Tussen Meliskerke en Aagtekerke
Waaiende wuivende golven,
Land onder water bedolven,
beukend, brekend, spattend uiteen,
De zee is geweldig als geen één,
Ze is machtig,
Ze is krachtig,
Na de storm de rust,
De zee en de kust likken hun wonden,
Resten op het strand gevonden,
De baren bedaren,
De zee zal de vrede bewaren,
Tot een volgende keer,
Dan raast ze weer,