Portret van een eiland in de Deense Zuidzee
Waar ooit waslijnen vol hingen met lange witte onderbroeken en hemden, bromt nu zachtjes de grote Beltbrug in de verte, en komt de maan groots achter de heuvels op.
In een ver korenveld staat een ouderwetse vogelverschrikker in aalscholverhouding.
Extensions gevlochten uit veterwier hangen aan een openstaand raam te drogen in de wind. Alsof Rapunzel zelf haar zware vlechten in de catacomben van het ruim neer heeft laten dalen. Benieuwd naar de ridder die deze keer naar boven komt.
Sokken breien
Bij de visafslag kijkt een enorme kabeljauw wezenloos uit zijn ogen. Zijn kin op de rand van een fel oranje plastic wasmand. Rodspetters worden gefileerd en in snel tempo worden witte visbakken om en om met kabeljauwen gevuld. Telkens als er weer een bak vol is, wordt er een nummertje op de kop van de grootste kabeljauw geplakt.
Op grote keien leren pubers sokken breien en is juf geduldig. Dertig graden bereikt en de linker sok bijna af.
Telefonerende maat op het strand wordt meegenomen in de timelaps opname van de zonsondergang. Rustig heen en weer lopen wordt nu ineens wel erg druk.
Twee kilo kruisbessen worden gehalveerd en vinden in een mooi patroon hun weg op een verjaardagstaart. Één hoekje blijft leeg omdat de bakker zelf eigenlijk niet van kruisbessen houdt.
Jarig en ver van huis. Hierperdepiep hoera klinkt vanaf het achterdek ver door over het water. Thuis vast wel iemand die het hoort.
De lille Spar wordt leeggekocht en de laatste broden keren terug richting schip. Onderweg een veld met spelt passerend. Slechts de buitenste rand staat nog overeind. De rest van de lange aren hebben niet genoeg weerstand kunnen bieden aan de wind die regelmatig over hun koppen raast.
Mosselen
Spierwit vissersbootje vaart richting het strand om zijn verse vis aan “zwemmers” te verkopen. Vlak voor het strand gaat het ankertje overboord. Een vork aan de zijkant van de boot lijkt wel de drietand van Neptunes.
In het ondiepe water van het strandje naast het schip wordt blindelings naar mosselen gezocht. Zittend op de bodem graaien handen en waaieren lange donkerrode haren uit tot een krans.
Vele lege mosselen vinden met een boog hun weg terug in zee. Af en toe is het raak en gestaag vult de puts zich met Zuidzee mosselen. Geur van houtskool vult de haven. Zalm met dille wordt geroosterd, en krabbenpoten met een notenkraker gekraakt. Blauwe vlasbloemen maken de tomaat mozzarella salade met basilicum wel extra feestelijk en veterwier heeft zich verstopt in de rettich salade.
Vuurtoren
De oostenwind steekt in de avond haar kop weer op . Tijd om te gaan. Een tachtig jarige die de TUF weer heeft doorstaan, draait bijna in zijn ééntje het grootzeil op. Naar adem snakken is niet nodig. De fok maakt een buiging om haar respect te tonen. De Beltbrug komt dichterbij. Een schijnbeweging zo blijkt want de klipper kop draait zich plotsklaps om en zeilt verder zuidwaarts de zonsondergang tegemoet.
De maan komt op boven zee, en langzaam wordt het donker. Naast het vuurtorentje van Langeland straalt de maan steeds helderder.
Het zeil is groot de maan is vol.
Het anker ratelt, en dan is het stil……………..