Karma-blog: Ellendig
Ellendig. Bijvoeglijk naamwoord. Akelig, heel naar, heel erg. Is het zo erg? Mwoah. Ellendig, dat is het wel. Het is weekend, za
terdagavond half elf lokale tijd. In Nederland is het half zeven. Jorge heeft net, terwijl ik lag te slapen, de genua wat verder ingerold. De wind komt te vaak boven de 25 knopen en de deining is toegenomen. ‘So I took the decision,’ vertelt ‘ie me bij de overdracht. Ik ben er blij mee. Het zat er al even aan te komen dat we moesten reven en het gaat op dit moment even veel makkelijker als hij het doet.
Buiten rolt een breker over het dek, die ook tegen de opbouw en deels over het luik spoelt. Ieder uur komt er wel eentje in die categorie voorbij.
Sinds we uit Îles Kerguelen vertrokken zijn, racen we over het water. We balanceren op de grens van wat deze stalen tweemaster kan. Eerst 160 mijl en daarna 173,2 in 24 uur. Ruim 30 mijl meer dan het vorige dagrecord en het is meer dan we in de eerste drie dagen deden toen we uit Port Elizabeth vertrokken. We kiezen ervoor om eerst naar de 45ste breedtegraad te varen, dus je ziet het niet direct terug in de afstand naar Hobart, maar het zijn wel allemaal mijlen de goede kant op.
Buiten rolt een breker over het dek, die ook tegen de opbouw en deels over het luik spoelt. Ieder uur komt er wel eentje in die categorie voorbij. De verbetering die we doorgevoerd hebben op Kerguelen is geslaagd: er komt geen zout water meer langs het luik naar binnen. Ik zit heerlijk binnen op de bank met een joggingbroek aan. Het zou thuis kunnen zijn. Dat is Karma de afgelopen zes maanden trouwens ook geworden voor me. Boven tafel brandt de olielamp. Tegen m’n been ligt een thermoskan die z’n warmte niet meer vasthoudt en het prima doet als kruik. Een andere thermoskan gebruik ik zo om koffie te zetten.
M’n rechterpols heeft een pijnlijke bult van een ongelukkige beweging in de kajuit en mijn linker arm hangt sinds twee dagen in een mitella. Sinds gisteren is m’n ene oog ontstoken en ondertussen voel ik het andere irriteren.
Wat is er dan naar, of heel naar zelfs? Dat zijn van die dingen die je eigenlijk niet op je blog schrijft. Iedereen denkt natuurlijk dat het helemaal geweldig is als je je droom aan het leven bent en lekker aan het varen bent. En dat is het ook. Op andere momenten. Naast me liggen multivitaminen, vitamine c, magnesium en een potje kauwgom waarvan ik continu een stuk tussen m’n tanden heb om er stevig op te kunnen bijten. Op tafel staan pijnstillers, oogdruppels en antibiotica. M’n rechterpols heeft een pijnlijke bult van een ongelukkige beweging in de kajuit en mijn linker arm hangt sinds twee dagen in een mitella. Sinds gisteren is m’n ene oog ontstoken en ondertussen voel ik het andere irriteren. Ook iets van het eten van vanavond lijkt niet goed gevallen. Naast me staat een blauw teiltje en niet voor de sier.
Dat het nu even tegenzit, dat is prima. Zolang we maar mijlen maken de goede kant op.
Ellendig? Ach, het valt wel mee. Morgen gaat het beter. Als je geen ellende wilt, moet je niet gaan zeilen en zeker niet die zuidelijke oceaan opzoeken. Ik vraag me ook niet eens af waarom die ellende tegelijkertijd komt. Ik geniet ervan dat het wat gezondheid betreft tot nu toe van een leien dakje ging. Dat ik de kantoorstress achter me kon laten en voelde hoe m’n lichaam herstelde. Dat het nu even tegenzit, dat is prima. Zolang we maar mijlen maken de goede kant op. Ik ben bijna zes maanden weg en verlang er ook naar om weer een zaterdagavond gewoon echt thuis te zijn. En als ik dan thuis op die bank zit, dan zal ik terugdenken aan dit moment waarop ik tussen de ellende door toch aan het genieten ben.
Morgen gaat het beter. Anders overmorgen.
Morgen gaat het beter. Anders overmorgen.
There should be laughter after pain There should be sunshine after rain These things have always been the same.