Hondenwacht 4 – Zero Six
Kalikoba. Kalikoba. Zero six, zero six.
De marifoon vlak achter me geeft stemmen aan een vreemde wereld.
Kalikoba. Kalikoba.
Red to red, red to red is oké with me.
Spell your name please.
Zero six, zero six.
Ik leun tegen het aanrecht in de onverlichte kajuit en eet veel te zoete koekjes met rozijnen. Thuis zou ik ze geen blik waardig keuren en een appel pakken, maar oude gewoonten hebben hier aan boord geen waarde. Ik scheer me niet, ik was me niet, hou dagenlang dezelfde kleren aan, eet kip en varkensvlees omdat het toevallig in de vriezer ligt. Alleen de vers gevangen makreel die licht spartelend wordt opgehaald en met drie snelle sneden van een mes zijn kop verliest, sla ik af. De zonnebloemolie waarin hij wordt gebakken ruikt ranzig, net als vroeger thuis de levertraan die je eten moest. Een eetlepel per dag en daarna drie tumtummetjes om de smaak weer weg te poetsen – als je geluk had, kreeg je die ene van chocolade met al die gekleurde korreltjes erop. Niet eens echt lekker, maar bijzonder omdat hij zeldzaam was.
Een van de roeren slaat een trage roffel en langs de mast kreunt een strak gespannen val als de wind invalt en het schip even helt. Ik stap naar buiten en check of alles veilig is. De nachtlucht voelt fris, de zee glinstert in het maanlicht.
(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)