Hondenwacht 25 – De grote, blauwe zee

schilderij: David Fox
schilderij: David Fox

Ik heb de zee niet aangeraakt in al die weken dat we haar bevaren. Niet gezwommen, niet pootje gebaad, niet overboord gevallen. Soms kwam de zee naar mij. In spetters vanaf de boeg, als regen en via natte vallen en landvasten. De zee zit in mijn broek, die wit is uitgeslagen van het zout, in het zeilpak dat aan alle kanten plakt, in de makreel die aangehaakt is en koploos in de pan belandt, op mijn gezicht als ik mijn lippen lik, in mijn eten dat vanzelf op smaak komt als ik het aanraak met mijn handen pre-salté. Maar de zee, de grote zee, de zwarte, blauwe, groene, grijze zee, onaangeraakt, door mij onaangeraakt.

Ik hou mezelf onledig. Tiep woorden alleen om iets te doen. De zin ervan doet niet ter zake, alleen dat het me bezighoudt en de slaap verdrijft of op zijn minst helpt om de slaap nog drie uur te weerstaan. Hoeveel woorden zijn dat? Tien trage woorden per minuut, zeshonderd per uur, achttienhonderd tot het einde van de wacht.

Peter Veen

(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)

Reacties

Reacties