Over stranden en meer …

Morgen doet Wouter Verbraak zijn verhaal op de Hiswa en het vandaag verschenen rapport over de standing van Team Vestas Wind zal zeker aangehaald worden. In het rapport worden geen schuldigen aangewezen, wel aanbevelingen gedaan. Had Herman Jansen die maar gehad dan hoefde hij niet te stranden op Kaukura een rotseilandje ongeveer 60 mijl van Tahiti.

Vrijdagavond 15 juni 1973 om 1930 uur. Plotseling een zacht geschuif langs de kiel. Op hetzelfde moment roep ik uit: neen, dat kan niet, dat is onmogelijk! De weg naar Tahiti is immers vrij! Opspringend wil ik achter in de kuip aan stuurboord naar buiten kijken, maar op dat ogenblik ligt Sounion abrupt stil tegen een rif en helt 45 graden over. Een hoge golf slaat over de boot heen en ik wordt eenvoudig opgetild en overboord gezet. Met de korte lijn aan de zeereling gehaakt blijf ik in het veiligheidsharnas hangen, waarvan o schande de geribbelde stalen pen van de sluiting breekt. Het terugstromende water over het rif drukt me krachtig tegen de boot en wanhopig trek ik mijn benen op uit angst tussen boot en rif te worden geklemd.
(…..)
Om de toestand van de romp te controleren neem ik het bed aan stuurboordkant weg. De daaronder liggende zeekaarten fladderen door de kajuit. Blikken, boeken, pannen, lijnen, alles rolt rond in het middenpad. Ik trap op de radio, op kaarten en kartonnen dozen, het kompas ligt in een hoek, alle dingen waarmee ik zo behoedzaam mogelijk ben omgesprongen.
(…..)
Sounion gaat behoorlijk tekeer, schuurt op en neer tegen het rif en ligt bijna in de branding. Alsof de elementen zelf geschrokken zijn gaat het minder hard regenen. Buiten zie ik op 120 meter afstand een eilandje met wat palmbomen. Palmbomen zo dichtbij midden op de oceaan!
(Herman Jansen: de horizon zeilde mee, dag na dag …)

Reacties

Reacties

Geef een reactie