Hondenwacht 3 – Muur

schilderij Geer Huybers
schilderij Geer Huybers

Het waait stevig. De neus van de boot snottert tegen de steile golven op en ploft dan met een woesj het golfdal in. De rotsachtige kust is al uren in zicht, ook de haven waar we op af koersen om binnen te zijn voor de storm echt losbarst is inmiddels vlakbij.

‘Zie je die muur? Je moet ongeveer naar het midden koersen.’
De schipper wijst naar een ongenaakbare muur die de haven afschermt tegen het geweld van de zee. Uiterst links en rechts in de muur zijn kleine openingen die naar binnen leiden.
‘Hoe dicht bij die muur kan ik komen?’ roep ik nog. Hij lacht en schudt zijn hoofd. ‘Stuur naar het midden van de muur, kijk dan wat je koers is en blijf die varen, wat er ook gebeurt.’
Ik hou de stuiterende boot zo goed mogelijk op koers terwijl hij op het woest dansende dek het grootzeil in de lazy jacks laat vallen en daarna geroutineerd de fok strijkt. Fijn dat ik deze keer niet hoef. Op mijn plek aan het roer zie ik de muur steeds dichterbij komen en het zit me niet lekker. Ik geloof hem en volg zijn aanwijzingen, maar tegelijkertijd voelt het volslagen idioot om naar een muur te varen met grote rotsblokken ervoor waar de golven witschuimend op kapot slaan. Dus ik sta klaar om het roer om te gooien en door de inmiddels duidelijk lonkende opening de haven in te schieten. Terwijl ik het denk, draai ik alvast de neus van het schip die kant op.

‘Nee, niet doen! Koers houden anders gaan we op de rotsen!’
Ik draai terug en kijk hem niet begrijpend aan.
‘We hebben een flinke stroom dwars, dus als we rechtstreeks naar de haven varen, komen we er niet, dan zet de stroom ons een paar honderd meter voorbij de ingang op de rotsen. Zie je dat torentje daar naast de ingang?’
De muur en de havenmond zijn inmiddels akelig dichtbij en een beetje zenuwachtig kijk ik rond, ja, daar, op een van de heuvels links van de haven staat een lage kerktoren.
‘Heb je hem? Die toren moet stilstaan ten opzichte van de achtergrond. Zodra die beweegt is je koers verkeerd en moet je bijsturen tot de toren weer stilstaat. Of zal ik het doen?’

Ik voel me wat onzeker en ben tegelijkertijd reuze benieuwd hoe we dan wel die havenmond invaren. Ik geef het roer over en kijk. De golven worden hoger en steiler. Soms kolkt het water rond de boot. Het is groen van kleur en contrasteert fel met de donkere lucht en de zwartbruine muur vlak voor ons. Hij houdt de boot met de punt op het midden van de muur en ineens alsof er iemand zucht, schiet de boot bijna dwars door de haveningang naar binnen. Op slag is het rustig. De wind is weg. De golven zijn verdwenen en de boot draait ontspannen haar neus naar de vrije ruimte in de havenkom. ‘Nou jij weer en hou het gas erop want hier staat ook nog heel wat stroming.’
Ik stuur de boot langs het bord Marina een kanaaltje in. Een windvlaag kleurt het water donkerzwart.

Peter Veen

(Wakker blijven tijdens de Hondenwacht is soms lastig. Schrijven heeft me geholpen, het resultaat ervan lees je hier iedere week. Op welk schip ik was en waar? Check de intro voor meer informatie.)

Reacties

Reacties