‘Ik ben in het verkeerde land geboren’

 

‘We redden het niet,’ roep ik boven de wind uit. De windmeter geeft 25 knopen aan. Ons zeiljacht is veranderd in een speelbal van de zee. Een wasmachine is er niets bij. De grijs groene zee met zijn witte schuimkoppen klotsen tegen de boot. Samen met de zuidwestenwind worden we richting het noorden ‘gegooid’. Mijn hoofd zit vol watten na een nacht doorzeilen en niet goed kunnen slapen. De haveningang van Ramsgate is nog nooit zo klein geweest.
‘Naar de rooie boei sturen,’ ik wijs naar de boei op de pier van zwarte stenen.
‘Dat doe ik,’ roept Cornell.
Ik zit aan stuurboord en zie de groene boei op de pier steeds dichterbij komen.
We gaan 1 á 2 knopen vooruit.
‘Verliest onze motor het van de wind en de stroming?’ Ik sluit mijn ogen.
Cornell heeft de helmstok in zijn handen: ‘Niet in paniek raken. Ik red het makkelijk.’
Ik kan niets doen… alleen afwachten dat dit wasprogramma voorbij is.

We raken aan plan B. Wordt het Noorwegen of Zuid-Engeland?

Met een koud biertje en een tafel vol Noorse zeekaarten zitten we in de Scheierstoren in het centrum van Amsterdam. Buiten waait het stevig. Windkracht 7, een mooie dag om zeekaarten te kopen bij Harri. Thuis bekijk ik alle kaarten en havens die we willen aanlopen in Noorwegen.
‘Er is niet echt goed weer voorspeld,’ zegt Cornell. ‘Noordenwind en boven de 20 knopen. We raken aan plan B, Zuid-Engeland?’
Dat plan hadden we vorig jaar. Vanwege de flinke zuidwestenwind zijn we toen richting het noorden van Engeland gezeild. Op onze terugreis kwamen in onze eerste storm terecht:

LEES OOK: Deze storm kwam iets te vroeg

Onze vertrekdatum komt steeds dichterbij en zo ook de zeekaarten van Zuid-Engeland. En er worden nieuwe kaarten aangeschaft van de kust van Noord-Frankrijk. De voorspelde harde noordwestenwind maakt de keuze uiteindelijk makkelijk. We gaan naar het zuiden.

Motorpech
Voor de pier van IJmuiden hijsen we de zeilen en nét voordat we de motor uitzetten begint de motor te protesteren. Een keihard alarm gaat af en rode lampjes knipperen. Iets wat we nog nooit hebben meegemaakt.
‘En nu?’
We zetten de motor uit. Rust. De zee roept. De wind is perfect en we kijken enorm uit om de oversteek te maken.
‘Dit kunnen we niet gokken. We moeten terug,’ zeg ik met tegenzin.
In de haven van IJmuiden bekijken we de motor. Alles ligt vol olie. We nemen contact op met een monteur, die gelukkig de volgende ochtend bij ons kan zijn. Ondertussen ga ik zelf op onderzoek uit. En dan schiet me iets te binnen.

‘Het peilstokje zit er, denk ik, niet goed in’

Wachten op de monteur in de haven van IJmuiden

‘Het is mijn fout. Ik heb de motorolie gecontroleerd. Het peilstokje zit er, denk ik, niet goed in.’ Met een zaklantaarn schijn ik op de motor. Het peilstokje zit tegen een aftap pijpje aan.
‘Het goede nieuws is dat de motor niet stuk is,’ zegt Cornell opgelucht.
Ik baal. We hebben drie weken vakantie en door deze fout heb ik een dag verspild. Het peilstokje laat ik zitten zodat de monteur zeker kan zien dat daar het lek zit.
‘Zie het als een wijze les,’ zegt de monteur terwijl hij de olie bijvult en de motor schoonmaakt.
‘Doe ik ook. De volgende keer dubbelcheck,’ lach ik verlegen.

 

Het tij verschil is gigantisch in Ramsgate.

Met een schone motor vol verse olie vertrekken we richting Ramsgate. Er staat iets minder wind. Gelukkig is het te bezeilen, al is het geen fijne koers want de wind komt pal van achteren.  In de nacht valt de wind weg en danst de giek door de golven die hoger zijn dan de wind van stuur- naar bakboord.  We komen het windmolenpark voor de kust van Engeland maar niet voorbij en zetten de motor aan. De zon komt op en we besluiten eerst een biertje te gaan drinken bij de Butt and Oyster pub in Pin Mill. Een dag later varen we alsnog naar Ramsgate.

