Ruim 40 jaar geleden begonnen op het voormalige eiland Marken, zijn De Zeezeilers alweer jaren gevestigd in Harlingen van waaruit zij hun instructietochten plannen. Voor de deur de Waddenzee, een van de meest unieke en uitdagende zeilgebieden in Europa als het gaat om navigatie en tochtplanning. Bij De Zeezeilers kan je terecht voor theoretische en praktische CWO of RYA-cursussen of avontuurlijke tochten en oceaanoversteken. De instructeurs zijn ervaren en gecertificeerde zeezeilers die er plezier in hebben hun kennis over te brengen op de cursisten. Maandelijks vertellen zij over hun ervaringen op Zeilhelden.
Letterlijk of figuurlijk? Nee, letterlijk én figuurlijk! In het eerste deel van onze zeilreis namen we de drempel van de Noordzee, een figuurlijke drempel. Nu gaan we letterlijke drempels nemen, de drempels die voor de ingangen van de Engelse East Coast rivers liggen. Vanuit Lowestoft willen we zuidwaarts langs de Engelse oostkust richting Harwich. Deze kust is prachtig en een waar paradijs voor elke zeiler. Een handvol rivieren stroomt hier de Noordzee in en elke rivier deponeert haar sediment in de vorm van zand- en grindbanken voor haar monding. Drempels genoeg om tussendoor of overheen te navigeren!
We gaan niet zomaar aan deze bijzondere tocht beginnen. Met behulp van zeekaarten, de Reeds almanak en de onvolprezen East Coast Pilot bereiden we ons in detail voor; we willen de trip maken met behulp van klassieke navigatiemethoden. De plotter zal alleen stand-by staan voor de veiligheid. Onderweg willen we de river Blyth aanlopen, tussen de zandbanken door bij Orford Ness en langs de mondingen van de Ore en de Deben. Onze bestemming is Shotley Marina, een haven op de plek waar de rivieren Stour en Orwell samenvloeien. Zoveel rivieren op één dag; we hebben er zin in!
Het aanlopen van de river Blyth vergt wat rekenwerk. Er ligt een drempel voor de ingang die door onze Albatros slechts tijdens een smal tijdvenster kan worden overgestoken. In dat venster willen we aanlopen, een stuk de rivier opvaren en weer uitvaren. We bedenken dat we bij aanvang van het tijdvenster voor de monding willen liggen zodat we het maximaal kunnen benutten. Vervolgens schatten we duur van het rak vanaf Lowestoft in, et voilà, de wekker gaat om 06:00 uur.
Als we in de vroege ochtend de havendienst oproepen krijgen we direct toestemming om te vertrekken. Maar let op zegt ie: er komt je een supply vessel tegemoet net buiten de havenhoofden. Begrepen, we zullen erop letten. Gloep… is de haveningang zo smal of is dat schip zo groot?? Heel langzaam vaart een gigantisch werkschip richting de havenhoofden terwijl wij onze boeg buiten de pieren steken. Zoveel mogelijk naar stuurboord… ondertussen houden we de dieptemeter in de gaten… ho, ho niet te ver, daar ligt de eerste zandbank van vandaag.
We hijsen de zeilen en verlaten Lowestoft via het Stanford Channel. Na een uurtje doemt Southwold op, een stadje net ten noorden van de Blyth. De almanak en de pilot waarschuwden ons dat de rivier niet bij alle windrichtingen is aan te lopen. De branding op de drempel gooit dan roet in het eten. Daarom hebben we vooraf een beslismoment afgesproken: we lopen alleen aan als de zeegang niet te ruig is én we aan het begin van het tijdvenster zitten. Bij de monding evalueren we onze criteria: het wordt een ‘go’!
We volgen de aanwijzingen van de pilot nauwgezet en glijden een smal riviertje op. We houden de dieptemeter voortdurend in de gaten; gelukkig komt ie niet onder de minimum diepte die we hadden berekend. We vinden de aanblik van het riviertje erg bijzonder: zo moet het wilde westen van Amerika er ongeveer hebben uitgezien. We zien een ‘rural’ omgeving, overal houten schuren en schuurtjes met de gebruikelijke rommel daaromheen. Voetgangers worden met een roeiboot overgezet. Er ligt een vissersboot aan de kade. De visser is aan het werk; hij kijkt op. Meewarig roept ie ons toe ‘Are you lost?’. We grinniken en varen verder. Voordat we keren en uitvaren oefenen we nog wat met ferry gliding op het stromende water.(ferry gliden, het zijwaarts inparkeren van de boot door de stroom dood te varen).
Nauwkeurig peilen hebben we snel onder de knie. Terwijl we langs de kust naar het zuiden zeilen vinden we peilobjecten te over. En als ze er niet zijn dan maken we ze zelf. Voortdurend bepalen we zo onze positie doormiddel van transits (positie bepalen door middel van twee vaste objecten in een lijn). De zandbank bij Orford Ness verraadt zichzelf; over bakboord, aan de zeezijde dus, zien we witte schuimkoppen. We staan op scherp, we willen niet op die zandbank terechtkomen. Met peilingen en dieptecontouren navigeren we veilig achter de bank langs. De doorgang wordt steeds smaller en de stroming navenant sterker. Met een lekker vaartje worden we uiteindelijk weer de open zee opgeblazen. We did it!
De zeekaart toont nu een ‘recommended yacht track’ richting Harwich. Is ‘recommended’ een Engels understatement? We volgen de ‘recommended yacht track’; goed zeemanschap voorop. De route voert ons langs de monding van de Ore, langs aanlooptonnen met sloom klepelende klokken en langs talloze Martello torens. De aanloop van Harwich verloopt voorspoedig; het voorbereide boeienlijstje blijkt superhandig. Als we Shotley Marina naderen roept de verkeerscentrale ons op: of we medewerking willen verlenen aan een oplopende kustvaarder die de Stour wil opdraaien. Nadat het schip voorbij is worden we vriendelijk bedankt.
Ook de laatste mijl van de dag heeft iets bijzonders in petto: de marina is alleen te bereiken via een smalle geul met een stevige dwarsstroom. De havenmeester geeft aanwijzingen: wacht bij de steekbakens die het begin van de geul markeren en begin de aanloop pas nadat ik de sluis gereedgemaakt heb. Dan kun je in één run de geul door en de sluis in. Dat doen we. Tijdens de aanloop houden we alle vier gespannen de transits in de gaten. De stuurman compenseert het stroomverzet vakkundig; in een rechte lijn varen we door de geul. Piece of cake. Eenmaal in de marina is er net genoeg water onder onze kiel. Of course, zegt de havenmeester, met doodtij kan ik het havenbassin niet volledig vullen. Drempels zijn blijkbaar overal… weer wat geleerd. Wat een dag. Heel erg tevreden trekken we een steigerbiertje open. Pin Mill here we come!
Wim van Herwijnen
(Foto’s van de deelnemers zijn met hun toestemming gepubliceerd)