De horizon lonkt

Waarom lonkt bij zeilers toch altijd de horizon? Zit het in de aard van het beestje? Of is een jaar – of langer – ertussenuit echt het zeilers walhalla?

fullsizerender

Ooit hebben mijn man en ik een rondje Carieb gedaan. We zijn al meer dan tien jaar terug, maar regelmatig wordt ons de vraag gesteld: ‘Gaan jullie nog een keer zo’n reis maken?’ Of zelfs ‘Wanneer gaan jullie weer vertrekken?’ Vertrekken. Vertrekkers. Aparte benaming van dit fenomeen, trouwens. Toegegeven, we hebben onze FannieMae gekocht met het oog op langere zeilreizen. Maar voor een weekend zeilen op het IJsselmeer is het óók een heerlijke boot.

Waarom lonkt bij zeilers toch altijd de horizon? Zit het in de aard van het beestje? Of is een jaar – of langer – ertussenuit echt het zeilers walhalla? Zeilvrienden van ons zijn vorig jaar ‘vertrokken’, voor onbepaalde tijd. Via facebook kunnen wij hen volgen. Na een paar foto’s van een druilerige Belgische kust volgden al snel plaatjes van pittoreske stadjes, prachtige ankerbaaien en na een paar maanden de stranden van de Canarische, Kaapverdische en Caribische stranden. Voor de achterblijvers lijkt het op een eindeloze vakantie, een aaneenschakeling van happy hours en barbecues.

Voor de achterblijvers lijkt het op een eindeloze vakantie, een aaneenschakeling van happy hours en barbecues.

Mijn man en ik dachten wel beter te weten. Terugdenkend aan onze eigen reis herinneren wij ons ook de onzekerheid over het weer, over de volgende aanlegplek, de beslissing over wel of niet de volgende oversteek te maken. Het wennen aan de hoeveelheid tijd die je samen doorbrengt in een kleine ruimte. “Je hebt een fulltime baan en een sociaal netwerk,” zei een medezeilster. “En dan zit je ineens tegen elkáár aan te koekeloeren.”

Na zes weken zeiden wij tegen elkaar: als het in La Coruna niet leuk wordt, dan gaan we naar huis. Gelukkig werd het in La Coruna inderdaad leuk. Het weer knapte op, we kwamen mede-vertrekkers tegen en leerden zo langzamerhand omgaan met de stress van het zeilersbestaan. Waar kun je water en diesel halen? Houdt het anker wel? Want je verwacht dat je van geen stress meer hebt als je geen drukke baan meer hebt, maar dat is niet zo. Je weet soms niet meer welke dag het is, maar je weet dondersgoed welke maand het is. Als vertrekker heb je een schema en daar moet je je aan houden.

Na zes weken zeiden wij tegen elkaar: als het in La Coruna niet leuk wordt, dan gaan we naar huis.

Het viel ons op dat achterliggende etappe altijd gemakkelijk was, maar o jee, het stuk dat voor ons lag…. Dat was het veel moeilijker dat we tot dan toe hadden meegemaakt. Dat bleef overigens het hele jaar zo. Terug in Falmouth hoorden wij mede-zeilers zeggen: de Noordzee, dát is het lastigste zeilwater dat er is!

Terug naar het vertrekken. Toen wij in april van dit jaar onze vrienden opzochten in Martinique bleek de facebook wereld – zoals wel vaker -inderdaad de geromantiseerde versie van de werkelijkheid. De regenbuien, ruzies, uitputting en onzekerheden waren buiten beeld gebleven. Net als de oneindige reeks aan te vervangen of te repareren bootonderdelen. Want wie de wereld rondzeilt, moet mankementen en schades incalculeren.

Vertrekken, ja of nee? Het is niet mijn bedoeling daar antwoord op te geven. Maar laat je in ieder geval niet tegenhouden door het ontbreken van een watermaker of windgenerator. Vertrekken is vooral gewoon gaan. Je boot is nooit helemaal klaar. Een groter struikelblok dan de uitrusting van je boot ben je zelf. Een flink deel van de vertrekkers breekt voortijdig de reis af. Maak dus in ieder geval een noodscenario. Dat geeft niet alleen rust, maar voorkomt ook – en helaas hebben we dat ook gezien – dat je je vrouw en je boot in Suriname moet achterlaten en je zelf met een zeilers burn-out bij je ouders op de bank zit.

linda de Graaf

Reacties

Reacties