Admirals Cup Podcast #3: Roy Heiner en Sander van der Borch

Dit jaar wordt er voor het eerst sinds 26 jaar weer een Admirals Cup gevaren en doet er ook een Nederlands team mee. In 1999 deed er ook een Nederlands team mee dat zelfs de cup naar huis nam. Aan het huidige team dat zich presenteert als Dutch Offshore Sailing Team (Team Rost en Team Baraka GP) is het om die eer te verdedigen. In een serie podcasts spreken de redacties van Zeilhelden en Zeilwereld met Admiral’s Cup zeilers van toen én nu. Wat is de Admiral’s Cup en wat zijn de kansen voor Nederland dit jaar?

Het winnende Nederlandse Admirals Cup team in 1999, Foto Richard Langdon

In deze aflevering spreken Anke Haadsma en Riemer Witteveen met twee Nederlandse topzeilers die in 1999 de Admirals Cup mee naar huis namen. Het wordt een trip down memory lane voor de op vele fronten gelauwerde zeilers. Roy Heiner heeft meerdere Olympische campagnes op zijn naam staan, daarnaast veel ervaring in het grote boten circuit en als opleider van jonge ambitieuze zeilers. Sander van der Borch heeft er naast zijn zeilleven ook een carrière als watersportfotograaf aan over gehouden en Sander is bovendien algemeen directeur van Dutch Sail.

De hele podcast is hier te beluisteren:

De winst in de Admirals Cup was geen toeval, vertelt Roy. “Het was een lange weg en vooral gedreven door de eigenaren van de drie deelnemende boten. De Admirals Cup was het hoogst haalbare in landenteams en de lat lag hoog. Je had de beste boten en de beste zeilers nodig. Daar kwam je niet zomaar tussen.”

Hoe zijn jullie geselecteerd voor het Admirals Cup Team van 1999?

“Ik heb altijd al op grote boten gezeild”, zegt Sander. “Ben bij mijn ouders begonnen op een S&S 36 en zo doorgerold in de semi-professionele zeilwereld. Ik hoorde bij de vaste bemanning van Mean Machine van Peter de Ridder. Samen met Frans Hinfelaar waren we de enige Nederlanders aan boord. In 1995 voeren we op een ILC 40 met een Nieuw-Zeelandse bemanning. Zij hadden net de America’s Cup gewonnen dus die voelden zich heel wat. Daarvan hebben we wel geleerd dat je dit soort zeilers nodig hebt om te winnen. Ik was zelf 18 toen ik internationaal ging zeilen en 25 toen we de Admirals Cup wonnen in 1999. Dat was de derde keer dat ik de Admirals Cup gezeild heb en bij ons zaten toen Bouwe Bekking, Ray Davies en Mike Sanderson aan boord. Als je niet gewend bent om op internationaal niveau te zeilen dan krijg je niet veel voor elkaar.”

‘Als je niet gewend bent om op internationaal niveau te zeilen dan krijg je niet veel voor elkaar’

Sander van der Borgh

“Ik ben er halverwege bij gekomen”, vult Roy aan. “Zij hadden een hele goede tacticus aan boord, maar die was wel een uitdaging voor het team, zeg maar moeilijk om mee samen te werken. Ik werd erbij gehaald om de samenwerking te bevorderen. Ik was zelf bezig met een olympische Soling campagne en heb de laatste wedstrijd niet kunnen varen omdat ik voor de Soling naar Zweden moest.”

Drie Nederlandse schepen gingen in 1999 de uitdaging aan om de Admiral’s Cup te zeilen, het officieuze WK van het offshore zeilen. Mean Machine (Mum 36), Trust Computer (Sydney 40) en Innovison (Judel/ Vrolijk 50) zeilden het meest consistent en waren het enige team met in alle drie de klassen een boot in de top drie.

Aan de basis van dit succes ligt de energie van Peter de Ridder, Jochem Visser en Hans Eekhof die jarenlang investeerden in goed materiaal en topzeilers. Het bracht een generatie zeilers voort waarvan nu nog de namen circuleren in het actieve wedstrijdcircuit: Bouwe Bekking, Sander van der Borgh, Frans Hinfelaar, Gerd-Jan Poortman, Peter van Niekerk, Erik van Vuuren, Wouter Verbraak, Roy Heiner en Peter van Niekerk.

De Cup is daarna nooit meer in Nederland geweest, sterker nog, in 2003 is de laatste Admiral’s Cup gevaren. Dit jaar, bij het 100-jarig jubileum van de RORC Fastnet Race, is dit offhore zeiltoernooi nieuwe leven in geblazen en verschijnt er weer een Nederlands team aan de start van dit prestigieuze wedstrijd. Onder de naam Dutch Offshore Sailing Team verschijnt Team ROST (Rotterdam Offshore Sailing Team – Ker 46) en Team Baraka GP (Ker 43) aan de start. Interessant detail is dat Gerd-Jan Poortman en Wouter Verbraak (winnaars uit 1999) nu ook meevaren in beide teams.

