“It’s not a Ferrari”

foto-griekenland-gerie
‘We raken aan een derde ticket,’ roept Cornell terwijl hij de lijnen aan het opschieten is.
‘Welnee,’ lacht onze zeilleraar en neef Klaas Jan. ‘Gaat helemaal goed komen man.’ Hij slaat Cornell op de schouders.
‘Weet je het zeker?’ Vraag ik aarzelend.
Het is eind augustus 2015. Vanaf april leert Klaas Jan ons wekelijks het reilen en zeilen op zijn zeilboot Inspirit. Ons examen is in Griekenland. In september gaan we flottielje zeilen. Oftewel voor het eerst ‘solo’, zonder Klaas Jan het water op.
‘Jullie kunnen makkelijk samen varen daar,’ zegt Klaas Jan. ‘Dat doen jullie hier toch ook.’
‘Maar we maken nog steeds fouten en jij bent er straks niet om in te grijpen.’
Klaas Jan schudt zijn hoofd: ‘Gewoon blijven opletten. Als je aan een lijn trekt en het gaat niet. Kijken waarom niet. En goed blijven communiceren met elkaar.’
Cornell en ik kijken elkaar lachend aan.

Gewoon blijven opletten. Als je aan een lijn trekt en het gaat niet. Kijken waarom niet.

‘You’re lucky. You get a upgrade.’
We zitten in het kantoor van de bootverhuur in Lefkas. De iets wat gezette Griekse dame pakt wat papieren bij elkaar en kijkt ons van onder haar bril doordringend aan.
‘Upgrade?’ Vragen we angstig in koor.
‘Yes,’ lacht ze hard. ‘A bigger boat. A better boat. A verry nice one…,’ ratelt ze door terwijl ze de papieren in orde maakt.
Voor we het weten staan we weer buiten in de gigantische jachthaven met in ons handen de sleutel van een 12 meter zeiljacht. We hadden thuis een 9 meter zeiljacht gereserveerd. Iets kleiner dan de boot waar we het zeilen op hebben geleerd. Die boot is door een storm kapot gevaren, dus krijgen we een ‘upgrade’.
‘Daar gaan we dan…’ lacht Cornell ongemakkelijk. ‘Alize heet ze. Een Beneteau Cyclades.’
We gooien onze tassen op de rug en lopen langs tientallen masten naar de nieuwe jachthaven waar Alize ligt. Ik ben best zenuwachtig, maar het voelt niet naar. Gezonde spanning.
‘Ik zie haar,’ ik wijs naar de gigantische dame en sla een hand voor mijn mond. Het jacht heeft zelfs twee sturen. Twee. Zo breed is ze.
Cornell bijt op zijn lip.

Ik wijs naar de gigantische dame en sla een hand voor mijn mond. Het jacht heeft zelfs twee sturen.

‘Hello my friends. You’re the lucky ones that take my boat,’ met een brede glimlach geeft de Griekse man ons een hand. ‘I’m Panos.’
Voorzichtig legt Cornell uit dat we een andere boot hadden geboekt, dat we beginnende zeilers zijn en dat we ons dus een beetje zorgen maken.
‘No panic,’ zegt Panos. Hij legt uit dat Alize een handzame en makkelijke boot is. We worden gerustgesteld. Ook vertellen we dat we thuis van een fanatieke wedstrijdzeiler les hebben gehad op een Dehler.
‘Ah…’ Panos stopt met lachen.
Ik zie de paniek in zijn ogen.
‘It’s not a Ferrari.’ Hij haalt zijn handen over de klemmen heen. ‘Don’t’ ask too much.’
‘Panos no panic,’ Cornell schudt zijn hand. ‘We treat here well.’

‘Geer, snel…. Geer,’ roept Cornell.
Ik sta in de kajuit te afwassen en kijk uit het raampje naar de azuurblauwe zee die omringd wordt door groene gigantische toppen van bergen. Ik bedenk me dat ik niet eens weet wat voor dag het is. Helaas is er nog geen wind. We varen op de motor van Kefalonia richting Ithaka.
‘Geer,’ roept Cornell nogmaals.
Ik schrik en sprint omhoog. ‘Wat is er?’
‘Kijk!’ Hij wijst naar het water. ‘Dolfijnen.’
Tientallen dolfijnen zwemmen rond onze boot. Ik maak een sprongetje en pak mijn camera. ‘Die beesten zijn vliegensvlug.’
‘Staan ze erop?’ Vraagt Cornell.
‘Ja, denk het wel.’ Ik leg mijn camera weg. ‘Ik bekijk ze liever met mijn eigen ogen dan door de ogen van de camera.’
We knijpen in elkaars hand. Wat is dit bijzonder. Ze dansen om ons heen. Alsof ze ons een groet komen brengen. Na een paar minuten en flink wat sprongen zijn ze weer weg.

Ik bekijk ze liever met mijn eigen ogen dan door de ogen van de camera.

fofo-griekenland-cornellDe wind trekt aan en we hijsen de zeilen. De motor gaat uit. En dan is er alleen nog het geluid van de wind, de warme wind. De zon streelt mijn schouders en laat kristallen achter op het blauwe water. Cornell zit achter het roer en met ruim 6 knopen vliegen we over de Griekse zee.
‘Het is gelukt,’ zeg ik trots. ‘Wij tweeën op een 12 meter jacht van het ene prachtige eilandje naar het andere nog mooiere eilandje varen.”
Aan het einde van de middag komen we aan in een van de baaitjes van Ithaka.
‘We hebben dolfijnen gezien,’ roep ik naar de andere schippers in de baai.
‘Dan mogen jullie van geluk spreken want dat komt niet vaak voor,’ zegt de flottieljeleidster Ineke.
We gooien het anker uit en varen achteruit. Het is een lastige klus want er staat een flinke dwarswind. Ineke geeft door de marifoon goede instructies en het lukt ons om de boot tussen twee andere boten te krijgen. Een paar schippers die ook meevaren met de flottielje helpen ons om de lange lijnen aan de rotsen vast te maken. Wanneer Alize netjes ligt aangemeerd duik ik vanaf de punt van de boot in het water. Aan dit leven kan ik wel wennen.

Gerie Smit

Nu onze boot op het droge staat voor een winterslaap is het tijd om terug te blikken op ons eerste seizoen op het water. Laat gerust een reactie achter. Als beginnende zeilers hebben mijn man en ik nog veel te leren. Tips zijn meer dan welkom.

foto-griekenland-baai

 

 

 

 

 

Reacties

Reacties