Hondenwacht 17 – Het einde der tijden
Raceauto’s op een circuit, daar doet het geluid aan denken. De wind giert over ons heen. In een baai liggen we voor anker, vlak achter een steile rots en een hoge kade. Het bezaantje staat nog, zodat de boot niet achter het anker gaat gieren. In mijn slaapzak lig ik na te dromen van zomaar acht uur ononderbroken slaap. Buiten een nog uitgestorven stadje. Op de baai zie ik een glimp van een zeilwedstrijd, de boten dansen over het water.
Wij liggen rustig. De schipper slaapt nog in het vooronder. Ik hoor de sirene van een ziekenauto. Lekker dit, even niksen en geen wachten draaien. Niks is meer dan genoeg. Ik hoef de boot niet af. Laat maar zo. Nu pas hoor ik hoeveel herrie zee en golven maken als je vaart. Voel ik hoe de boot acht dagen en nachten lang over het water heeft gestuiterd. Zo voor anker onder de wal zijn de geluiden zacht en de bewegingen gedempt. Een ritseltje van de bezaan, een putje dat lispelt, een kraakje van een plank. Ze klinken bekend. Regelmatig kijk ik opzij en verwacht mijn hond te zien die gezellig bij me op de grond ligt en verloren in een droom zijn botje kluift.
Op het schip dat iets verderop aan een mooring ligt, staat een man op het achterdek. Hij pist met de wind mee overboord. Het went, om niks te doen en vanuit je slaapzak door het raam kijken. Eerst met je ogen de druppels en de zoutlaag op het glas doorboren, daarachter het water van de baai dat groen verkleurt als de zon doorbreekt en weer terugvalt naar een grauwig grijs als de zon verdwijnt. De golfjes klotsen kittig tegen elkaar op. Hier en daar trekt een vlaag over het water, een donkere zweem die soms de boot vindt en haar licht laat hellen, verderop een muur die het haventje beschermt tegen de zee. Mastjes. Vlaggen.
Opgestapeld tegen de rotsen liggen honderden huisjes stil te wachten op het einde der tijden. Over een paar eeuw staan ze er nog. In een beschut hoekje water vaart soms een zeiltje rond. Buiten is het stil, alleen mijn hoofd is druk. Niks doen na acht dagen en nachten varen is genieten. De wedstrijd met onszelf is voorbij en we komen knarsend en piepend tot stilstand. Het moment dat ik iets ga doen, komt onontkoombaar dichterbij. Waarschijnlijk wordt het iets te eten pakken en koffie maken. Straks. Later. Heel veel later.
(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)