Waarom vrouwen varen soms niet leuk vinden
“Lees dat stukje nou even … Het heet “Nee… Niet wéér naar de zeilboot“ en is echt heel treffend geschreven!” dringt een vriendin aan. Ik betwijfel het, en niet alleen omdat het stukje in Vrouw (onderdeel van de Telegraaf) staat. Maar goed, tegen zoveel dwang kan ik ook niet op, dus ik klik en lees. Een slecht geschreven stukje ‘biecht’ over een vrouw die zich anders voordoet dan ze is en nu -verrassend genoeg- op de blaren moet zitten. Pfft. Ik geloof best dat ze bij de Telegraaf denken hier leuk te hebben samen gevat hoe vrouwen over boten denken, maar mag ik het er, als vrouw, even helemaal mee oneens zijn?
Liegen om in de smaak te vallen
Dit stukje gaat helemaal niet over bootjes, zeilen of waarom je de watersportmannen zo vaak hoort zuchten en klagen over het gebrek aan belangstelling van ‘het vrouwtje’ voor de watersport en de boot. Het gaat gewoon over een vrouw die een leuke vent ziet en zich, om in de smaak te vallen, compleet anders voordoet dan ze is. En dan bedoel ik niet dat ze voor hij wakker wordt haar haar kamt, tanden poets en wat make-up op doet. Eerder ronduit liegen over wie ze is en wat ze al dan niet leuk vindt. Om vervolgens de schuld grotendeels bij die (nu iets minder) leuke vent en zijn scheepje neer te leggen. Ja, zo lust ik er nog wel een paar.
Vooroordelen jagen veel vrouwen weg
Nu liegen de vooroordelen over vrouwen en boten er niet om. Op fora wordt bijvoorbeeld veelvuldig een heel stappenplan gepost door ‘mannen die weten hoe het moet’. Om andere mannen te leren hoe ze hun nieuwe vlam voorzichtig, stapje voor stapje, moeten laten wennen aan een middagje zeilen. Standaard gaan de heren er vrijwel zonder uitzondering van uit, dat de vrouw het allemaal drie keer niks vindt. Dat ze nooit meer meegaat als dit Project niet zéér zorgvuldig wordt aangepakt. Je zult maar zo behandeld worden … geen wonder dat het vaak geen enorm succes is. Bovendien zijn die vrouwen niet blind en zien ze heus wel hoe het er op schepen om ze heen aan toe gaat. Bekijk een dagje varen eens vanuit die hoek en je ziet vanzelf wat ik bedoel.
Blind van de oplettendheid
Beroepsschippers doen niet zo dramatisch. Gek genoeg hebben die vrijwel allemaal een varende vrouw aan boord. Niet zelden zie ik in sluizen een vrouw zomaar 80 meter of meer vrachtschip probleemloos afmeren. Ik fluit er achteraan met mijn bijna 9 meter plastic en op wie denk je dat de andere boten en schippers letten? Precies – op mij! Want een vrouw die alleen een zeilbootje door een sluis moet zien te halen? Als dat maar goed gaat! En waar zou die man zijn gebleven? Ligt die ziek in het vooronder en moet dat arme mens nu alles alleen doen? Oehhh, als hun relatie dat maar overleeft!
Ik snap het niet. Voor me legt een vrouw tachtig meter staal probleemloos in de sluis. Tergelijkertijd staan mensen zich af te vragen welk drama er schuil gaat achter een vrouw die nog geen negen meter plastic aan een trappetje legt?!
Een soort puppy-cursus voor vrouwen
Door de aanname dat vrouwen varen / zeilen eigenlijk helemaal niet leuk vinden en er een soort puppy-cursus van te maken, maken mannen het zich onnodig moeilijk. Gewoon een lekker dagje uitzoeken. Zorgen dat je zelf je scheepje kunt varen, zonder haar allerhande acrobatische toeren uit te laten halen bij het afmeren, is eigenlijk al genoeg. En zo hoor je altijd te varen. Dus, mannen: geen enorme klappen gas en luid geschreeuw, maar rustig aan komen drijven en vast maken die boot. Zo moeilijk is het allemaal niet.
Dat zeilboten niet zomaar omslaan, is iets dat iedereen die niet opgroeide op scheefhangende boten langzaam moet leren accepteren. Geloof me: dat is echt niet exclusief een vrouwen-angst. Menig man trok bij mij in de kuip al lelijk wit weg, om nooit meer mee te willen.
Schreeuwen is dodelijk
Hoe vaak zie je niet dat een man moeite heeft met de boot dáár te krijgen waar hij hem hebben wil, waarop de vrouw (soms zelfs gewapend met pikhaak) voor op de punt de wind van voren krijgt? Kijk: dat is nou een goede manier om voor haar de dag te bederven. Wijlen mijn vader kon varen en had zelden hulp nodig. Als kinderen stonden mijn broer en ik wel stoer klaar in het gangboord, om met een lijntje van boord te stappen. We hadden pas in de gaten dat wij geen super getalenteerde matrozen waren, toen we oud genoeg waren om te zien hoe onze vader onder alle omstandigheden die boot gewoon zó manouvreerde, dat we heel elegant van boord konden stappen of de lijn rustig om de bolder voor onze neus konden leggen. En we hadden niet eens een boegschroef.
Alleen mijn bootje varen is leuk
Ik vaar zoals ik dat automatisch als kind van mijn vader leerde: rustig. Ik geef nèt genoeg gas om te komen waar ik zijn wil en maak dan een lijntje vast. De boot weegt maar 3 ton en drijvend plastic maakt geen schade. Dus ook als ik eens wat slordiger aankom, is er niks aan de hand. Als het even kan, maak ik dankbaar gebruik van de wind.
Stap ik echter op bij anderen, dan vind ik mezelf niet zelden terug in een gangboord (of zelfs voorop) met een schreeuwende schipper aan het roer, die met grote stoten gas worstelt met de wind en vergeet te vertellen wat hij nou eigenlijk wil. Dát zijn momenten waarop ik ook wel eens overweeg een pikhaak te gebruiken, maar dan niet voor de lijnen …
Ik ben een varende vrouw en ben zó dol op bootjes, dat ik zomer en winter aan boord woon. Maar niks maakt mij ongelukkiger dan mee te varen met een andere schipper: vaak is het gewoon níet leuk. Om vriendschappen in stand te houden, stap ik tegenwoordig alleen nog maar op nadat ik héél duidelijk heb gemaakt dat ik, zeker de eerste keer, geen drol uitvoer. Eerst maar eens kijken hoe de schipper in kwestie vaart; mocht het allemaal meevallen dan fungeer ik met plezier als matroos. Zo niet, en die kans is aanwezig, dan blijf ik zitten waar ik zit en mag hij een ander zoeken om tegen te schreeuwen. Of anders leren varen, net wat hij zelf makkelijker vindt.