Hondenwacht 32 – Op vol vermogen
Buiten bereik. Mijn mobiel schreeuwt om contact, zendt op vol vermogen de boodschap uit dat ik er ben en dat ik praten wil, wil appen, sms-sen, het weer bekijken. Maar er is niks. Geen service, zegt het scherm al de hele dag. Het driehoekje dat de ontvangst aangeeft, is leeg.
Geen puntje, geen stipje, alleen een flauwe contour die laat zien dat het anders kan, alleen niet hier en nu, niet vandaag nu ik je wil vertellen dat er sterren zijn, dat de maan vol is en het water glanzen laat, dat een vriendelijke wind ons comfortabel voortblaast, dat het fris is aan dek, dat ik graag even naast je zitten zou en me warmen aan je hand, je wangen, je lippen.
Het derde uur begint en ik zit aan de kaartentafel te werken op mijn tablet. Ik tik het woordje ‘een’ en de spelling suggereert om door te gaan met ‘dooie’, ‘vrouw’ of ‘zeilboot’.
Ik wilde schrijven: een passagiersschip aan de horizon. In gedachten ben ik daar aan boord en dans terwijl het orkest enthousiast een walsje speelt.
Het is een overval. In een paar minuten trekt de wind aan van een gemoedelijke twaalf knopen naar vierentwintig en meer. Voorspeld was het niet. ‘Even aankijken,’ zegt de schipper, maar vijf minuten later is de wind alleen maar harder geworden. We halen de kluiver weg, reven het grootzeil en stuiven door de golven.
(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)