Eieren van de zee

Na een zware strijd en heel veel koude voeten later moeten de roestballen hun verlies toegeven en klimmen alle spelers via de loodsladder weer aan boord.

Jeu de boules met pasenIn het afdruiprek boven de gootsteen van het kombuis liggen twaalf jeu-de-boule ballen na te druipen van hun slikavontuur. In de strijd om de “Brakzandster gat bokaal” namen de roest ballen het op tegen de blinkertjes.
In de loop der zilte jaren zijn de blinkertjes steeds roestkleuriger geworden waardoor ze nu nog maar met moeite van de andere ballen te onderscheiden zijn.

Na een zware strijd en heel veel koude voeten later moeten de roestballen hun verlies toegeven en klimmen alle spelers via de loodsladder weer aan boord.

De schijnwerper speurt het wad af naar de tonnen die sinds een week gelukkig weer op de goede plek zijn gelegd.

Die avond in het ruim wordt een raadgevend referendum gehouden of er in de nacht nog naar Schiermonnikoog gevaren gaat worden. Ten alle tijde houdt de schipper zich echter het recht voor om de uitslag naast zich neer te leggen.

Paar uur later varen we al diepte prikkend richting het toegangsgeultje van de jachthaven van Schiermonnikoog. De schijnwerper speurt het wad af naar de tonnen die sinds een week gelukkig weer op de goede plek zijn gelegd.

Nooit meer naar het weerbericht luisteren, zeker niet tijdens het paasweekend lijkt een goed streven. In schril contrast met het bericht waarin wordt gesproken over één graad Celsius, natte sneeuw en regen, verlaten we Zoutkamp onder zeil, en bewegen ons rustig en stil richting het Lauwersmeer. Speuren in de zon naar smeerwortel op onbewoonde eilandjes en koesteren ons in een overlevingspak in de zon. Eenmaal buiten zwemmen zeehonden met ons mee terwijl we gijpend de Zoutkamper laag afzeilen. Vier lepelaars vliegen in een rechte streep naar het oosten. Bij het Brakzandster gat gaat het anker ervoor. Warmen ons binnen op terwijl er gouden eieren drijven in een pan met uienschillen en de pan met rode kool bladeren eieren van de zee tevoorschijn tovert. Zeeblauw wel te verstaan.

In de verte het silhouet van een lange man met een puts in zijn hand. Gevuld met oesters als of het paaseieren zijn.

Na het paasontbijt sudderen we stukjes smeerwortel in zonnebloemolie en maken onze eigen smeerwortelzalf, een zalf die op geen enkel zeilschip mag ontbreken. Opnieuw draait het wiel van de ankerlier op volle toeren en zeilen we via de Zoutkamperlaag, de Kuipersplaat en de Oude wal en zetten de Najade droog bij het Brakzandster gat. Niet iedereen lijkt door te hebben dat we opnieuw bij ons startpunt aangekomen zijn. Toen voor anker nu droog op de plaat. Het is een stevige vlakke plaat met oesterbanken vol jong “voorjaarswier” aan de horizon. In de verte het silhouet van een lange man met een puts in zijn hand. Gevuld met oesters als of het paaseieren zijn.

De krijttekeningen, die dienden als hulp bij de zeiltheorie aan dek, vervagen en lopen uit als we maandagmiddag in een lichte regen het Reitdiep weer op zeilen. Zoutkamp in zicht.

Janet Frieling

puts op het wad

Reacties

Reacties