Met 9 meter de oceaan op?
Dat je als blog gevonden en gelezen wordt, is leuk. Dat mensen reageren is nog leuker. Daar horen ook minder leuke reacties bij, such is life. Maar de mail die nu in mijn inbox terecht kwam verbaasde me een beetje. Een beetje, want ik weet dat je tegenwoordig met minder dan 40 foot het IJsselmeer al afgekeken wordt. Maar dat het zó diep zit bij sommige mensen, dat had ik nu ook weer niet gedacht. Fragmenten (opgeschoond) uit de mail:
U weet blijkbaar niet wat U doet en wilt als feministe waarschijnlijk laten zien dat U niet alleen kunt wat mannen kunnen, maar zelfs beter. Daarvoor wilt U Uw leven riskeren op een oud bootje van 9 meter dat totaal ongeschikt is voor de zee. Maar Uw eigen leven op het spel zetten is niet genoeg. De wereld moet het weten, dus wordt er een website gemaakt om iedereen te laten zien wat U aandurft.
Logischer wijze is er geen man aan boord. Geen weldenkende zeiler stapt aan boord van een boot die veel te oud en klein is om mee buiten de kust te zeilen! Maar zet U dit aan het denken? Nee, U promoot het nemen van onaanvaardbare risico’s omdat U wilt bewijzen wat U denkt te kunnen! Als U maar geen reddingsmiddelen meeneemt, want de belastingbetaler heeft betere dingen te doen dan feministen van hun wrak te redden.
de belastingbetaler heeft betere dingen te doen dan feministen van hun wrak te redden
[femiˈnɪsmə] Het streven naar gelijke rechten voor mannen en vrouwen
Ja, daar ben ik wel voor. Gelijke rechten en plichten, wel te verstaan – niet alleen de krenten uit de pap halen. Maar wat heeft dat in hemelsnaam met bootjes en zeilen te maken? Of met reizen?
Er hangt geen brandende BH in de mast – er hangen (tot teleurstelling van sommige heren hier in de haven) niet eens sexy niemendalletjes te drogen aan de railing.
Het gaat er niet om hoe groot hij is, maar wat je er mee doet
Lizzy heeft al een aardig stukje gezeild voor ze mij leerde kennen. Ze kwam van Zweden naar Nederland, zeilde al eens over de Golf van Biskaje en kent de Spaanse en Portugese kust beter dan ik. Ze is geen Wauquiez (mijn droomboot was altijd de Centurion 32, tot ik achter een Hood 38 kwam te liggen en op slag verliefd werd) maar ze is wél goed en stevig gebouwd. Een prima, vlotte zeiler met vriendelijke zeileigenschappen.
Over Lizzy Belle maak ik me weinig zorgen: die kan het allemaal wel aan. De zwakke schakel, dat ben ik zelf. Anti-held extraordinaire. Veel respect voor de zee en angst voor stormen. En rotsen, onduidelijke betonning, stromingen, riffen … . Zo’n beetje alles waarvan Lizzy minder waterdicht zou kunnen worden dan ze zijn moet. Zeilen kan ik ook al niet, maar dat kan Lizzy wel en de route naar de kokosnoten is niet echt hogere wiskunde.
Meer lengte is meer comfort
Waar een kleine boot zoals de Ohlson 29 achterblijft is comfort. Ik weet zeker dat mijn zeilvrienden met hun 40+ footers een comfortabeler en snellere oversteek zullen hebben dan ik – ik hobbel er letterlijk en figuurlijk achteraan. So be it, oncomfortabel is niet het zelfde als onveilig, het is alleen .. nu ja, oncomfortabel :). Als ik haast had zou ik het vliegtuig nemen, geen zeilboot.
In de jaren ’70 was een boot van zo’n 30-35 ft dé ideale boot om onderbemand (met een stel) de wereld rond te zeilen. Er zijn er wat van dit formaat de wereld rond gezeild! En nog steeds, want wat velen van ons vergeten is dat niet elk land zo rijk is als Nederland. En dat niet elke Nederlander het geld heeft. Geld om 12 meter boot (of meer) uit te rusten met alle mogelijke toeters en bellen om helemaal hip en modern en met alle luxe van thuis de oceaan over te steken.
De oceaan is niet veranderd, wij wel
Met dank aan bijvoorbeeld de GPS en de moderne mogelijkheden om redelijk betrouwbare weersinformatie aan boord te ontvangen, is het wel veel makkelijker geworden om de grootste risico’s wat te verminderen. Als ik nu in de zoveelste discussie over ‘zeewaardige boten’ opmerk dat de bemanning de zeewaardigheid bepaalt -en niet de boot of de gadgets- wordt ik er vaak op gewezen dat het nu véél drukker is op de oceanen en dat het anno 2015 gevaarlijker is om met een ‘te kleine’ of ‘te simpele’ boot de oceaan op te gaan dan in de jaren ’70.
Dat durf ik te betwijfelen. De shipping lanes zullen drukker zijn en er drijft veel meer troep in het water. Toch de oceaan is de oceaan. Ze geeft en ze neemt. Dat heeft ze altijd gedaan en dat zal ze altijd blijven doen. Wij denken dat we, door vooral grote boten te kopen en die te voorzien van een watermaker, een AIS ontvanger en zender, SSB radio, radar, plotter en noem het rijtje maar op, de risico’s kunnen uitsluiten en we de oceaan te slim af kunnen zijn.
Een goede basis
Dat vind ik pas een gevaarlijke houding. De oceaan doet wat ze wil, wanneer ze dat wil. En je kunt er niet vanaf, je kunt alleen maar doorzeilen. Moderne apparatuur is geweldig en een prachtig hulpmiddel. Maar als de stroom uitvalt moet je wel door kunnen en durven zeilen. Vastlopen in de voorbereidingen, in alles wat je denkt te moeten hebben om veilig de oceaan over te kunnen steken – niets houdt meer zeilers aan wal, dan dat idee dat niet alle risico’s afdoende zijn afgekocht.
Wat je in mijn ogen nodig hebt: een goed gebouwde, stevige boot en tuigage als basis. Een windvaan om de boot te sturen, zeilen om haar naar de overkant te laten blazen, kompas en GPS om uit te vogelen waar je bent en heen gaat, een van de vele oplossingen om weerberichten te ontvangen en een fatsoenlijk anker om haar van de rotsen te houden. De rest is extra. Een luxe die het de moderne zeiler makkelijker kan maken, maar die nóóit een bemanninglid met goede ogen en een gezond stel hersenen kan vervangen.