. Het gaat om de reis, het avontuur, wat we onderweg leren van elkaar. Het ongemak soms op zee om daarna beloond te worden door nieuwe plekken: Ilse of Wight, Cascais en Porto Santos. Plekken waarvan ik niet wist dat ik ze zou bezoeken.’
‘Ja, dat had ik ook nooit verwacht.’
Ik denk terug al de vele mooie momenten op zee: ‘Hoe je vanaf het water een vulkaan zit opdoemen, springende dolfijnen, walvissen, de hoge golven en de knalblauwe zee… Ik kan nog wel even doorgaan. Na een maand verveeld het nog steeds niet. Al hoef ik op mijn zeilboot geen koper te poetsen’, lach ik. ‘En… ik mis jullie nu al.’
De reis met de eerste Quest for Change is voorbij. Op naar de volgende Quest for Change richting de Caraïben. Waar ik met mijn zeilboot (Xtra Dry) dit jaar naartoe zeil? Dat is nog een grote verrassing. Nu al een avontuur! Niet weten waar de wind ons brengt.