Erfgoed

erfgoed hoogaars arm 27
Foto: Stichting Museumhaven Zierikzee/Cees van Egmond

Misschien heb je het bericht wel gelezen in de PZC: een roemloos einde dreigt voor de in 1932 gebouwde motor-hoogaars ARM 27. Nou is ‘roemloos’ in dit verband een beetje een typische woordkeus. Immers: de ARM 27 zou door de duikbond NOB worden afgezonken om dienst te doen als ‘duikobject’. Maar de NOB ziet daarvan af omdat het schip zelfs daarvoor te slecht is… Da’s apart, maar goed. Wie er een euro voor over heeft, mag de ARM 27 opladen en meenemen en er daarna kruiwagens vol geld in gooien om het schip te restaureren. Want álles is te restaureren, laten we dat voorop stellen.

Het bericht deed me terug denken aan het restauratieproject ‘Marina’ waar ik als Waterkampioen-redacteur zeer nauw bij betrokken was. De Marina was de eerste in Nederland gebouwde volksboot (Kraaier, 1945) en verkeerde in behoorlijk slechte conditie toen de Waterkampioen haar kocht. Na een keuring door – toen nog – de ANWB-experts die helaas ’t één en ander over het hoofd hadden gezien. Volgens Jachtbouwer Benno Rexwinkel – waar we het schip zouden ‘opknappen’ – hadden we er slechts twee keer teveel voor betaald…… Eenmaal in de loods begon eerst het sloopwerk. En iedereen die wel eens aan een oud bootje heeft geklust weet: ’t wordt alleen maar erger. En dat werd het ook. Uiteindelijk bleef er van de oorspronkelijke Marina zo goed als niets over en werd het gewoon een nieuw schip. Ik ben zelf na 1000 uur strippen, schuren en schilderen maar gestopt met het tellen van m’n uren. De Marina moet de Wielrijdersbond uiteindelijk meer dan een ton hebben gekost; nieuwbouw had wellicht goedkoper geweest. Maar dat deed er niet toe: we hadden Nederlands maritiem erfgoed veilig gesteld voor de eeuwigheid en dat mocht gezien worden. Dus zetten we haar neer op de Beurs Klassieke Schepen in Enkhuizen. Nog zonder interieur, maar buitenom spic en span.

Zo trots als een aap met een gouden lul zat ik in de kuip en vertelde het verhaal aan een ieder die het maar horen wilde. Aan het eind van de dag kreeg ik bezoek van een Zweed. Met een vorsende blik liep hij langs de boot, voelde aan de romp, inspecteerde de kuip. “Wat is dit?” wilde hij weten. Mijn ego was al bij voorbaat gestreeld: een Scandinaviër! Iemand uit de regionen waar de volksboot z’n roots had. Die zou ik wel eens even vertellen hoe wij de allereerste volksboot in z’n soort in Nederland van de ondergang hadden gered. Daar zou hij vast diepe bewondering en waardering voor hebben. Toch? Dus deed ik vol enthousiasme het verhaal, hier en daar nog een schepje er bovenop voor wat extra dramatisch effect. Na afloop keek hij me oprecht verbaasd aan. “Jullie zijn hartstikke gek”, was z’n eindoordeel. “Bij ons gooien we zo’n oude boot gewoon weg en bouwen we een nieuwe.” Ik was met stomheid geslagen. Misschien ook wel omdat hij een punt had waar ik niet omheen kon. Zelfs maritiem erfgoed is relatief, helaas.
Jan Briek

Reacties

Reacties