Winnaar in een veelzijdige klasse
In Bellano, Italië, heeft Stefan de Vries het Europees Kampioenschap Olympia Jol gewonnen. Net terug vragen we hem naar zijn ervaringen.
Om te beginnen: Stefan natuurlijk gefeliciteerd met deze beker. Voor de hoeveelste keer win je dit kampioenschap?
Dit was mijn 10e kampioenschap in de Ojol en 1e EK in de Ojol, maar omdat het een Duitse klasse is en de velden op alle kampioenschappen min of meer gelijk zijn, reken ik Duits, Nederlands en Europees even zwaar aan.
Went het winnen van zo’n beker en de bijbehorende zwempartij?
Nee eigenlijk niet; aan iedere titel zit een verhaal vast van voorbereidingen en doelstellingen en de titel is de bekroning daarvan of de conclusie dat er extra werk aan de winkel is als het niet lukt.
En hoe vaak heb je de blauwe wimpel van het ONK gewonnen met de O jol?
Ik heb in de O-jol 4 NK’s gevaren en er 3 van gewonnen.
Heb je ook in andere klassen gestreden voor het Nederlands kampioenschap? Bij mijn weten heb je ook Finn gevaren.
Ja klopt! In de Optimist en in de Finn ben ik ook een paar keer Nederlands kampioen geweest en in een aantal andere klassen top 3.
Waarom dan toch weer de keuze voor de O-jol?
Mijn thuiswater is momenteel weer het Zuidlaardermeer waar voornamelijk O-jollen zeilen, dus dan is het logisch om ook in de O-jol te varen. Stap je in een andere klasse dan moet je of reizen of je vaart alleen.
Je bent zelf één van de jongere zeilers in een O-jol, waarom ben je er ingestapt?
Één van mijn eerste sponsoren in 1998 was Mik Polyesterbouw en die bouwde (en bouwt nog steeds) O-jollen. Dus heb ik eigenlijk naast de Laser en later de Finn altijd O-jol gevaren. Daarnaast zaten er een aantal hele sterke eenmansbootzeilers in de Ojol op het Zuidlaardermeer, waar ik destijds tactisch/strategisch heel veel van geleerd heb door veel tegen/met hen te varen.
Het is een al 80 jaar oud ontwerp, wat maakt die klasse zo aantrekkelijk?
De veelzijdigheid van de boot. Je kan er heel veel uithalen qua ontwikkeling maar je kan er ook gewoon mee gaan zeilen. Dit maakt ook dat er van jong tot oud nog wat uit te halen is en dat ervaring loont, meer dan fysieke kracht of financiële investering. Op het afgelopen EK was de nummer 3 70 jaar oud. In vrijwel elke andere klasse zou je je ogen uit je hoofd schamen, dat je iemand van 70 nauwelijks los kan varen, maar in de O-jol kan dat dus.
Hoe verklaar jij de groei van de wedstrijdvelden in de O-jol?
Nou door die veelzijdigheid dus! En omdat de meeste mensen toch graag in grote velden varen en dat in andere klasses terugloopt. Daarmee kom je dus voor het dilemma; wil ik in klein gezelschap varen in een attractieve boot óf wil ik me tactisch strategisch uitleven in een groot veld.
Je bent constant bezig met het zoeken naar mogelijkheden om de boot te verbeteren, wat is volgens jou een noodzakelijk vernieuwing voor de klasse?
Het belangrijkste is om de klasse betaalbaar te houden. Een goede O-jol kost momenteel 2e hands een 8000 tot 10000 euro, maar brengt datzelfde bedrag ook wel weer op na een paar jaar. Dus in dat opzicht is de afschrijving minimaal en zijn de kosten te overzien. Iedere verbetering valt natuurlijk ook weer samen met een investering en het is maar de vraag of je dat wilt als klasse. Een carbon mast zou de zeileigenschappen kunnen verbeteren, maar anderzijds is in de ontwikkeling van de huidige aluminium mast ook de rek er nog niet uit.
Je hebt bij de Euro hard gestreden met onder andere Onno Yntema, is dat ook je grootste uitdager bij het ONK in Medemblik?
Er zijn zoveel zeilers goed bezig op 1 of meerdere evenementen, of misschien komt er wel een gastoptreden van een topper uit een andere klasse; je weet het toch nooit. Dus zo dicht mogelijk bij je eigen top in de buurt komen en proberen die top te blijven verleggen, is volgens mij een stuk verstandiger dan je druk maken over de rest van het veld. Onno Yntema is al een paar jaar heel serieus bezig en maakt dus grote stappen vooruit, evenals zijn Friese vlootgenoten en titelhouders Rob Aukema en Klaas Weissenbach. Ik kan er zo nog wel 5 opnoemen die net zo makkelijk op het podium kunnen staan als ernaast en die groeiende breedte is ook iets wat de O-jol klasse interessant maakt voor de fanatiekere zeiler. Dit naast het traditionele gezelligheidsaspect, wat natuurlijk ook veel zeilers trekt.