Mastwissel

mastwissel-skutsje310318Een grande dame zonder grandeur. Dat was ik een lange winter lang. Bij de brug lag ik te wachten totdat ze me eindelijk kwamen halen. Nu is het zover.
Natuurlijk weet ik precies hoe het werkt. Zo gaat het elk jaar. Eerst slepen ze me naar de kade, gemakkelijk bereikbaar voor de kraan. Dan word ik verlost van de ‘winterpaal’. Zo noem ik ‘m altijd. Een oude, kale mast, bedoeld om kerstlampjes in op te hangen. Zodat het nog wat lijkt. Want zonder grandeur ben ik slechts een lompe bak oudijzer, kaal, onaantrekkelijk.

Stapje voor stapje begint het wat te lijken. Ik voel de vlotte handen van de bemanning die mijn roodbruine kleurtje bijwerken. Twee zwaarden, glimmend als spiegels met een verse laag lak. Een roer, een helmstok, de klik met het houtsnijwerk. En eindelijk weer een fatsoenlijke, echte mast met een fraaie kromming die één en al snelheid beloofd.
Over het dek schuifelen voeten. Mannen en vrouwen die me schoonmaken, klaarmaken, optuigen; vallen, schoten, lijnen, opgeschuurde en dik in de lak gezette blokken. De lier wordt gesmeerd. Ah, eindelijk voel ik mijn kloten weer om de mast. Ik kan bijna niet wachten totdat we het meer op gaan voor de eerste training.

De mast wordt op spanning gezet, de kromming is rechtgetrokken. Dan gaan de vele vierkante meters bruin grootzeildoek omhoog. En dan de fok, zo wit dat het zeer doet aan je ogen. Klikkerdeklik, klikkerdeklik, als muziek. De lierenman doet zijn werk. Alle veertien bemanningsleden zoeken hun vaste plekje; voordek, achterdek, gangboord.
De schipper trekt de helmstok naar zich toe. We vallen af en de wind valt in het zeil.
En dan, eindelijk, dan ben ik weer wie ik wil zijn. Wie ik mag zijn. Dan is de transformatie compleet. Dan ben ik het mooiste skûtsje van de IFKS. Een 100 jaar oud racemonster. Alle ogen zijn gericht op mij. Want ik, ik ben een grande dame die iedereen achter haar laat, zonder omkijken. En ooit… een winnaar.

Rienk Vlieger

Reacties

Reacties