 

 

Keuzestress
In Ramsgate komen de stroomatlas, de Reeds (zeilersbijbel) en de zeekaarten op tafel.
‘Wat wordt de volgende bestemming?’
We willen naar Isle of Wight, dat betekent dat we de stroom mee, maar ook tegen hebben. Zeilen tegen de stroom in, is gekkenwerk. Tenminste dat zeggen de meeste zeilers.
‘We kunnen ook richting Frankrijk.’ Cornell pakt de Franse zeekaart erbij. ‘Er staat waarschijnlijk te weinig wind om te zeilen. Of Eastbourne? Dan hebben we de stroom ook zes uur tegen met geen wind. Of we blijven hier nog een dag. Overmorgen is er meer wind voorspeld.’
‘Ik wil niet nog een dag in Ramsgate blijven.’ Ik sla de Reeds open om erachter te komen hoe hard de stroming langs de kust en midden in het kanaal is. Ik zie niet echt een verschil.
‘Als we naar Frankrijk zeilen, hebben we er sowieso minder last van, want dan hebben we de stroming dwars,’ merkt Cornell op.
‘En wellicht is er op midden op het Engels Kanaal meer wind.’
We besluiten naar Boulogne te gaan en daarna naar Eastbourne.

De krijtrotsen laten tranen over mijn wangen rollen

‘Don’t go to Brighton,’ zegt het Engelse stel van ver boven de 70 jaar die naast ons in de haven van Eastbourne liggen. ‘Het is vergaande glorie en midden in de haven zijn ze aan het baggeren.’
Cornell vraagt waar we dan wel heen moeten. Ze stappen aan boord met krantenknipsels van verschillende havens en rivieren. De kaarten worden opengeslagen en ze vertellen over hun zeilreizen langs de Engelse kust. Wat er direct uitspringt is Beaulieu River. De knipsels mogen we houden en we varen richting Brighton, want ondanks de vergaande glorie willen we heel graag die wereldberoemde pier zien. We zeilen langs Beachy Head en de Seven Sisters en worden door een ander Nederlands stel (ook X Yachts zeilers) op de foto gezet. De blauwe zee tegen de witte krijtrotsen laten tranen over mijn wangen rollen. Wat een natuurpracht.

Brighton hadden we niet willen missen. Op de pier drinken we cocktails en het voelt alsof we honderd jaar terug zijn in de tijd. Kinderen rennen lachend over de houtenplanken, het kletter van de karretjes in de achtbaan, ouderen op een bankje die genieten van het uitzicht. En dat allemaal omringd en op het water. Voor iedereen wat te doen. Ik vind het een magische plek.

Terug aan boord komen de stroomatlas en de Reeds weer op tafel. Cowes op Isle of Wight is de volgende bestemming. Eerst kijk ik wanneer het hoog- en laagwater is en dan zoek ik met dat tijdstip de stroming.
‘Ai.’ Ik wrijf over mijn hoofd. ‘Of we moeten om 04.00 uur vertrekken of we kunnen pas na het middaguur vertrekken, maar dan komen ’s avonds laat aan.’
Uiteraard willen met de stroom mee richting Cowes.

Ik ben zo in ban van het getij dat ik de wind vergeet…

Cornell zet de wekker: ’04.00 uur, want dan zijn we met daglicht op de Solent (rivier) en dat schijnt echt heel mooi te zijn. Wat doet de wind eigenlijk?’
Ik haal mijn schouders op. Ik ben zo in de ban van het getij dat ik de wind vergeet.
Met een lichte kater van de cocktails gooien we ’s ochtends vroeg de trossen los. Als de zon hoog aan de hemel staat is de kater verdwenen en zodra we de Solent passeren valt mijn mond open van verbazing. Tientallen… Nee honderden zeiljachten aan de horizon. We naderen Cowes en uit South Hampton komt een tanker de rivier op. Op het Engels Kanaal nemen we flink wat afstand van deze grote dames, maar hier lijkt het net alsof de tanker wijkt voor de zeiljachten. We meren aan in de jachthaven van Cowes die vol met grote wedstrijd jachten en klassieke jachten ligt. De ene race is net voorbij en de volgende dient zich aan.

Zeilmekka

Kinderen varen af en aan de Solent op.

In onze kuip zitten we op de eerste rij van het haventheater van Cowes. Zo zien we hoe de wedstrijd jachten de zeilen wisselen voor hun terugreis naar Frankrijk en hoe de klassieke boten worden gepoetst totdat het hout glimt als een spiegel. Uitkijkend op de Solent tellen we de hele dag door honderden masten. Kinderen in kleine zeilbootjes varen af en aan de rivier op. En het waait er best flink.
‘Ik ben in het verkeerde land geboren,’ zucht ik. ‘Wij wonen aan het Markermeer, maar er wordt door de jeugd amper gezeild.’
Het bruist van de energie op Isle of Wight het zeilmekka van Engeland of misschien wel van de wereld. We besluiten hier een paar dagen te blijven.

 

Gerie Smit

In mijn volgende column zeilen we naar het bosrijke landgoed van Lord Montagu, varen we met laagwater over de Seine richting Honfleur en lees je of we tijdens onze terugreis goed en veilig aankomen in Ramsgate.

 

 

 

Reacties

Reacties