Met Ross naar Rio! De stad gaat zwemmen
Yvette Ross woont in Rio en schrijft voor Zeilhelden in de aanloop naar de Olympische Spelen over het leven in Rio, de eigenaardigheden van de Brazilianen en ze geeft tips aan Rio-gangers.
Veel van onze vrienden in Campinas hebben ooit in Rio gewoond en hadden ons gewaarschuwd dat het er heel erg warm kan zijn. Nou, dat kan ik beamen. We slapen momenteel met airco en de douche gaat meer dan eens per dag even aan om af te spoelen. Toch regent het hier ook regelmatig en dat kan heel heftig zijn. Ruim anderhalve week geleden heeft een deel van de stad blank gestaan en is zelfs de noodtoestand afgekondigd. Een paar dagen later was men nóg bezig om de modder van de straten op te ruimen.
Sinds we in hier wonen hebben we kennis gemaakt met El Niño, een tropische storm die al ruim een jaar gaande is, en in februari ’s avonds voordat de zon onderging de stad vaak trakteerde op een prachtige onweersstorm. Vanuit ons tijdelijke appartement met uitzicht op Christo Redentor konden we de dreigende donkere wolken zien naderen over Corcovado Mountain totdat het Christusbeeld volledig was verdwenen. Al snel zei mijn dochter van 2 jaar: “Rio de Janeiro gaat zwemmen, mama!” En omdat mijn zoon van 4 jaar onweer niet leuk vindt, is het verhaal uitgebreid. Als het onweert dan is Rio de Janeiro van de duikplank gedoken … met zijn armen wijd. Tja, voor mijn kinderen is Rio de Janeiro niet de naam van de stad, maar van het standbeeld dat met armen wijd over de stad uitkijkt.
Ruim anderhalve week geleden heeft een deel van de stad blank gestaan en is zelfs de noodtoestand afgekondigd.
Mijn kinderen, zongebruind met geblondeerde haren en een open blik naar de wereld. Overal waar we komen, hebben ze aanspraak en worden wij als ouders gefeliciteerd met onze mooie kindjes: “Que lindos, parabéns!” Heel fijn om te horen natuurlijk, daar voelt een moeder haar trots van toenemen. Toch geloof ik niet dat het ligt aan de blonde haren want mijn eerste ervaring met de school van de kinderen in Campinas was ook al zo warm. Alle kinderen werden met een knuffel en een kus ontvangen in hun klaslokaal en het afscheid ging gepaard met hetzelfde ritueel. Iets waar ik best aan heb moeten wennen omdat we er in Nederland al snel negatieve associaties bij krijgen. Nu denk ik dat ik het erg ga missen als we terug gaan naar Nederland. Zoals een Nederlandse expat-moeder uit Sāo Paolo het onder woorden bracht: “School in Nederland wordt een koude kermis.”
Brazilië is erg op kinderen gericht. Je merkt het al bij binnenkomst op het vliegveld aan de speciale wachtrijen voor senioren, ouders met jonge kinderen en zwangeren. Zelfs het meest serieuze personeel, zoals de douaniers en bewakers, toont een lach op het gezicht als er kinderen in de buurt zijn. En waar je ook komt, de supermarkt of het postkantoor, overal is er wel iemand die je kinderen bezighoudt als ze in de etalage gaan spelen terwijl je zelf juist probeert zo snel en geruisloos mogelijk weer weg te gaan. Als Nederlandse moeder verontschuldig ik me dan voor het gedrag van de kinderen, maar hier vindt men dat helemaal geen probleem want het zijn maar kinderen.
In de flat waar we nu wonen, heeft mijn zoon al heel snel een vriend gemaakt, een man die ouder is dan zijn opa’s. En elke keer als ze elkaar tegenkomen worden er een paar woorden gewisseld met twee grijnzen van oor tot oor. Elke keer als ik de beste man tegenkom, is zijn vraag: “Waar is de jongen?” Nou, hij is op school en mijn dochter ook, maar ik ben hier en ik wil best even oefenen op mijn Portugees, hoor. En zo probeer ik dan een praatje aan te knopen. Onze seniore buurman is overigens niet de enige, de vriendelijke bewaker in de supermarkt vraagt ook waar de kinderen zijn als ik alleen kom. En vandaag uit onverwachte hoek de bankbediende toen ik een betaling wilde doen.
Als Nederlandse moeder verontschuldig ik me dan voor het gedrag van de kinderen, maar hier vindt men dat helemaal geen probleem want het zijn maar kinderen.
Aangezien we nog geen Braziliaanse bankrekening hebben en wel betalingen moeten doen, ga ik af en toe naar de bank. Dat werkt hier als volgt. Je ontvangt een mail met daarin iets dat nog het meest lijkt op een acceptgiro, maar dan één die je zelf moet printen. Met het geprinte papier en voldoende cash geld ga je naar de bank. Hier vraag je een nummertje bij de bankbediende, maak je een praatje over de kinderen en het weer om vervolgens in de wachtkamer te gaan zitten totdat jouw nummer verschijnt op een display. Je geeft het geprinte papier aan de medewerker achter het glas die er met behulp van een liniaal een paar strookjes afscheurt voor zijn en jouw administratie. Dan volgt de overdracht van een stapel bankbiljetten, je kunt er namelijk niet pinnen tenzij het je eigen bank is, en kun je na ontvangst van het wisselgeld weer gaan.
Een ogenschijnlijk kleine handeling die soms behoorlijk lang kan duren. Toch kan ik iedereen aanraden om de kinderen mee te nemen, ook al hangen ze in de gordijnen. De strenge bewakers, de bankbediende en alle wachtenden in de wachtkamer verenigen zich als een kudde olifanten om moeder te helpen met het bezighouden van het kroost. Een ervaring die je niet wil missen, heel mooi!