Karma-blog: een moeizame start
Ondertussen zijn we lekker aan het varen, maar de start van deze oversteek over de Zuidelijke Indische Oceaan is moeizaam en daar zijn we nog niet doorheen. Een korte update …
Als we de laatste tros losgooien in Port Elizabeth, klinkt vanuit de Algoa Bay Yacht Club ineens luid de bel. En nog een keer. Op het balkon staan de members, bezoekers en staf uitbundig naar ons te zwaaien en een goede reis te wensen. Die had ik niet zien aankomen. Wat een warm afscheid uit de friendly city. Zelfs als we de laatste boot op de pontoon al gepasseerd zijn, staan er nog mensen te zwaaien.
Zodra we de zeilen hijsen, krijgen we ook nog even te maken met de andere bijnaam van Port Elizabeth. In de havenkom van de windy city trekt het aan tot 27 knopen. Windkracht 7. We laten de bezaan voorlopig nog op de giek gevouwen en vertrekken met een rif in het grootzeil en een deels ingerolde genua. De wind komt gelukkig uit het westen en dat maakt dat we vrij snel naar de rand van het continentale plat zeilen.
Bij deze schommelkoers heeft zelfs de meest ervaren bemanning moeite om niet zeeziek te worden.
Precies volgens de voorspellingen neemt de wind de komende uren af en zetten steeds meer zeil bij. Karma schommelt ongemakkelijk bij deze voor-de-windse koers. Tijdens het koken sta ik onafgebroken met van alles te jongleren om het maar niet op de grond te laten vallen. De chicken curry gaat er goed in, maar komt er niet veel later bij Terry ook weer net zo soepel uit. Niet zo gek trouwens, want bij deze schommelkoers heeft zelfs de meest ervaren bemanning moeite om niet zeeziek te worden.
Karma beweegt hoekig alle kanten op en de respons op het roer is beperkt.
De eerste nacht lossen Jorge en ik elkaar om de vier uur af. Terry mist nog de ervaring die nodig is om zelf een wacht te kunnen draaien, laat staan een nachtwacht in deze omstandigheden. We kienen het zo uit dat we het hefstigste deel van de Alguhas current passeren tijdens mijn wacht. Dat is volgens de boekjes op de 200 meter lijn. Zo’n vijf mijl voordat we daar zijn kan ik het effect van de stroming al goed voelen. Karma beweegt hoekig alle kanten op en de respons op het roer is beperkt.
De snelheid over de grond varieert van nul tot tien knopen. Aan weerszijden van de 200 meter lijn tref ik bovendien een stevige tegenstroom die ons juist naar het noorden weg zet. Af en toe geef ik meer dan 25 graden roer, maar in deze pikdonkere nacht zijn we een speelbal van het water. En van de wind. Die draait in de loop van de nacht naar het oosten en neemt weer flink in kracht toe.
Onze track op de kaart is frustrerend en alleen maar te verklaren doordat het effect van de Alguhas Current veel groter is dan ik had ingeschat
Na het passeren van de stroming, varen we al snel hoog aan de wind en een voor een gaan de reven er weer in. Ik vind het moeilijk om te bepalen op welk moment we overstag moeten. Volgens het routeringsprogramma hadden we dat al lang moeten doen, volgens mij moeten we vooral doorvaren. Toch laat ik me verleiden om het advies van de software te volgen, met as effect dat we precies twee dagen meer dan 140 mijl gevaren hebben, maar slechts 60 mijl zijn opgeschoten. Dat had ook in deze condities ook gewoon in één dag gekund. Onze track op de kaart is frustrerend en alleen maar te verklaren doordat het effect van de Alguhas Current veel groter is dan ik had ingeschat. De routeringssoftware heeft helemaal geen zicht over de stroom. Voortaan toch eigenwijzer zijn.
De luikjes zitten dicht en ik houd van binnenuit de wacht. Terry en Jorge liggen te slapen.
Na precies drie dagen hebben we vanaf Port Elizabeth hemelsbreed zo’n 165 mijl afgelegd. Die afstand haalden we op de Atlantic bijna in één dag. Toch klaag ik niet, want ik ben blij dat we zonder kleerscheuren of noemenswaardige incidenten weer diep water onder de kiel hebben. Ondertussen blijven we hoog aan de wind ploeteren tegen 22 knopen in. Af en toe zijn er uitschieters naar 27. De zeilen zijn goed gereefd en kunnen het hebben. De luikjes zitten dicht en ik houd van binnenuit de wacht. Terry en Jorge liggen te slapen.
Ik verwacht morgen vrijwel onveranderde condities. Donderdag krijgen we er weer van langs met een flink portie regen en veel meer wind dan nu. 35+ knopen. Dat kan er prima bij. De start van deze tocht is toch al moeizaam. Vanaf vrijdag lijkt het beter te worden en krijgen we Westerlies. Die zouden ons met minder ongemak meer de goede kant op moeten sturen. Ik kijk ernaar uit. Australia, it is a long way…