Carribean 600, vanuit de kuip en vanaf het terras

IMG_0956
Finish Phaedo 3, foto Tim Wright

De 8e editie van de fameuze RORC Carribean 600 is net weer gezeild. Zeilhelden columnist Willem Jan Landman sprak met Gerd-Jan Poortman, voordekker op de deelnemende VO65 van Team Brunel , met Timo Hagoort die op de “Lucky”zeilde en met Jory Morren, die vanaf Sint Maarten verslag deed als toeschouwer van de race.

Veel schippers vinden de Carribean 600 één van de mooiste races . Wat vinden jullie hiervan?
Timo: Deze race heb ik nu 3 keer gevaren en veel mooier kan het niet, het water is warm, de buitentemperatuur is er ongeveer gelijk aan en wind is constant als gevolg van de tradewinds. De race is vooral bijzonder omdat het een intensief parcours kent langs 11 verschillende eilanden. Je zeilt continue rond de eilanden, waar veel windschaduwen heersen, hierdoor moesten we vaak zeilen wisselen en vooral erg tactisch varen.

Gerd-Jan: Het is zeker een te gekke race, met periodes van mooie wind, een mooie oceaan swell en een zigzag route rondom de eilanden, wat voor veel afwisseling zorgt. Met Team Brunel hebben we helaas dit jaar alle eilanden in het donker gerond en was het een zware race met weinig slaap en 55 uur doorgaan. Door de korte rakken, waarvan de langste 8 uur zeilen was waren deze tamelijk kort voor een snelle boot en hebben we als bemanning hard moeten werken.

Met welke teamsamenstelling hebben jullie deze 8e editie van de race gevaren?
Timo: Dit jaar heb ik als professionele crew meegevaren op de Lucky, een R&P 63 geschipperd door Charlie Enright, schipper van team Alvimedica in de laatste VOR. Vorig jaar lagen we met de lucky aan de start van de Fastnet race, maar door 2 uur na de start aan de grond te lopen, moesten we opgeven. Nu volgde poging 2 en hebben we met een overwegend Amerikaanse teamsamenstelling gezeild. Twee andere teamleden van team Alvimedica, Mark Towill en Will Oxley, maakten ook deel uit van de crew tijdens de Carribean 600.

Gerd-Jan: We zeilden samen met de eigenaar van Moduleo, Filip Balcaen, één van de sponsoren van Team Brunel en tevens eigenaar van de Baltic 112 ft Nilaya. De bemanning bestond uit bijna ons hele Team Brunel alleen misten we Andrew Cape, Adam Miniprio en Pablo Arrarte. Wel Enkele vrienden van ons en Philip Balcaen zeilden ook mee, waaronderPeter van Niekerk, Arend van Bergeijk en Frans Hinfelaar. Door het jaar heen zeil ik samen met Bouwe Bekking, Jens Dolmer en Rokas Milevicius veel met Filip Balcaen op de Nilaya.

Hoe voelde het om aan de start te liggen met de 100 ft Comanche?
Timo: De start was spectaculair, met de Lucky hadden we de glamour start van het veld en lagen boven iedereen. Ook de Comanche super-maxi (100 ft) lag bij ons aan de start in Antigua. We lagen een bootlengte boven de Comanche op de startlijn. Maar na 10 seconden kon ik nog even zwaaien naar Dirk de Ridder, daarna legde het hele veld het af tegen deze snelle racer. De winnaar van 2015, de Rambler, was er niet bij dit jaar en had het de Comanche moeilijk kunnen maken, maar nu waren ze veruit de snelste van de monohulls. Enige pech trof ons hier helaas ook weer en brak de grootschoot 5 minuten na de start. Dat is erg balen en mag eigenlijk niet gebeuren.

