Gek of goed geluk?
Eind april, en het lijkt wel winter. Zondag voer onze Prinses Beatrix uit met de Groen Draak om een dagje ontspanning te beleven op het water. Respect, want het is een bikkel. Stormweer en hagelbuien deerden haar niet want dik ingepakt in oliegoed stond ze fier aan het roer terwijl de Groene Draak zwaar gereefd, hoog aan de wind hevig buizend door het koude water kliefde. Diezelfde middag reden wij naar Groningen en werden getrakteerd op de nodige buien met windstoten, want we hadden van alles in het noorden des lands te doen.
Maandavond laat reden we na een lezing in Paterswolde terug naar Amsterdam en hadden onderweg noodweer. Op de afsluitdijk hagelbuien en zeer zware windstoten.
“Doen we wel verstandig?” vraagt Inge enigszins bezorgd als onze Camper een flinke drukker krijgt van een windstoot.
“Ach… we zitten niet op het water!” lach ik schamel, hangend aan het stuurwiel om ons huisje op 6 wielen (tandemasser) op de rijbaan te houden.
We komen veilig in Muiden aan en zijn blij dat we op tijd binnen zijn als de zoveelste zware bui ons schip teistert. We duiken moe maar voldaan in bed, wiegend op de golven. De volgende morgen is het niet beter. Het waait hard buiten en zware buien reizen gestaag maar onstuitbaar over het water onze richting op over het IJmeer.
“Ben blij dat we vandaag geen vaarwens hebben!” roept Inge vanuit de kombuis.
“Nee, ik ook niet. Varen doe je het liefst voor de lol. Ik zie er nu de lol niet van in. We lassen een kantoordag in, want we hebben genoeg te doen op de PC!” antwoord ik terwijl een warm bakkie koffie me heerlijker smaakt dan ooit.
Op de radio horen we dat er in Drenthe vanmorgen enkele centimeters sneeuw viel… Genoeglijk naar buiten kijkend met het zicht op Pampus, zitten we achter de grote ramen in de stuurhut bij de tafel ons werk te doen. We hebben een prachtige view over het hele IJmeer en zien alles komen en gaan.
Een enkele diehard waagt het met zwaar gereefde zeilen open water te gaan verkennen, maar even later komen ze zwaar verkleumd weer binnenlopen. Het kan spoken op het IJsselmeer, getuige het blog van onze vrienden die met een 54 voets Koopmans een proefvaart op dit water hebben gemaakt voorgaande aan hun wereldreis. Het woei hard en erg ging toch van alles mis, ondanks de gedetailleerde voorbereidingen van de afgelopen winter
Varen doe je toch voor je lol als pleziervaartschipper…?
Na de middag waait het dat het rookt en we zien een klein motorscheepje in een dikke bui vanaf de Randmeren onder de beschutting van de eilandjes Drost en Warenaar richting Muiden hakken. Met de zeiltjes van de kuip open rondwaaiend hakt ze diep door het water, bokjesspringend over de hoge golven.
“Zouden die voor hun lol varen?” vraagt Inge.
“Ik denk het niet schat. Het stukje vanaf de Hollandse brug hierheen zal ze wel hebben doen schrikken, maar ze zijn zo binnen hoor. Nog even de golven dwars in als ze het hoekje om moeten, maar dan is het leed geleden!”
Ik ben er niet helemaal gerust op en waakzaam kijk ik regelmatig de havenmond in of het scheepje al binnenloopt maar het duurt wel erg lang.
“Ze zullen wel een stukje in de golven op zijn gevaren om met de zee achterin de havenmond binnen te lopen.” mompel ik tegen Inge.
Het duurt me nu echter te lang want er zijn al vijf minuten verstreken en ik zie ze nog niet binnenlopen. “Ze zullen toch niet omgegaan zijn?” roep ik verontrust.
Met de grote kijker tuur ik over het water, maar mijn zicht wordt belemmerd door een paar boompjes recht voor ons schip. Dan zie ik plotseling in de verte water opstuiven en uit de spetterende watermassa komt het scheepje tevoorschijn.
“Die gekken zijn doorgevaren naar Amsterdam! Ongelofelijk… moet je zien hoe het scheepje tekeer gaat!” roep ik verbijsterd.
“Ze kregen mijn ouwe schoenen niet eens mee!” mompelt Inge. “Hou ze toch maar even in de gaten.”
Langzaam maar zeker verdwijnt de stuifstip al hakkend richting Amsterdam.
Varen doe je toch voor je lol als pleziervaartschipper…?