“Voor veel zeilers was het toen een beroep”, legt Roy uit. “Je voer een wedstrijdserie en met de volgende boot een nieuwe wedstrijdserie. Zo verdiende je je geld. Je was gepassioneerd en het was een leuk leven. Voor mij waren de Olympische Spelen mijn werk. Het grote boten zeilen dat was leuk voor erbij, maar wij zaten soms wel 270 dagen per jaar op het water met het olympische zeilen, dan hou je geen tijd over voor andere boten.”

Kon je er toen nog redelijk fatsoenlijk je geld mee verdienen? En is er nu een andere dynamiek?

“Dat gold voor de zeilers in de Admirals Cup en daarboven. Het waren toen vooral de Amerikanen en Nieuw-Zeelanders die werden betaald”, herinnert Roy zich. “De Nederlanders niet echt. Voor de meesten was het een jongensdroom tegen onkostenvergoeding. Ik vraag me af of het nu veel anders is. Er zijn in ieder geval minder plaatsen aan de top, met minder mensen per team. Maar er is nu meer geld beschikbaar.”

Sander vult aan: “Vaak betaalde de eigenaar niet echt veel geld. Bij mij is dat zo begonnen dat Peter de Ridder tegen mij zei dat hij of een Nieuw-Zeelander in kon huren of mij betalen. Ik vroeg er niet om, hij kwam er zelf mee en zo is het gekomen dat ik in mijn studententijd werd betaald voor het zeilen. Maar er waren in die tijd niet veel Nederlanders die betaald zeilden. Nu zijn er denk ik meer mensen die dat doen, die betaald kunnen zeilen. Alleen op het hoogste niveau, de America’s Cup en The Ocean Race, daar is gewoon weinig plaats. Aan de andere kant zijn er hele circuits bijgekomen, in de Middellandse Zee en in Amerika met owner-driven competities (eigenaar die verplicht ook stuurman is).”

In de vorige podcast gaven Gerd-Jan Portman en Wouter Verbraak aan dat zij na de Admirals Cup veel verzoeken kregen om mee te varen op andere schepen. Herken je dat en is dat voor deze nieuwe generatie zeilers ook zo?

“Er zal wel wat ruimte zijn”, begint Sander. “Alleen zie ik dat heel veel van die oude America’s Cup zeilers niet zo snel naar de Nederlanders kijken en dat vind ik wel zonde. Ik begrijp dat ze kijken naar de jeugd uit hun land, maar dat geeft ons Nederlanders niet veel kansen om op te stappen.”

‘Er is na die ene overwinning bijna 30 jaar niets geweest, met deze Admirals Cup start er iets nieuws en het is de vraag hoe het zich ontwikkeld. Of er een momentum opgebouwd wordt voor de toekomst’

Roy Heiner

“Ik ben bij Peter de Ridder begonnen met zijn Mean Machines”, vertelt Roy. “Het eerste jaar hadden we een bijna compleet Nederlands team en twee jaar later kiest hij toch voor de mensen met de meeste ervaring en dat waren allemaal Nieuw-Zeelanders. Die jongens weten zichzelf goed te verkopen. Ik heb nog nooit meegemaakt dat Nederlanders heel veel kansen hebben, want ze gunnen het elkaar niet. Het grootste cadeau dat je iemand kan geven is een kans om zich ergens te ontwikkelen. Dus dat vind ik jammer en doet mij pijn. Aan de andere kant begint er nu weer een nieuw hoofdstuk voor deze zeilers. Er is na die ene overwinning bijna 30 jaar niets geweest, met deze Admirals Cup start er iets nieuws en het is de vraag hoe het zich ontwikkeld. Of er een momentum opgebouwd wordt voor de toekomst.”

“Ik weet niet of dit de doorbraak wordt voor deze zeilers”, zegt Sander. “Sommigen hebben al een begin van een carrière opgebouwd, maar het is zeker mooi om te zien dat de jeugd die op is geleid door Roy of op de ROST, nu de kansen krijgt om op dit niveau mee te varen. En of ze een kans maken? Ja dat is er altijd in het zeilen. Maar als je puur kijkt naar het materiaal en de tegenstanders ….. In onze tijd hadden we het nieuwste van het nieuwste materiaal, de nieuwste boten en de beste mensen nationaal en internationaal. Het belangrijkste waar we nu tegen op moeten boksen is het materiaal en de eigenaar die er veel geld instoppen. Voordeel voor ons team is wel dat zij veel met elkaar hebben gezeild en daar goede stappen in hebben gezet. Dat is een voordeel en kan hen zeker helpen.”

“Het is jammer dat geld zo bepalend is geworden in de sport”, concludeert Roy. Ik denk dat we het verkeerde gedeelte van de sport promoten. Het kan ook met minder door beter samen te werken. En mensen kansen te bieden om te ontwikkelen in plaats van het beste aan boord te halen. Ik vind het jammer dat het zo geld gedreven is geworden.”

Jules Bänffer

Reacties

Reacties