Als het stopt met zeilen, dan wordt het leuk met kiten
Het is half augustus. Wij hebben een week vakantie en liggen bij de sluis bij Kornwerderzand. De weersvoorspelling voor het weekend: ZW 6-7. En met zo’n 20 graden is het helemaal niet fris. Terschelling heeft een zeer beperkte beschikbaarheid voor zeiljachten van alle afmetingen, staat op de website van de waddenhavens, maar we wagen het er toch maar op.
Eenmaal op Terschelling blijkt er genoeg plaats te zijn in de jachthaven. We kunnen FannieMae, onze Contest 44CS, langs de steiger afmeren. Veel zeilers wachten de voorspelde harde wind liever op het vasteland af en zijn vandaag al vast vertrokken. ‘Als het hard waait, zijn ze liever op de wal dan op de eilanden,’ moppert de havenmeester.
‘Als het hard waait, zijn ze liever op de wal dan op de eilanden’
Wij begrijpen er ook niets van. Op loopafstand van de jachthaven ligt het Groene Strand, één van de weinige plekken op de Waddenzee waar je mag kitesurfen. En voor ons geldt: als het stopt met zeilen, dan wordt het leuk kitesurfen. Een voorspelling van ZW 6-7 bft is voor kitesurfen perfect. Voldoende hard en een aanlandige wind, want als de lijnen van je vlieger onverhoopt in de war raken, wil je niet afdrijven naar open zee.
Windhoek
Net als bij kiten is de windhoek bij het zeilen minstens zo belangrijk als de windkracht, vind ik. Opkruisen met 5Bft is niet leuk. Maar met windkracht 6 of zelfs 7 in de rug schiet je juist lekker op. Zo zeilden wij eens in twaalf uur van Lowestoft naar de Maasmond met een stevige ZW6 in de rug. Toch blijven wij dus meestal ook ‘verwaaid’ liggen als de wind hard wordt. Dan pakken we de vliegers uit de bakskisten en komen de kiteboards tevoorschijn uit de natte cel. Want zeilen moet vooral leuk zijn en geen strijd om per se ergens te willen komen.
Wat zijn de overeenkomsten tussen kitesurfen en zeilen? Met het varen op een kajuitzeiljacht niet zoveel. Kitesurfen lijkt het meest op zeilen met een open boot. Niet ergens heen zeilen, maar rakjes varen. De wind die door je haar waait, het water dat in je gezicht sprayt en zo hard mogelijk over het water scheren. Ondanks dat je alleen vaart, is kitesurfen net als zeilen een hele sociale sport. Al is het maar omdat het heel handig is als iemand je helpt met het op- en neerlaten van je vlieger. Eenmaal op de wal maakt iedereen een praatje met elkaar. Met welke maat vlieger vaar jij? Welke andere kitespots zijn favoriet?
Een sprong, een backroll of oefenen op een nieuw trucje
Dan de verschillen: je móet direct planeren, want op zo’n klein kiteboard kun je echt niet blijven drijven. Daarom moet alles ook tegelijk goed gaan: het insturen van de vlieger, hoe hard je aan de bar trekt, het strekken van je voorste been en het aankanten van je board. Maar als het lukt, overvalt je ook een soort euforie. Even een paar rakjes om in te komen en dan begint het te kriebelen. Een sprong, een backroll of oefenen op een nieuw trucje. Regelmatig hoor je een vreugdekreet over het water schallen als iets lukt.
Wat voor veel Nederlanders ‘het slechtste weekend’ van augustus was, betekende voor ons dus drie dagen volop kite-plezier. De vakantiegangers die voor de regen schuilen bij de Walvis, de populaire strandtent bij het Groene Strand, vermaken zich uitstekend met het uitzicht op alle kleurige vliegers. Uiteindelijk een win-winsituatie, in ieder geval voor degenen die Terschelling niet zijn ontvlucht!
