Uitstervend ras
Soms blaast de wind je bij toeval naar dorpjes waarvan je denkt dat ze allang uitgestorven zijn. Oberndorf aan de Oste is zo’n dorpje.
Cuxhaven. Het weerbericht geeft voor de monding van de Elbe een golfhoogte van meer dan twee meter aan, iets waar we zeker voor een eerste zeildag met een nieuwe groep niet op zitten te wachten. In plaats van links af te buigen richting Neuwerk, slaan we rechtsaf en zeilen de Elbe op. Twee reven in het grootzeil. Vrachtschepen met lading in alle kleuren en maten passeren ons. Helder blauwe luchten spelen tikkertje met stortbuien. Het tweede rif hangt er bij als een overgelopen dakgoot en tijdens iedere hoosbui inspecteer ik de roef.
Opnieuw slaan we niet linksaf richting Neufeld, wat we eigenlijk van plan waren, maar gaan we naar rechts de rivier de Oste op. Geen idee waar we uitkomen, hier zijn we nooit eerder geweest. Deze rivier is 153 km lang en bevaarbaar tot aan Bremervörde. Rieten daken van kleine boerderijtjes piepen net boven de dijkjes uit. Het stroomt als een tierelier en we zijn blij dat de brugwachters van de twee bruggen waar we doorheen moeten, goed meewerken. Onder zeil flitst de Najade er netjes doorheen. Voor de kerk van Oberndorf meren we af.
De eigenaar van de pont net achter ons gebaart bij hem langszij te komen, omdat we nu op de plek van het rondvaart schip , met de Duits aandoende naam “Mocambo” liggen. Deze pont, die nu dient als restaurant c.q. café schip is een wonderlijke vertoning. Plastic zonnebloemen voor de ramen en gordijntjes die wel uit papier geknipt zouden kunnen zijn. Muurschilderingen ooit gemaakt door de nu tachtig jarige brugwachter en een overdekt terras met golfplaten en gekleurde lampjes. Madame de pimpernel verbleekt erbij. Op de grond, groen grastapijt, binnen op tafel boeketjes plastic bloemen.
Havengeld hoeven we niet te betalen als we die avond op het terras een biertje komen drinken.
In de Haubstrasse van Oberndorf hangt een kauwgomballenautomaat scheef aan de muur. Bij nadere inspectie blijkt het een tennisballenautomaat te zijn. De enige winkel in het dorp is een Asia shop. In de etalage, Chinese rijstwijn, marmeren olifanten en eetstokjes. Benieuwd welk verhaal er achter deze facade schuil gaat. Schapen en koeien grazen in de avondzon op de slingerende dijkjes langs de rivier. Ouder echtpaar op een bankje kijkt zwijgend naar de ondergaande zon. Tijd heeft hier stil gestaan. Die avond tijdens het betalen van het havengeld door middel van het drinken van een biertje, stroomt een vrijgezellengroep binnen via de loopplank. Knalroze pak van een éénhoorn versiert de bruid. “Mayer” heet ze, zegt, ze, wat dan ook nog eens de naam van de bruidegom blijkt te zijn. “Iedereen in het dorp heet eigenlijk “Mayer”. Wat natuurlijk te denken geeft. Allemaal kopen we een klein cadeautje uit de gevulde rieten mand die de bruid bij zich heeft. De opbrengst komt ten goede aan de komende bruiloft. Blij verrast pakken we kleine zakjes gummi-beertjes en puntenslijpers uit. Ons stroomdraadje loopt over het grastapijtje en zoekt contact met een rode stekker achter een grijs gordijntje met ankertjes. Stroom afrekenen gebeurt door middel van het bestellen van een extra “kummeltje”. Als we te lang blijven hangen zegt de eigenaar dat hij naar bed gaat. “Blijf rustig zitten, maar doen jullie het licht uit?”.
De Oste kun je alleen bij afgaand water weer uitvaren en dan nog is het keren van de Najade een spannende aangelegenheid. Glimmende slikplaten komen langzaam boven water terwijl eenden zich in het zonnetje koesteren. Als we bijna de Elbe weer op zeilen, vangen op een paar meter vanaf het schip twee jonge zeearenden een wilde eend. Ze weten echter niet zo goed wat ze er mee aan moeten, plukken wat veren en spelen een kat en muisspel. Dit spel eindigt als moeders er bij komt en even duidelijk laat zien hoe je een prooi vangt. Ze slaat de eend – die inmiddels weg probeert te vluchten – met één klap van haar poot dood. Daarna volgt een gezellige picknick met haar kinderen op het wad. Ons met open mond achterlatend over het feit dat we dit spektakel mochten aanschouwen.
Oberndorf is verdwenen achter de horizon. Zeilen is nieuwe horizonten ontdekken, daarheen gaan waar de wind je blaast of de stroom je voert, niet weten waar je uitkomt, niet weten wat morgen brengt. Soms lijkt in alle regelgekte van deze tijd, deze vorm van zeilen net zo’n uitgestorven ras als Oberndorf. Laten we deze bijna uitgestorven rassen koesteren.
Janet Frieling