Controle midden op zee
Onze vrienden hebben geheel in eigen beheer hun prachtige zeilschip afgebouwd. Het is een prachtig Gerard Dijkstra ontwerp, maar géén Bestevaer. Ze is namelijk niet bij K&M gebouwd maar bij Aluboot in Hindeloopen. Ze hebben er inmiddels al een paar jaren plezier van en ze maken mooie reizen, dit jaar was de bestemming ‘een retourtje Azoren’…
Het zijn twee ervaren zeezeilers die hun mannetje (en vrouwtje) staan, ook tijdens zwaar weer. Ze hebben hun zaakjes dan ook altijd goed voor elkaar en zijn op veel dingen voorbereid. Als ze de reis langs de Engelse, Franse en Portugese kust maken, komen ze uiteraard af en toe in aanraking met de autoriteiten die de papieren even willen inzien en wordt het haast een routineformaliteit. Op de terugreis vanaf de Azoren schijnen ze ineens verdacht te worden… Niet vreemd als je uit de statistieken kunt halen dat acht van de tien schepen die terugkeren van de Azoren ‘verdachte waar’ aan boord schijnen te hebben…
Onze vrienden zijn bijna in Nederland en proberen krampachtig hoogte te houden, omdat de wind in de verkeerde hoek zit, als ze voor de Maasmonding langs varen richting IJmuiden.
Het schip komt van de Azoren en dan ben je per definitie verdacht
In de verte doemt het douanevaartuig de ‘Zeearend’ op en praait het koppel via de marifoon. Na enkele vragen willen ze aan boord komen, want het schip komt van de Azoren en dan ben je per definitie verdacht. Even later ontstaat er actie aan dek van het dreigende vaartuig en er wordt in de onrustige zee een grote zwarte rubberboot van het dek gehesen. Er springen een aantal zwaar bewapende mannen in, die de reis over het knobbelige kustwater naar ‘hun prooi’ ondernemen.
Onze vrienden worden wederom opgeroepen met de boodschap dat ze moeten afvallen omdat de mannen zo niet aan boord kunnen komen.
“Ben je nou helemaal betoeterd. Ik ben urenlang hoogte aan het winnen, en dan komen jullie me vertellen dat ik dat moet opgeven? Bekijk het maar! Ik heb de preekstoel achter los, zodat jullie gemakkelijk vanaf het achterschip aan boord kunnen stappen!” antwoord onze zeeman.
Er wordt enige tijd gesteggeld, want de douaneschipper wil pertinent langszij komen; onverantwoord op dit wilde water. Uiteindelijk wordt er een compromis gevonden door de zeilen te strijken en op de motor te gaan varen, opdat ‘de zwarte bende’ dan met de rubberboot veiliger aan lijzijde langszij kan komen, om de mannen over te zetten. Grote verbazing bij het echtpaar als de klungelschipper de lompe rubberboot tóch aan loefzijde tegen het zeiljacht aanramt… Het werd een aanéénschakeling van gestuntel en één van de mannen klettert zelfs lomp over het railingwerk op het voordek, terwijl de schipperse het ‘railing’ poortje midscheeps voor hen had opengemaakt. Beduusd krabbelt hij na de ongemakkelijke landing overeind en slingert onbeholpen over het hakkende zeilschip, dat nu op de motor een heel stuk oncomfortabeler vaart…
Eenmaal aan boord, blijkt uit de vragenstelling al snel dat onze vrienden zeer verdacht zijn en ze willen het hele schip doorzoeken in deze hobbelige kustwateren.
“Ga je gang en veel succes!” lacht de schipper die weet dat hij niets te verbergen heeft.
Alles wordt minutieus doorzocht en zelfs de tas met vuile was- en ondergoed wordt zonder gêne binnenstebuiten gekeerd! Ze willen onder de vloeren kijken en ieder luik moet open.
Dan valt de man zijn blik op het mangat van de watertank. Daaraan is te zien dat die recent open is geweest. De schipper legt beheerst en in alle rust uit, dat de tankmeter dienst weigerde en dat hij die onlangs heeft gerepareerd.
“Mooi verhaal, maar ik wil in die tank kijken!” dreigt de diender.
Er ontstaat een felle discussie, waarin de schipper aangeeft dat hij op generlei wijze voornemens is om op volle zee de nokvolle watertank te ontdoen van het mangatdeksel.
“Man… je kunt toch op je klompen wel aanvoelen dat ik dan het hele schip, dat nu kurkdroog is, vol water heb staan!!”briest onze – inmiddels knap geïrriteerde – schipper.
“Ik ben best bereid dat deksel er voor je af te schroeven, maar niet nu, en niet hier!” roept hij.
De diender kijkt hem aan en vraagt of de schipper al gepensioneerd is en of hij schulden of een hypotheek heeft… Met stomheid geslagen antwoord hij:” Nou moe! Zie ik er zo oud uit? Nee man… ik heb geen schulden, ben vroeger gestopt met werken, heb mijn huis vrij en heb gelukkig door hard werken een paar centjes op de bank staan…! Check me maar, dat kunnen jullie zo, want je hebt mijn sofinummer al genoteerd!”
Even later vertrekt het gezelschap en laat het echtpaar met rust. De zeilen kunnen weer omhoog, maar ze zijn inmiddels toch een paar uren achter op hun schema geraakt…
Als ze het vermakelijke gebeuren onder het genot van een goed glas wijn bij ons aan boord vertellen, voegt de schipper er aan toe: “En dan te weten Evert, dat jullie vrienden dezelfde reis aan het maken zijn, want we kwamen ze in Engeland tegen. Ze vertelden ons dat ze speciaal brood bakken aan boord. Toen ik vroeg hoe ze het meel goed en droog hielden, vertelden ze dat ze ettelijke kilo’s bakmeel vacuüm verpakt hebben en dat in aluminiumfolie rollen hebben opgeborgen onder de vloer…. !”
Het duurde tot laat die avond voordat onze tranen van het lachen op waren….