Wat is dat kriebelende verwachtingsvolle gevoel?
Als de watertemperatuur onder de maat van je vlieger daalt, dan is het tijd om te stoppen
Foto Gabriel Santiago
Ik vind het voorjaar altijd een bijzondere periode. Bij geen enkel ander seizoen heb ik dat kriebelende, verwachtingsvolle gevoel. De bomen lopen weer uit, het wordt warmer en blijft langer licht. Nieuwe dingen, of opnieuw dezelfde dingen beleven die bij het zomerseizoen horen. Komt het doordat ik watersporter ben?
En in de winter, zoals bij de meeste zeilers, de boot in de winterstalling ligt? Ook het kitesurfen laat ik ’s winters achterwege. Als de watertemperatuur onder de maat van je vlieger daalt (dat is bij mij 9 graden), is het tijd om te stoppen.
Maar wat doe je dan de hele winter en hoe bereid je je weer voor op het watersportseizoen? Meestal weet ik het seizoen voor het kitesurfen nog wat te verlengen door in november naar Kaapverdië te vliegen. Op die manier kan ik in het warme water toch nog een nieuw trucje onder de knie krijgen. En in januari ga ik een week skiën. In mijn ogen ook een watersport, als is het water dan bevroren.
Op dat moment kookt het water en zet ik de koffie terwijl manlief de genua uitrolt. En net als ik naar buiten komt, zet hij de stuurautomaat aan.
Om fit te blijven voor het kitesurfen, is roeien een goede training. Zo voorkom ik stevige spierpijn in armen, bovenbenen en buik na de eerste kitesurfsessie. Dus roei ik twee keer per week in de sportschool vijf kilometer weg. Ter voorbereiding op het zeilen doe ik eigenlijk niets sportiefs. Met een 44-voeter met elektrische lieren is het zeilen ook niet echt een fysieke aangelegenheid. Wij hebben bovendien een goede taakverdeling aan boord met uitstekende procedures. Het water voor de koffie staat al op, als wij zonder ook maar een woord te zeggen samen binnen een enkele minuut het grootzeil hijsen. Op dat moment kookt het water en zet ik de koffie terwijl manlief de genua uitrolt. En net als ik naar buiten komt, zet hij de stuurautomaat aan.
Nee, de voorbereiding op het zeilseizoen bestaat bij ons voornamelijk uit – twee soorten – gesprekken, bijvoorbeeld:
Hij: “Zullen we de windmeter vervangen, nu de mast er toch af is?”
Ik: “Dat lijkt me een prima idee.”
En later:
Hij: “Een nieuwe windmeter kost 1300 euro, ik denk dat deze nog wel een jaar mee gaat.”
Ik: “Ja, dat lijkt me ook.”
En nog later:
Hij: “Ik heb toch een windmeter gekocht. Hij was in de aanbieding, een buitenkans”
Ik (in gedachte): “Dat wordt weer een heel weekend klussen om het ding te vervangen”
En de andere variant:
Ik: “Ik zou wel weer naar Orkney willen zeilen.”
Hij: “Dat kan.”
En later:
Ik: “De Noordzee-driehoek lijkt me ook een geweldige tocht.”
Hij: “Ja zeker.”
Nog weer later:
Ik: “Heb je dat reisverslag gelezen over Spitsbergen?”
Hij (fronsend): “Daar is het best wel koud.”
Zo maken we in de winter ieder onze eigen plannen voor de zomer. En gedurende het zeilseizoen blijkt meestal dat die ook prima te combineren zijn. Voor ons blijft het voorlopig bij plannen maken, want onze Contest blijft dit jaar op de kant. Eind vorig jaar is ons nieuwbouwhuis opgeleverd en daar hebben we nog zoveel te klussen dat voor FannieMae weinig tijd overblijft. En gaat het toch teveel kriebelen, dan hebben we gelukkig genoeg zeilvrienden bij wie we een paar dagen kunnen opstappen.