Paplepel…
Enkele jaren geleden lagen we op Terschelling met onze fonkelnieuwe stoere – op een reddingboot lijkende – No Limit. We hebben het schip aangemeerd tegen de steiger in het motorbotenvak. Aan de andere kant liggen de kleinere zeilschepen onder de tien meter. De haven ligt goed vol, want het is mooi weer met weinig wind en dan durven de meesten de oversteek wel te maken. Het is ’s avonds tegen tienen als het al een beetje begint te schemeren. Ik heb een heerlijk plekje in de kuip gevonden en zit lekker te lezen. Op de haven is het een drukte van belang, want velen gaan zoals gebruikelijk een rondje over de steigers maken op om bootjes te kijken. Een zorgzame vader loopt met zijn zoontje op de schouders ook nog een rondje over de haven. Hij is met het kereltje ook nog even bootjes aan het kijken voor het slapen gaan. Het manneke zit al in de pyjama en zijn haartjes zijn nog nat. Opgewonden kijkt hij rond en kletst daarbij pappa de oren van zijn hoofd. Als ze langs ons schip lopen, roept het manneke luid; “Pappa…pappa… die vind ik mooi! Is dat een reddingsboot?”
“Nee Olivier, dat is geen reddingboot. Je kunt maar beter rechts kijken hoor, zeilboten zijn veel mooier!” antwoord pappa enigszins vermanend.
Ik schiet stilletjes in de lach als het tweetal voorbij loopt. Het kereltje echter blijft naar ons schip kijken, terwijl pappa’s hoofd overtuigend rechts naar het zeilschepenvak gedraaid staat.
“Ik vind uw boot de mooiste van de haven meneer!” kraait Olivier vanaf pap’s schouders als hij me ziet zitten.
Geschrokken draait die zich nu ook om en staat me enigszins beschaamd aan te kijken.
“Dank je wel jongen! Ik ben ook erg blij met mijn boot!” antwoord ik vriendelijk tegen het manneke.
Nog voordat hij ook maar iets terug kan zeggen, verontschuldigd pappa zich. “Oh… eh… goedenavond, ik had u niet zien zitten!”
“Dat dacht ik al. U zeilt zeker?” vraag ik met een glimlach.
“Eh… ja, wij zeilen! Fijne avond verder!” en iets gehaast loopt hij verder terwijl Olivier achterom blijft kijken en stiekem naar me zwaait…