Hoe hebben jullie deze lange 600 mijl race ervaren?
Timo: We hebben het in de race op een aantal plekken laten liggen en in de 1e nacht kwamen we in een luwte terecht. Hierdoor zijn we tussen de 50 ft schepen en de 72 ft mini maxi’s in blijven hangen. Normaal zijn we sneller dan de 50 voeters en net langzamer dan de mini maxi’s. De Spookie en de Tonnerre 4 (NL) zijn te dichtbij geëindigd en de Lucky had sneller moeten varen. Hierdoor viel de tegenstand in de race een beetje tegen en zijn we eigenlijk in de verkeerde groep schepen beland. Ten opzichte van andere schepen is de Lucky al een relatief ouder schip uit 2011 en zijn de laatste jaren de designs van de schepen enorm veranderd. Hierdoor zeilden we de race vooral tegen onszelf en wisselden in de race vooral van plek met de Tonnerre 4, de Farfalla en de Spookie. Daarnaast was het een erg tactische race om toch de andere schepen voor te blijven. Voor de overall klassementen was het spannend en was de bottleneck het eiland Guadeloupe. Omdat de vloot 72 ft Mini-Mmaxi’s daar met daglicht ronden, kwamen wij er in het donker langs en zie je in het donker de wind niet. Omdat het eiland een eigen weersysteem heeft vormt dat een belangrijk kantelpunt in de race. Je kan er uren rondjes draaien, zonder vooruit te komen. In de weken voor de race is het bekend dat de Mini maxi’s crews de wind hier al bestuderen, om in de race hun voordeel te doen. We hadden daarom vlakbij de Mini-Maxi’s moeten liggen om ons voordeel te doen door naar deze schepen te kijken. Voorheen gold hier ook een soort van stealthzone op de tracker, waardoor je niet van elkaar kon afkijken. Dat geldt nu niet meer en is het te zien hoe andere boten het doen. Helaas werkte dat niet voor ons in deze race doordat de Mini-Maxi’s Guadeoupe 5-6 uur eerder konden ronden. Het weer was bij het ronden van Guadeloupe voor ons helaas weer compleet anders en helpt ook dit niet echt.

Gerd-Jan: Wij hebben voor de winst gevaren en overall goed gescoord. Helaas hadden we overall niet de beste handicap rating, en was het afwachten hoe we in het veld lagen door de wisselende condities rondom de eilanden. Door tactische keuzes te maken hebben we goed gevaren en zijn we erg tevreden met het resultaat. In het laatste deel van de race, waar je zeilt in een soort grote driehoek ten Noord-westen van Antigua, zijn we in 2 grote reach-rakken met onze fijn gesneden code zero en 25 knopen bootsnelheid flink ingelopen op de 72 ft Mini-Maxi’s en zijn we uitgelopen op onder meer de Varuna en de Donnybrook, met daarachter de Lucky en de Tonnerre 4.

De race werd vanaf de wal op Sint Maarten op de voet gevolgd door Jory Morren (van de Panic Attack ), waar hij de winnaar van line honours vlak voor zijn huis langs zag racen:
Na zonsondergang waren de koplopers van de groep nog niet bij Sint Barths, en zat ik thuis, zoals eigenlijk elke avond, buiten naar de zee te kijken. Dit keer met een tablet op schoot en de race-tracker van de RORC 600 op het scherm. Phaedo3 en Concise 10 vechten om line honours. Dat is inmiddels wel duidelijk. Rond 22.20 uur begint de spanning te komen. Ga ik wat zien? In de verte zie ik duidelijk navigatielichten. Ik besluit dat het Phaedo moet zijn en sta verder te zoeken naar nog een set lichten. Plotseling zie ik een van de twee trimarans dicht bij mijn huis, recht op ons af komen en een gijp maken. Drie seconden later zie ik op maximaal 100 meter van de kust een navigatielicht met zwarte zeilen met zo’n 30 knopen voorbij scheuren. Na de gijp, wat amper de snelheid leek af te remmen, racen de twee racemonsters met enkele seconden verschil door. 30 seconden kippenvel later verdwijnen beide boten achter de rots Mount Vista.

Wouter verbraak stond aan het succes van deze overwinning en was de weertacticus voor de Pheado 3, een MOD70 Trimaran. De Pheado 3 werd winnaar van line honours in deze editie van de Caribbean 600 in een recordtijd van 1 dag, 7 uur, 59 min en 4 seconden, op de hielen gevolgd door Concise 10 en daarachter de eerste Monohull “Comanche”.

Willem Jan Landman

Reacties

Reacties